te verheffen door zyne redenen: want een Mensch moet zedig wezen, wanneer hy van zig zelven spreekt.
Maar egter, die gene, die zig door te zeer verkleynende woorden vernederen, en de eere weigeren, welke hun regtmatig toekomt, doen hier in niet minder hunne verwaantheid en opgeblazentheid uitschynen, dan die geene die zodanig een eere aan zig laten leunen, waar aan zy geen deel hebben. Maar of men dezulke ook daar over berispt of pryst, zo is het egter zeker, dat de gene die vlied, waar de andere na tragten, daardoor haar alle mispryst, of berispt: want de eerbewyzingen te versmaden, die by alle Menschen zo hoog geagt worden, is eenigsints zig boven al de wereld te willen verheffen, en zig meerder te achten dan alle de andere Menschen: dewyl 'er niemand is, die weigert het gene agtens-waardig schynt, indien hy gelooft iets veel grooter en kostelyker te bezitten.
Wy moeten niet roemen op onze goederen, nog op onze bequaamheden; maar wy moeten ook die niet mispryzen: om dat het eene is als een verwyt