| |
| |
| |
Bibliographie
Net. Houwink. De Avonturier. Querido. Amsterdam.
Net Houwink ‘probeert’. In ‘Geheime Kracht’ probeerde zij occulte problemen; thans in De Avonturier probeert zij een tant soit peu historisch verhaal, spelende in het begin der 19e eeuw op een plantage in West-Indië, vol ‘romantische gebeurlijkheden’. Het is natuurlijk verdienstelijk om niet in sleur te vervallen, maar mij dunkt, Net Houwink's talent ligt meer in de richting van To Wassenaar of Fientje of De verzwegen zonde. Net Houwink heeft wel zooveel gezond verstand en intuitie om de dingen, die zij niet weten kan, zich goed voor te stellen, eer zij begint te schrijven, maar misschien kan De Avonturier ons niet zoo heel veel schelen, omdat dit boek meer met het hoofd dan met het hart geschreven lijkt.
| |
Elisabeth Augustin. Moord en Doodslag in Wolhynië. Nijgh en van Ditmar, R'dam.
Het werk van Elisabeth Augustin doet soms aan als een visioen, waartoe de illustraties van Josef Cantré niet weinig bijdragen. Zij bezit een geheel eigen stijl, die soms rauw en gewelddadig aandoet, maar die aldoor den indruk maakt van een innerlijk moeten, een gedreven worden, een bezeten zijn. Leest men dezen roman, dan denkt men: dit is geschreven door iemand, die het weet, en zóó moet het zijn geweest. Geen opwekkende lectuur, maar wel boeiende. Een Hollandsche roman van een buitenlandsche, die de aandacht verdient.
| |
John Masefield. Klipperschepen jagen naar Londen. Hjalmar Bergman. Opschudding. Boucher, 's-Gravenhage.
De firma Boucher gaat voort in haar Karavaan-serie keurig uitgegeven boekjes het licht te doen zien. Goed gekozen, goed vertaald, goed gedrukt, en in het geval van Klipperschepen ook
| |
| |
goed geïllustreerd (door Léon Holman). De humor van den Zweed Bergman is onweerstaanbaar in zijn verrassende originaliteit en John Masefield, nadat zijn Everlasting Mercy in Holland zeer insloeg, is een aantrekkelijke naam gebleven. Terecht werd hij tot poet laureate benoemd (een vooruitgang bij Robert Bridges) en de Klipperschepen is een ‘volmaakte avonturenroman van zee, zon en zeilen.’
| |
M.H. Székely-Lulofs. De hongertocht. Elsevier, Amsterdam.
Ons recensie-exemplaar is.... een tweede druk. De eerste druk is reeds vóór de verschijning geheel uitverkocht geweest. Of mevrouw Székely ook populair is! Zij schijnt tonen aan te slaan op haar instrument, die het publiek gaarne hoort. Zij bezit een durf, een grappig je m'enfichisme, een overtuigde zelfverzekerdheid, die onmogelijk kunnen nalaten indruk te maken; voeg daarbij een flinke dosis gezond talent, een knap uitbeeldingsvermogen, de capaciteit om architectonisch een roman op te bouwen en ge hebt de elementen bijeen, die een auteur tot ‘de man van den dag’ maken, - de man van den dag, die vaak de man van één dag is, doch mevr. Székely zal dit lot wel ontkomen, omdat haar boeken nog iets meer dan romannetjes zijn, namelijk voor ons in heden en verleden het land oproepen ‘so near and yet so far’, - Insulinde, dat onze volle belangstelling heeft en uiteraard houdt.
De schriftelijke campagne, die er is gevoerd vóór de Hongertocht-campagne verscheen, heeft natuurlijk het gevolg gehad, dat de nieuwsgierigheid geprikkeld werd, maar wij buitenstaanders kunnen natuurlijk geen partij kiezen en mogen alleen erover oordeelen of de schrijfster de taak, die zijzelve, de ‘commandant’ en de omstandigheden haar oplegden, naar behooren heeft vervuld.
En dat heeft zij. De Hongertocht is de zeer goede titel voor een tragischen strijd, gestreden tegen honger en duizenden andere gevaren in de overweldigende eenzaamheid van het oerwoud. Met mannelijke kracht, zonder sentimentaliteit, of opzettelijke overdrijving, geeft mevr. Székely ons een beeld uit een Inferno, dat ons onvergetelijk bijblijven zal. Haar beschrijvingen zijn over het algemeen verbazend knap en de karakters en gedragingen der personen zijn natuurlijk en aanvaardbaar.
| |
| |
| |
Max Kijzer. Naar het licht. A.W. Bruna en Zoon's Uitg.-Mtsch., Utrecht.
