De Nieuwe Oost-Indische rooseboom
(1784)–Anoniem Nieuwe Oost-Indische rooseboom, De– Auteursrechtvrij
[pagina 84]
| |
Op een aangenaame Vois.1.
LEstmaal in ’t krieken van den dag,
Uit Jagen zou ik gaan,
Zo dra ik Bossewaard inne zag,
Vond ik een Maget staan,
Treed voetjes, treed wat naar,
Tot dat gy komt by haar,
Ag Rozemond,
Vind ik u hier alleen.
Met veel klagjes en geween,
Hoe of ’t komt zy is alleen.
2.
Ach! daar hoor ’k haar lieve keel,
Eens zingen overluid,
Mogt ik nu maar eens met myn veel
Of met myn Jagers Fluit
Vermeien eens by haar,
Met zoet gespeel en snaar,
Ach wat een vreugd
Zou my dat zyn als wy
’t Samen zaaten, zy aan zy,
In myn droefheid ben ik bly.
3.
Daar ginter komen winden aan,
Daar is een Jager by;
| |
[pagina 85]
| |
Zy Godin, helpt my dog raan
Ach! Hemel staat myn by;
Myn Roozemond vlugt niet:
Ziet eerst, wie dat gy ziet,
U tweede deel
Die komt u hier zo by
Met zyn beesjes aan zyn zy,
Rozemond vergeeft het my.
|
|