Een nieuw lied
Op een Aangenaame Wys.
1
Moeder [geef my eenen] man,
Die myn tyd verdryven kan,
Allemaal witte, met dubbelde pitte, allemaal witte Boonen.
2
Dogter jy [bent] nog veels te klyn,
[Jy] moet nog slaape 3 jaaren allyn.
3
Moeder het is een Schippers gast,
Hy maakt zyn broek aan de kwispel
vast, allemaal witte &c..
4
Moeder het is op 't Bed niet geschied
Hy pikte my in 't lange riet,
5
Het riet was lang en de meid was kort,
Hy heeft haar Rokjes opgeschort,
6
Heb jy van Jan de Knegt geproefd,
Dan hebje voor 9 maanden genoeg,
7
Het meisje in het Kraambed lag,
8
En toen het Kind ter waereld kwam,
Kreeg het een Franschmans pakje aan,
9
Toen de jonge was bekwaam,
Toen moest hy met de Snaphaan staan,
10
Zie jy de Vader voor jou staan,
Jy durft jou oogen niet op te slaan,
allemaal witte, met dubbelde pitte, allemaal witte boonen.
EYNDE.
|
|