De nieuwe Mercker haringh-vanghst ofte het Monickedammer welvaren
(1697)–Anoniem Nieuwe Mercker haringh-vanghst ofte het Monickedammer welvaren– AuteursrechtvrijStemme: Als begint.
ICk ginck lest wandelen aan een groen Heyden,
Ik gingh lest wandelen op mijn plasier,
Buyten in 't Veld al langs de klavr'e weyden,
Buyten in 't veld al langs de klare Revier.
Aldaer ick sat onder de groene Boomen,
Aldaer ick sat in het bedoude Gras,
Van verre sagh ick klare Water-stromen,
Daer menigh Visje in de Vyver was.
Aldaer ick sat onder de groene Hagen,
Songen de Vogelkens als in 't Paradijs,
Ick ben seer soetjes in den slaap gevallen,
Mijn docht het was een Hemels Paradijs,
Ik sag van verre eenen Jongman komen,
Mijn dogt dat hy mijn overschoonheyt was
| |
[pagina 15]
| |
In bey sijn Armen heeft hy my genomen
Hy leyde my al door het groene Gras.
Hy noemde my sijn schone Veld-Godinne
Hy schonck my duysent Paerlen en gout fijn,
Wy waren met malkander wel te vreden,
Ick scheen aldaar een koningin te zijn.
Ick docht wel duysentmael op Leeuwen en Beeren,
Ick docht wel duysentmaal verscheurt te zijn
Maer mijn jonck hert had noch geen deeren,
het was maer om de schone Bloem van mijn
Oorlof gy Maegdekens jonck ende teere
En stelt u sinnen op de vroomen niet,
So sullen u dromen niet in droefheyt keere
Gelijck aen dese Dochter is geschiedt.
EYNDE |
|