De Nieuwe Gids. Jaargang 51(1936)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 222] [p. 222] Verzen van An Veltman. Zoekende. Ik wil wachten altijd weer, wachten wil ik altijd weer, want eens zult Gij komen als de zon na stormig weer. Maar Gij vraagt ontstellend veel, o, Gij vraagt ontstellend veel, ach, van pijn, na al Uw slagen, wil geen kreet meer uit mijn keel. En toch blijft Gij mij nog ver, o, wat blijft Gij mij nog ver, duister zijn mijn nachten, zonder eene ster. [pagina 223] [p. 223] O, hoe kom ik U nabij? o, hoe kom ik U nabij? Zie, van alle ballast is mijn hart al vrij! Zal ik U dan zien tot dank? Zal 'k U waarlijk zien tot dank? Zie, na vele tranen zijn mijn oogen blank! O, 'k wil wachten altijd weer, Wachten wil ik altijd weer, want eens zult Gij komen als de zon na stormig weer. [pagina 224] [p. 224] Wat bleef.... Wat bleef van der tijden verre geruchten, van hen, wier naam en wezen vervluchtten? in den onpeilbaren smeltkroes der wereld? die aan dezelfde bronnen dronken als wij en aêmden dezelfde luchten? O, alles! Wellicht gaat er niets verloren: het is hùn kreunen, dat w'in den stormwind hooren, de herfstlijke regens weenen hùn tranen, de zomeravonden, zwaar van hun liefdezuchten, verdonk'ren onze oogen in de zwoele lanen, Zie, de maneglans komt aangevloeid waar hun jong verlangen op heeft geroeid.... O, vast verbonden is ons wezen met wie ons verliet: wij ruischen door de tijden als een breed en machtig lied. De vroege avond.... De vroege avond stond zoo zwart daar buiten, een zwakke dag was moeiteloos verwonnen; ik zag de trage, natte sneeuw uitvloeien op de ruiten en in mij was een weemoed om 't vergaan begonnen... maar dan: twee gloeddoorwarmde blauwe oogen - de stilte spon haar sterk rag tusschen u en mij - de avond was als ijle damp vervlogen, twee oogen maakten mij van tijd en ruimte vrij... O, 't lichtdoorvonkte blauw! ik waande mij aan zoele kusten, de middagzon straalde uit het hemelsch puur, de zee lag rijk doorglansd van zaal'ge lusten... O Leven! o Uwer zoetheid oneindige duur! Vorige Volgende