| |
| |
| |
Romantische verschijnselen in onzen tijd door Dr. H. Gerversman.
Bij de classificatie der karakters onderscheidde Prof. Heymans in hoofdzaak de volgende drie groepen:
a. | niet-actief emotioneelen, |
b. | actief emotioneelen en |
c. | actief niet-emotioneelen. |
Bij elk daarvan is dan eventueel nog sprake van de z.g. primaire en secundaire functie, waaronder verstaan wordt de kortere of langere nawerking van ontvangen aandoeningen in het bewustzijn.
Interessant is nu, dat deze karakter-klassen - of wil men ze noemen: temperamenten - niet alleen individueel voorkomen, maar ook van toepassing zijn op volkeren en tijden en dat ze in opeenvolgende tijdsperioden afwisselen, in elkaar overgaan in eeuwigen cirkelgang. Zoo zou men dan zelfs voor het tijdsgebeuren kunnen construeeren wat ik wil noemen den ‘Cirkel der Temperamenten’:
| |
| |
Na den oorlog heeft men herhaaldelijk kunnen hooren en lezen over de vermoeidheid, waarin de wereld was vervallen. Zoo constateerde - om maar een pregnant voorbeeld te noemen - Dr. Drummond op zijn rondreis door verschillende landen in 1925 ook deze ‘geestelijke vermoeidheid’. Psychologisch uitgedrukt beteekent deze vermoeidheid het afnemen van het actieve, waardoor juist het emotioneele, het gevoelselement meer op den voorgrond wist te dringen, wat dus niets anders wil zeggen, dan dat de tijd een niet-actief, emotioneel karakterbeeld vertoonde.
Wat zijn nu bij het individu de verdere kenmerken van dit niet-actieve emotioneele karakter? Als bizonder typeerend mogen de volgende vermeld worden: sterke en levendige fantasie, het als werkelijkheid aannemen van feiten, die inderdaad niet of nog niet gebeurd zijn, een beheerscht-worden door sterke aandoeningen, een voorliefde voor symbolismen, een neiging tot bespiegeling en godsdienstige overpeinzingen, in het uiterste geval: de extase. Over 't algemeen kan men dus zeggen, dat deze karakters geboeid worden door alles, wat in de eerste plaats tot het gevoel spreekt, wat hun fantasie opwekt. Niet dus de wereld van het alledaagsche, niet het nuchtere, niet het koel-zakelijke, maar de wereld van den droom, van het wonder, van het occulte trekt hen aan. Daarin verdiepen ze zich, daardoor laten ze zich beheerschen en komen dan vaak tot nieuwe, hoogere waarheden, - waarheden, die staan naast en boven het leven van het dagelijksche bewustzijn.
Het is mij nu gebleken, dat vooral bij uitstek romantische naturen deze karaktereigenschappen vertoonen, zoodat ik het emotioneel niet-actieve type het romantische karakter zou willen noemen.
In den emotioneelen, niet-actieven tijd zullen nu de genoemde eigenschappen als ‘romantische’ verschijnselen herhaaldelijk, ja, men mag wel zeggen: massaal voorkomen. Dr. Drummond constateerde al in der tijd toeneming van het occultisme en bekeeringen tot het Katholicisme, wat volkomen past bij de typeering van Heymans. En dat het hier niet gaat om enkele sporadische feiten, mogen de volgende voorbeelden aantoonen, die inderdaad nog verveelvoudigd zouden kunnen worden.
Een paar jaar na den oorlog werd door een onzer dagbladen geconstateerd, wat een enorm aantal waarzegsters, planeetkundigen
| |
| |
en helderzienden als paddestoelen uit den grond waren verrezen. Zij gaven raad in alle zaken, zooals de geijkte term luidt; zij voorspelden de toekomst uit den kristallen bal, uit de hand, uit de kaarten, en talloozen - vooral dames - trokken er heen, trokken naar de armzalige buurtjes der duisternis, om licht in hun leven, licht in de toekomst te krijgen!....