Max Kijzer, de door en door studieuse werker, de philosophisch aangelegde denker, de weloverwogen criticus, de dichter van zóó levende verzen, dat ze soms opklinken als hartstochtelijke kreten uit een gefolterd gemoed, dat gekweld wordt door een trop plein d'amour.... Max Kijzer verrast ons thans ook met een roman, die, hoewel een debuut, reeds een geslaagd werk moet heeten door zijn passie en kracht, zijn levensinzicht, bezonken wijsheid en kostelijke waarneming van het hem omringende. Er zijn in dit boek genrebeeldjes, die niet voor het werk van den in zijn vak doorkneden, zoo gevoelig-schilderenden Heyermans behoeven onder te doen. (Lees en herlees de beschrijving der bijeenkomst ten huize van den gepromoveerden François Lopez de Vega.) Max Kijzer bezit de gave, met een paar fijne, als toevallig neergezette lijnen, zijn personen zoodanig te typeeren, dat men ze onmiddellijk voor zich ziet. Hij laat zijn creaties, die als levende menschen aandoen, met elkaar verkeeren, geestelijk op elkaar inwerken en elkanders levensgangen beïnvloeden. En het is alles als in het werkelijke leven-zelf, zonder expresheid, zonder willekeur, zonder romantische verwikkelingen of sensationeele gebeuringen; het is, zooals het moet zijn: logisch, natuurlijk, compleet. De ‘hunkering naar God, menschen en liefde’, die men ook zoo sterk in zijn Kwatrijnen gewaar wordt, spreekt ook met een duidelijk waarneembare stem uit dit boek. Zijn persoonlijkheden zoeken, tasten, trachten in den eeuwigen chaos van het leven naar eenig houvast, naar eenige zekerheid, naar iets, waarop men absoluut vertrouwen kan. Maar och, hoe vaak worden ze niet heen en weer geslingerd in ongewisheid en twijfel, en wie goed luisteren kan, hoort in dit boek den soms tragischen toon van een pathetische ontroering, die met onze eigen emoties medeklinkt in een vanzelfsprekende harmonie.
Hoe knap Max Kijzer karakteriseert, blijkt uit de wijze, waarop hij Bolland in levenden lijve laat optreden. Daar ik het voorrecht heb gehad twee jaar lang de colleges van dezen Groote te kunnen bijwonen, kan ik dus over de beschrijving van zijn optreden voldoende oordeelen. En ook, daar de professor elken college-avond, uit Leiden, met mij en een gezelschapje medereisde en hij mij
| |
| |
verzocht had in de pauze voor hem en de andere aanwezigen thee te schenken, kan ik nagaan, dat Bolland's menschelijkheid zeer goed tot zijn recht is gekomen.
Alles bij elkaar is Naar het licht een zeer gelukkig debuut. En de bizonder smaakvolle manier van uitgave, wat omslag, kleuren van band en snede, druk en formaat betreft, mag extra worden geroemd.
| |
Ellen Glasgow. De ijzeren wil. Trygve Gulbranssen. Winden waaien om de rotsen. Z.H. Uitg.-Maatschappij, 's-Gravenhage.
Terwijl allerlei uitgevers zich beijveren om series kleine, goedkoope boeken in het licht te geven, waagt de Directie van de Zuid-Hollandsche Uitgeversmaatschappij het om ons telkens weer te verrassen met omvangrijke werken, die als monumenten zijn van uiterlijke en innerlijke schoonheid, en zij heeft met deze onderneming het verdiende (een zeer groot) succes. Wanneer het maar goede, waardevolle kunst is, die geboden wordt, wil het publiek wel uitgebreide werken koopen, en dat zij ook gelezen en genoten worden, dit bewijzen de vele herdrukken. Van oudsher heeft Nederland sympathie gehad voor wat uit Skandinavië kwam, misschien omdat de Hollanders en de Noordelijke volkeren, wegens hun klimaat en landsaard, zoo goed in tune met elkander zijn. Het machtig mannelijke, het diep-eenvoudige, het zonder pathos gevoelige, dat Gulbranssen eigen is, spreekt onmiddellijk tot ons gemoed. Het tweede deel van de geweldige trilogie is thans verschenen onder den titel: Winden waaien om de rotsen (elk deel is op zichzelf een geheel) en de sfeer, de ons zoo sympathieke sfeer om de familie Bjorndal heen is er weer geheel in voelbaar en houdt ons met haar warmte omvangen. Meer! meer! willen wij roepen, als wij het boek ten einde hebben gelezen, dat, verzorgd door den fijnen, sterken Anton Pieck, in hoogst aantrekkelijke uitgave voor ons ligt. (De uitgever had de aangename hoffelijkheid, gebonden recensie-exemplaren te zenden.) En: Méér! zeggen wij óók, na het boek van Ellen Glasgow, een Amerikaansche schrijfster, die bij ons wordt geïntroduceerd in de voortreffelijke vertaling van mevr. Gorter-Keyser: een boek van levensmoed en kracht, dat vooral in den tegenwoordigen tijd een onwaardeerbare stimulans kan zijn en een hart onder den riem
| |
| |
voor kleinmoedigen en vertwijfelden. The right book on the right place, een boek om te bezitten.
| |
Jeugd-lectuur.
