Het nieuwe tulpje
(ca. 1800)–Anoniem Nieuwe tulpje, Het– AuteursrechtvrijVersierd met de allernieuwste Liederen, welke heeden gezongen worden
Op dezelfde Wys.1
Al myn geluk en vreugd is nu gebooren,
Myn Minnaar kan myn wederom bekooren
Myn waarde vriend,
Myn waarde vriend.
Laat myn zyn stem weer hooren,
Ik zugt niet of ik schry,
Maar ben verheugd en bly, bis.
2
Toen ik was jong liet ik myn Minnaar vaaren,
Schoon hy myn mind, dat baard hem groot bezwaaren,
Hy minde myn,
Hy minde myn,
Doch echter na twee jaaren,
Toen kuste ik verheugd,
Myn Minnaar vol van vreugd.
3
Ik was verheugd toen hy was weer gekoomen,
Hy heeft terstond myn hart weer ingenoomen,
Dat baard myn vreugd,
| |
[pagina 27]
| |
Dat baard myn vreugd,
Ik dagt toen op geen schroomen,
Maar was verheugd van zin,
Betoonde hem myn Min. bis.
4
Ik wist geen raad om hem weer te beminnen,
Ik kwam by hem streelde ras zyn zinnen,
Hy kuste my,
Hy kuste my,
En voeld het vuur van binnen,
Wyl hy kwam van de Oost,
En was zeer wel getroost. bis.
5
Hy was de geen die nooit myn eer zou krenken,
Maar zwoer dat hy altoos aan my zou denken,
Als hy kwam thuis,
Als hy kwam thuis,
Daarom zal ik hem schenken,
Om zyn standvastigheid,
Myn hart is steeds verbleid. bis.
6
Geen droef elend zal nimmer myn ziel prangen,
Ik ben van hem nog van geen ander zwanger,
Ik leef gerust,
Ik leef gerust,
En dat was myn verlangen,
Want smaad en groot verdriet,
Leid eerbaarheid toch niet. bis
7
Al schoon dat my een ieder wil veragten,
Geen vreugd zoo groot dat my meer kan veragten.
Als dat myn lief,
Als dat myn lief,
Na myn niet heeft te wagten,
Maar geef myn hart en hand,
Aan hem tot onderpand. bis.
|
|