Dat was de zelfkant van 't occultisme, van de romantiek. Maar ook de ernst ontbrak niet, de ernst van 't experimenteele spiritisme. In 1925 hield de beroemde schrijver der Sherlock Holmes-verhalen, Sir Arthur Conan Doyle, voordrachten met lichtbeelden van geesten-foto's. Hij sprak o.a. in de Salle Wagram te Parijs, waar de toeloop van 't publiek zóó groot was, dat ten slotte de deuren moesten gesloten worden. Men schatte het aantal aanwezigen in de zaal op vijfduizend! Er werd o.a. een foto-lichtbeeld vertoond van een plechtigheid voor de cenotaaf van den Onbekenden Soldaat op wapenstilstandsdag, waarop men gematerialiseerde geesten van gesneuvelden zich in groepjes boven het Londensche publiek zag bewegen.
Men ziet: photografie, lichtbeelden of welke andere middelen der techniek ook, sluiten de romantiek niet uit. Romantiek en techniek zijn niet twee tegenovergestelde dingen. De romantiek maakt, zooals alle andere stroomingen, gebruik van de aanwezige middelen der techniek, om zich zoo volkomen mogelijk te demonstreeren. Heeft het geloof, heeft het religieuze ‘wonder’ niet eveneens van de moderne techniek gebruik gemaakt, toen b.v. in 1924 de Credo-film in het Luxor-theater te Rotterdam werd gedraaid? Maar ondertusschen zijn dat allemaal bewijzen voor de gemoedsgesteldheid der menschen: men vertoont dergelijke films of lichtbeelden van geesten en wonderen niet, wanneer de tijd er niet om vraagt!
Het is, alsof in die jaren de afstand tusschen hier en ginds, tusschen leven en dood over 't algemeen als maar heel gering gevoeld werd. Uit tal van mededeelingen blijkt, dat een verhoogd contact met de ‘nachtzijde’ van het leven was ontstaan. Telkens hoorde men van wonderen, van genezingen, van verschijningen van geesten en heiligen, die aan middeleeuwsche verhalen herinnerden.
Zoo konden we b.v. in de Londensche ‘Star’ lezen, dat bij het
| |
| |
herstel van de pastorie te South Mimms, die dagteekent uit de 14de eeuw, menschelijke overblijfselen waren gevonden vlak onder den vloer van een slaapkamer, waar het vele jaren lang gespookt had. Ds. Allen Hay, de predikant van 't plaatsje, vertelde, dat hij al dadelijk, nadat hij dertig jaar geleden zijn intrek in de pastorie had genomen, gemerkt had, dat er af en toe om drie uur 's nachts een geest in zijn slaapkamer op bezoek kwam. Nog drie andere menschen beweerden, onafhankelijk van elkaar, dezelfde verschijning te hebben gezien. En dat is geen spookverhaal uit ‘den goeden ouden tijd’, geen griezel-sprookje, voortgekomen uit middeleeuwsche bijgeloovigheid, maar een gebeurtenis uit den killen tijd der techniek.... maar in dezen ‘killen’ tijd is er meer romantiek, dan men wel vermoedt!....
Een ander maal hooren we van een meisje, dat haar dood droomde. Het gebeurde te Leicester. Een zeventienjarig fabrieksmeisje had bij 't ontbijt met haar ouders en naderhand met haar vriendinnen erover gesproken, dat zij had gedroomd, dat de fabriek was afgebrand en zij zelf gestikt was. Inderdaad brak nog dienzelfden ochtend brand op de fabriek uit en 't meisje kwam in de vlammen om.
Een ander geval werd in het Nationale Laboratorium voor Psychisch Onderzoek te Londen onder ideale wetenschappelijke omstandigheden onderzocht. Daar had men een meisje opgenomen, dat geplaagd werd door z.g. ‘kwelgeesten’, die haar mishandelden en voorwerpen in haar omgeving verplaatsten.
Men veronderstelde, dat het meisje in haar jeugd bang was gemaakt door verhalen van boerenmenschen over duivels en booze geesten. Zoo wordt, als in middeleeuwschen tijd, de romantische nacht, het angstig-occulte overgebracht in het ziele-leven van een kind. Daar ontstaan dan de angst-complexen, die het leven beheerschen en uit zijn baan slingeren. De angst, evenals het religieuze gevoel, werkt hevig auto-suggestief en wat elders de extase teweegbracht, dat werd hier veroorzaakt door de auto-suggestieve angst voor demonische mishandelingen, n.l. dat het meisje op verschillende plaatsen van haar lichaam ‘stigmata’ vertoonde, wondteekenen, ontstaan door die ingebeelde mishandeling. Hebben we hier niet een typisch geval van het ‘accepter des faits non accomplis’?
| |
| |
Ondertusschen bleef toch onverklaard het feit van de beweging der kleine voorwerpen, die zich in haar nabijheid zonder lichamelijke aanraking verplaatsten, terwijl werd vastgesteld, dat er van magnetisme geen sprake kon zijn.
