Nieuwe verhandeling vande hoofsche welgemanierdheyt
(1965)–Anoniem Nieuwe verhandeling vande hoofsche welgemanierdheyt– Auteursrechtelijk beschermdNieuwe verhandeling vande hoofsche welgemanierdheyt. A.W. Sijthoff, Leiden 1965.
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Nieuwe verhandeling vande hoofsche welgemanierdheyt in de facsimile-uitgave uit 1965. Het origineel dateert uit 1733.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, 256) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina III]
DE HOOFSCHE WELLEVENTHEID, En LOFFELYKE WELGEMANIERTHEID, By alle voortreffelyke Luiden in Nederland gebruykelyk, LEERENDE Hoe men in alle voorvallende gelegentheden en ontmoetingen, zig wysselyk en lieftalig zal aanstellen en bestieren, ALS In het Voorsnyden en Voordienen van veelderlye Spyzen en Gerechten, ALS MEEDE Een bondig en klaar Onderwys tot het schryven en opstellen van Brieven aan allerlye Persoonen en Staaten.
Hier is agter bygevoegt een Brief hoe men zig ten Hove moet dragen, Door ERASMUS van ROTTERDAM.
Nooit te vooren zo gedrukt.
t'AMSTERDAM,
By JACOB GRAAL. Boekverkooper
[pagina IV]
Facsimile-uitgave 1965
Met een verklarende woordenlijst van John Landwehr
© A.W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij N.V., Leiden 1965
[pagina XVII]
Bladwyzer. Van de Hoofd-stukken En Stoffen,
In dit geheele Boek vervat.
I. | HOOFDSTUK, Wat de Welgemaniertheid zy. | pag. 1 |
II. | Van het onderscheid der dingen, die volgens 't gebruik betamelyk of onbetamelyk zyn. | 6 |
III. | Van het komen in 't Huys van een groot Heer, en van het gene daar men op te letten heeft aan de Poort, voor de Kamer, enz. | 14 |
IV. | Om gehoor te hebben by een groot Heer. | 19 |
V. | Van den Ommegang in een Gezelschap. | 37 |
VI. | Van het wandelen met een groot Heer, en van het groeten. | 56 |
VII. | Dat men zig moet schikken na 't humeur, en de genegentheit van den Persoon van aanzien; en van de gevoegelykheid van kleeding in 't gemeen. | 60 |
VIII. | Van 't gene men doen moet, wanneer een Persoon ons komt bezoeken, en wanneer wy hem moeten bezoeken. | 68 |
[pagina XVIII]
IX. | Van 't gene men waar moet nemen aan Tafel. | 73 |
X. | Van 't gene men in 't Spelen waar te nemen heeft. | 110 |
XI. | Van 't gene op een Bal waar te nemen is. | 113 |
XII. | Van zingen en spelen. | 116 |
XIII. | Van 't gene men waar te nemen heeft op de Reize in de Karosse, te Paarde, en op de Jagt. | 118 |
XIV. | Van 't gene men waar nemen moet in Brieven te schryven. | 123 |
XV. | Breder bericht over 't schryven van Brieven. | 128 |
XVI. | Van de manier op welke men zig moet eere doen bewyzen. | 176 |
XVII. | Van de gewoonlyke Plechtigheden. | 180 |
XVIII. | Van de Styl in 't Spreken en Redenkavelen. | 190 |
XIX. | Van onze natuurlyke Driften. | 221 |
XX. | Van de betamelyke zwier in onzen handel en bedryf. | 227 |
XXI. | Van al te groote beschroomtheid, met meer andere kleine Lessen. | 234 |
XXII. | Het besluit van deze Verhandeling. | 243 |
BRIEF van ERASMUS, | ||
Geschreven aan een Persoon die tegens zyn dank zig ten Hove moest begeven. | 248 |