buiten te rennen en als een gek naar de stad te rijden, op zoek naar je verwrongen, verkoolde auto, de rijkswachtcombi met blauwe zwaailichten, de ambulance. Ik beheers me. Vecht tegen de zachte radeloosheid. Probeer te denken aan wat ik zal doen als straks eindelijk het geronk van de motor zal naderen, de twee claxonstoten (ha, ze is er!), blij naar de deur lopen, naar buiten, de oprit, het hek, we wuiven naar elkaar, ik maak het gebaar van de verkeersagent, ze rijdt naar binnen, het hek op slot, naar de auto lopen, zoentje, de mand vol heerlijke dingen die ze op de markt heeft gekocht, deur dicht, de poezen die staart-in-de-lucht staan te wachten, ik die het wekelijkse Kongolese dansje uitvoer en zing: ‘Mama ayei, nzala esilili!’, haar laarzen uittrekken terwijl ze lui achterover ligt, even haar voetjes in mijn handen houden, de sherryglazen, het eerste aperitief van de dag. Ze zegt: ‘Wat ben ik blij dat we weer in ons huis zijn, het hele weekend komen we er niet meer uit, ik heb iets meegebracht dat je nooit kunt raden...’
Ons huis. Lederna. Met jou, Eleonore, ken ik voor het eerst in mijn leven het gevoel geborgenheid. Niet meer hoeven te kamperen in ruimtes die aan anderen toebehoren. De koffers van Kongo zijn definitief uitgeladen. De boeken en de voorwerpen hebben hun plaats. Eindelijk een vrouw. Eindelijk rust en vrijheid. Vroeger, voor we getrouwd waren, dacht ik dat het kwam vanwege de zogenaamde levenslijn die zich opeens evident aftekende. Of misschien kwam het omdat ik minder wild begon te worden, minder neurotisch, bijna vijftig. Het laatste merk ik vooral aan mijn ogen. Toen ik verleden jaar nog kon lezen zonder bril, dacht ik nooit aan de tijd die vóór me lag. Na het eerste alarmsignaal werd ik me langzaam bewust dat ik tussen twee generaties stond. Met één van de geliefde zintuigen dat me zomaar in de steek had gelaten. Misschien is het een waarschuwing, dat ik voortaan de minder accurate middelen spaarzamer moet leren gebruiken, aandachtiger, een dankbetuiging omdat het lichaam tenslotte nog altijd dienst doet.
Als een soort vergoeding is er nu het andere gevoel dat me dank zij jou steeds vaker vervult. Verwondering. Steeds meer gebeurt het dat ik bewegingen die ik duizenden keren heb uitgevoerd,