Het uiterste geval van niet-actieve emotionaliteit met primaire functie is de hysterie. Ook als massaverschijnsel is in de laatste jaren de hysterie nogal eens voorgekomen. Ik denk hierbij vooral aan de z.g. religieuze verschijningen en wonderen, die de menschen in nerveuze opwinding brachten. Zoo kwam 'n paar jaar geleden in Spanje de geloovige bevolking in opschudding door geruchten, dat de Heilige Maagd zou zijn verschenen. De verschijning zou het eerst gezien zijn door vier kleine meisjes, die het aan den dorpspriester vertelden. Later bevestigde een landarbeider hun verhaal en zijn beschrijving van de verschijning stemde volkomen overeen met de hunne. En het dorpje Guadamur in de buurt van Toledo was opeens beroemd geworden. Duizenden trokken erheen, om eveneens getuigen van het mirakel te zijn. Het waren formeele bedevaarten. Men wierp zich op den grond, er werd gezongen en gebeden en in de algemeene opwinding beweerden velen inderdaad, dat zij de verschijning gezien hadden....
De kindertjes, die de Maagd het eerst zagen, gaan met den priester naar de bedevaartplaats, beschrijven hoe de Maagd er uit ziet, bevestigen bevend, dat de verschijning zal terugkeeren. De dokter houdt alles voor auto-suggestie, maar plotseling, op een avond, ziet hij zelf óók een vage gestalte, die uit een vlam van bloemen te voorschijn komt en in de lucht verdwijnt....
Alles herinnert aan de verschijningen der Middeleeuwen.... Een roes is over het volk gekomen.... men zóekt het wonder, men wíl het wonder.... het geloovige volk is in beroering.... En waardoor? De republikeinsche regeering heeft de kerk aangetast, het geloof vernederd, de priesters vervolgd.... Wie zal het zeggen, of vandaag of morgen niet ook in Duitschland het ‘wonder’ verschijnt, losbreekt uit de opgekropte spanning der geloovigen?....
Ook van elders in Spanje kwamen berichten van verschijningen ....en de eene overtrof de andere.... Vijftigduizend menschen groepten samen, om het wonder te zien.... totdat de vicaris-generaal van het diocees verklaarde, dat na een ingesteld onder- | |
| |
zoek was gebleken, dat er van bovennatuurlijke interventie geen sprake was. De extasen waren gewone gevallen van hysterie.
Maar wat doet het er toe: een feit blijft de groote romantische massa-hysterie, die, als in alle dergelijke perioden van spanning en opwinding, tot wonderzucht uitbarst....
Zeg niet: dat alles gebeurde in de binnenlanden van het Iberische schiereiland, waar het volk nog achterlijk is in beschaving en verstandelijke ontwikkeling. We hebben dichtbij, even over de grenzen, hetzelfde kunnen beleven! In België volgden de verschijningen elkaar op als in concurrentie! Het begon in Juni 1933 te Beauraing, toen volgde Bannaux, daarop Chaineux, eindelijk Onkerzeel.... en hoteliers en chauffeurs maakten goede zaken! In Banneux werd van het geld, door bedevaartgangers bijeengebracht, een kapel gebouwd, waarin de secretaris van den aartsbisschop van Mechelen de eerste mis las.... Langzamerhand echter hechtte men, ook van kerkelijke zijde, aan al die verschijningen geen geloof meer, maar niettegenstaande dat kwamen er toch nog op sommige avonden vijfduizend personen bij elkaar, om op het ‘wonder’ te wachten!....
Bij het wonder behoort de genezing. Dat is als het ware de persoonlijkste ervaring van het wonder. Het gebeurt zoo vaak, dat het wonder ons nauwelijks meer verwondert! Laten we nu maar niet praten over de auto-suggestieve kracht van het geloof: het ‘wonder’ is immers zooveel romantischer! En men maakt er feestelijkheden van, jubelende plechtigheden met processies en zang, muziek en wierook.... En het geloof voelt zich veilig, diep en sterk....
