Nieuw Letterkundig Magazijn. Jaargang 28
(2010)– [tijdschrift] Nieuw Letterkundig Magazijn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 76]
| |
Een model voor Joachim PolsbroekerwoudDick WelsinkDe eerste druk van Reisontmoetingen van Joachim Polsbroekerwoud en zijne vrienden, uitgegeven door Vlerk, pseudoniem van Bernard Gewin (1812-1873), verscheen in 1841; een tweede editie zag in 1902 het licht. In secundaire literatuur is er enkele malen op gezinspeeld dat de hoofdpersoon van dit boek zou zijn gemodelleerd naar een werkelijk bestaand hebbende figuur. De eerste die dat doet, is F. Bezemer Sr. in 1907. Hij geeft niet de volledige naam, maar beperkt zich tot de aanduiding ‘den Heer... woud’.Ga naar eind1 Walch daarentegen noemt hem in 1930 bij naam en toenaam: ‘Hendrik Vlaardingerwoud, een zeer degelijken huisbakken Rotterdammer’.Ga naar eind2 In 1936 werd die naam opnieuw genoemd in het genealogisch tijdschrift De Nederlandsche Leeuw.Ga naar eind3 Als deze bewering op waarheid berust, blijft de vraag: wie was dan wel die heer Hendrik Vlaardingerwoud? Op 18 april 1825 werd ingeschreven als student theologie aan de Leidse universiteit: Henrik van Vlaardingerwoud, Roterodamensis, 30 jaar.Ga naar eind4 Wat behalve de onjuiste spelling van de voornaam en de toevoeging van het voorvoegsel van aan de achternaam opvalt, is de leeftijd van deze student. Over het algemeen ging men (en gaat men ook nu nog) meteen na het voltooien van de middelbare schoolopleiding naar de universiteit. Alleen daardoor al moet hij een buitenbeentje geweest zijn onder zijn veel jongere medestudenten. Hendrik Vlaardingerwoud was op 13 november 1794 te Rotterdam geboren als vijfde kind van Willem Vlaardingerwoud en Clara Scholte. Zijn ouders waren op 3 juli 1786 voor de kerk (Luthers) en op 6 augustus daaropvolgend voor de pui getrouwd. Bij de huwelijkssluiting werd aangetekend dat de bruidegom afkomstig was van Oudewater (dat, tussen haakjes, niet ver van Polsbroek af ligt). Voor de bezegeling van de echtverbintenis werd f 30, - betaald, het hoogste tarief, hetgeen zou kunnen wijzen op een zekere welstand van het jonge echtpaar. Dit wordt bevestigd door het feit dat voor de begrafenis van drie jonggestorven dochtertjes ook telkens het hoogste tarief betaald werd.Ga naar eind5 Van de acht kinderen die uit dit huwelijk geboren werden, waren er nog vier in leven toen Hendrik ging studeren: behalve hijzelf een ruim zeseneenhalf jaar oudere broer, die sinds 1807 in Demerary woonde,Ga naar eind6 een bijna twee jaar oudere zuster,Ga naar eind7 en een bijna twee jaar jonger zusje.Ga naar eind8 Volgens de Leidse Studenten Almanak voor de jaren 1826 tot en met 1830 woonde Hendrik Vlaardingerwoud op kamers bij Bilderbeek op de Garenmarkt. In die periode trouwde zijn jongere zusterGa naar eind9 en overleed zij binnen een jaar na het huwelijk ‘na eene langdurige ziekte’.Ga naar eind10 Zijn broer stierf op 3 september 1830 te Demerary.Ga naar eind11 De Studenten Almanak voor de jaren 1831, 1832 en 1833 geeft voor hem als adres Couvée op het Rapenburg. Volgens de Volkstelling van 1829 woonde Dirk Couvée met vrouw en vijf kinderen op het Rapenburg, hoek Cellebroersgracht (thans Rapenburg nr. 93, hoek Kaiserstraat).Ga naar eind12 Bij dit gezin woonden twee studenten in, te weten Hendrik Vlaardingerwoud en Cornelis Koetsveld, beiden afkomstig uit Rotterdam. Laatstgenoemde, die eigenlijk Cornelis Eliza van Koetsveld heette, werd bekend als de auteur van Schetsen uit de pastorij te Mastland (1843). Naast Couvée, op nr. 95, woonde | |
[pagina 77]
| |
Titelpagina Reisontmoetingen van Joachim Polsbroekerwoud.
overigens, blijkens een gevelsteen, van 1822 tot 1835 Jacob Geel, bibliothecaris van de Leidse Universiteitsbibliotheek. Op 16 januari 1830 werd Bernardus Gewin, Roterodamensis, 17 jaar, ingeschreven als student theologie aan de Leidse universiteit.Ga naar eind13 Volgens de Studenten Almanak voor de jaren 1831 en 1832 woonde hij bij Reidinger op het Rapenburg. De Volkstelling van 1829 vermeldt Joseph Reidinger met echtgenote op het adres Steenschuur, tussen de Kloksteeg en de Universiteitsbibliotheek (thans Rapenburg nr. 68).Ga naar eind14 Twee (studie)jaren lang waren Vlaardingerwoud en Gewin, die elkaar mogelijk al uit hun geboortestad kenden, dus min of meer overburen. In 1833 moet Hendrik Vlaardingerwoud zijn studie hebben gestaakt, hij komt althans niet meer voor in de adreslijst van de Studenten Almanak voor het jaar 1834. Op 12 november van laatstgenoemd jaar overleed zijn moeder,Ga naar eind15 vijfeneenhalf jaar later, op 9 mei 1840, zijn vader.Ga naar eind16 Na zijn terugkeer in Rotterdam dreef Hendrik met zijn enig overgebleven zuster Clara Hendrika een beddenwinkel in de Hoogstraat nr. 83; later wordt zij in het Bevolkingsregister vermeld als beddenmaakster, en hij zonder beroep.Ga naar eind17 Clara Hendrika overleed ‘na langdurige ziekte’ op 24 januari 1861,Ga naar eind18 Hendrik op 11 februari 1875 ‘des namiddags ten elf ure’.Ga naar eind19 Volgens de akte van overlijden was zijn beroep winkelier. Bepaald geen opwindend leven dus, dat Hendrik Vlaardingerwoud (1794-1875) heeft geleid: van gedropen student theologie tot beddenwinkelier. Maar wel mooi de titelheld van een van de te weinig gelezen boeken uit de ‘humor-“cultus” der Romantiek in Nederland’. |
|