Wanneer de groote vacantie nadert, is de firma Kluitman present met haar goede gaven voor de leesgrage jeugd. En inderdaad zijn deze gaven goed, zoowel van binnen als van buiten, en dus altijd een welkom cadeau! Nemen we in de eerste plaats het nieuwe jongensboek van A.D. Hildebrand: 20.000 jongens op stap. De intrige is een geniale trouvaille en de uitwerking van het gegegven equivaleert daar volkomen mee. Het boek is op en top modern, houdt met alle vereischten rekening en is zoo ontzaglijk boeiend geschreven, dat elke recensent zijn ‘taak’ vergeet en meeleeft met het gebeuren, als ware hij een der deelnemende jongens-zelf! Men hoeft niet te vragen, hoe dit geestige, spannende boek door jonge lezers zal worden verslonden!.... Bravo, Hildebrand!
Maar natuurlijk worden ook de meisjes niet vergeten. Twee ‘romans’ zagen het licht: Margot Warnsinck: Tanden op elkaar, een crisisboek, dat de algemeene belangstelling trekken zal, omdat het, bij alle moeilijkheden zooveel hoop en moed en verwachting predikt. En Margot Warnsinck heeft het aangename flair nu eens niet, de paartjes op de eerste bladzij gereed te maken, maar de verlovingen zooveel mogelijk onverwacht te laten plaatsgrijpen. Leest dit boek, hedendaagsche jonge meisjes, het zal u in veel opzichten goed doen! Vera Robinson's Het meisje, dat op de maan wachtte, deed mij wat titel en schrijfstersnaam betreft, aan een vertaald boek denken. Maar neen, hoor! dit romannetje is absoluut Hollandsch en vertelt ons allergezelligst van het verblijf in een woonwagen en het leven op de Loosdrechtsche plassen, - genoegelijke lectuur, zeer amusant en toch met een ondertoon van ernst. Was dit uw debuut, Vera Robinson? Dan zeer welkom in den kring van jeugd-auteurs! Hans Borrebach vat, bij zijn illustraties, direct de situatie en is altijd the right man on the right place. Anni v.d. Ruit beijvert zich zeer ‘actie’ in haar teekeningen te brengen, wat wel eens schade doet aan de natuurlijkheid. Maar zij doet haar best, en meer kan een mensch niet doen.
Jeanne Kloos-Reyneke van Stuwe.
| |
| |
| |
Mr. A.W. Kamp. Bizarre knipsels. - Den Haag z.j. Bureau tot Exploitatie van Kunstprogramma's.
Frisch, afwisselend en vlot. Dat kan je werkelijk niet van iederen Hollandschen voordrager zeggen. Er zijn natuurlijk van die buitengewone verfijnelingen onder het lezend publiek, die alleen de aristocratische ironie genieten kunnen, zooals een Anatole France ons die schonk of die slechts ontvankelijk zijn voor den spot van de gepatenteerde wereldhumoristen Bernard Shaw en Aldous Huxley. Voor deze fijnproevers zijn de inderdaad ‘bizarre knipsels’ van Mr. Kamp niet geschikt. Want veel van wat de voordrager ons zoo keuvelend mededeelt, blijft nog al eens onder het niveau van oorspronkelijken humor. Bij deze flauwe bladzijden moet dan de voordracht alles goed maken. En toch zou ik deze vlotte vertelsels van Jan de Marre niet gaarne zonder meer voorbij gaan. De auteur ervan beschikt over kwaliteiten die de doorsnee-Hollander maar al te vaak mist. Hij vertelt gevarieerd, onderhoudend en vol fleur en leven. Een voortreffelijk journalist. Wanneer ik redacteur van een courant was, zou ik dezen auteur onmiddellijk voor mijn amusementsrubriek engageeren.
Waar het geslaagd mag heeten, is zijn kostelijk vertelsel luchtig en het zit vol aardige dingen en kwinkslagen die het doen. Hij is ad rem en goddank nooit anders zwaar op de hand dan om te parodieeren. Ik heb Jan de Marre op zijn tochten door onze zielige provinciestadjes met animo gevolgd en zijn gracieuze avonturen met Gladys hebben mij geen moment verveeld. Zijn kostelijke persiflage van de voorstellingloozen, een moderne kunstgroep, behoort inderdaad tot de charmantste literaire amusementskunst die we bezitten. En zoo is er nog heel wat meer dat ons een paar aangename uurtjes weet te bezorgen. Dit boek verdient een beter kleed dan waarin men het thans gestoken heeft. De slordige druk geeft deze aantrekkelijke parodieën en persiflages bij lange na niet wat zij in waarheid verdienen. De volgende dagboekbladen van Jan de Marre hopen wij beter verzorgd te mogen aantreffen. Zij zijn het, trots hun gebreken, ten volle waard.
Max Kijzer.
|
|