Maar het kán ook eenvoudiger; de kracht van den geest behoeft geen grootsche, pronkende enscèneering: in het kerkje van Frizinghall te Bradford verrichtte een genezer zijn wonderen onder medewerking der Anglicaansche kerk. Men zag er dezelfde tooneelen als te Lourdes. Blinden, kreupelen, verlamden, honderden en nogmaals honderden kwamen er dagelijks en James Hickson legde hun de hand op 't hoofd en genas, biddend, door de kracht van den geest....
Hoe is dat alles op zoo groote schaal mogelijk, wanneer de menigte niet geloovig ópen staat voor 't ‘wonder’? En wat beteekent dit open-staan voor 't wonder? Dat is het ontwaakte,
| |
| |
diepere gevoels- en ziele-leven. De harde, verstandelijke activiteit der wereld-gebeurtenissen had zich zelf vermoord. Overgebleven was de ziel met haar eigen wonderlijk-diepe gevoels-wereld, met haar eigen verlangens en wetten en mogelijkheden, die vèr uitgaan boven de enge grenzen van verstandelijk weten en verstandelijke activiteit.
De genezing door den geest: Stefan Zweig heeft er een heel werk aan gewijd, een werk, dat karakteristiek is voor dezen tijd, want alleen in dezen tijd was het mogelijk, in dezen tijd, die zich zoo diep interesseert voor den ‘Geest’.
‘Iedere verdrukking, iedere benardheid der natuur herinnert ons aan een hooger vaderland’: dit motto van den fijn-romantischen dichter Novalis plaatste Zweig boven zijn werk, waarin hij ons de zoekers naar den geest voorstelt: Mesmer, Mary Baker-Eddy en Freud, bij wien de leer van den Geest wetenschap werd, philosophie en wereldbeschouwing....
Laten we toch ook niet denken, dat wij in ons land, in ons kalm en nuchter Nederland, zooals men zegt, de romantische verschijnselen of de behoefte aan romantiek niet kennen. De onrust van den tijd heeft ook ons aangegrepen. Ook hier zoekt men het ‘wonder’, en duizenden zijn in-der-tijd over de grens gegaan, om het in 't Vlaamsche of Waalsche land te vinden!.... En toen Marion en Hannussen optraden, stonden de couranten vol van hun prestaties. ‘Wij hebben reeds vele telepathen en helderzienden in ons midden gehad’, verklaarde de Haagsche Courant, ‘maar nimmer is er een geweest als Marion.’ Stresemann, Ford, Rothschild, Stinnes e.a. moeten zijn raad hebben ingewonnen!..
Maar het wonder, het gróóte wonder van den tijd, te vergelijken met Franciscus van Assissi, ook dát wonder zou als opperst romantisch verschijnsel uit de ellende en het verlangen van den tijd op-bloeien en wel in het geteisterde, verlaten en verloren Duitschland ergens in een klein, nooit-genoemd en nooit-geweten plaatsje in Beieren, in Konnersreuth, en de couranten vertelden haast dagelijks van Thérèse Neumann, het Raadsel van den tijd... de gestygmatiseerde, die het lijden van Christus zag en beleefde.
Het wonder was er, de heilige leefde in den tijd van spanning, van onrust, van vernedering, van economische ellende. God sprak
| |
| |
weer tot de eenvoudigen van harte.... En de wankelenden en de verlorenen en de ontgoochelden en de zoekenden en de wonderzuchtigen en de twijfelaars en de op-sensatie-belusten en de naïef-geloovigen, dat alles stroomde naar t kleine Konnersreuth, om de heilige te zien, om het kloppen van hun hart te hooren, om te bidden, te weenen, of ook om in stomme verbazing het hoofd te schudden.... Men schatte het aantal auto's, dat in het eerste jaar van Thérèses' toestand naar Konnersreuth was gekomen, op zestigduizend! Ik zei het al: de sensatie-zucht is daarbij niet uitgesloten. En dat is altijd het pijnlijke van zoo'n geval. Een fijne gevoeligheid moet daardoor wel ergerlijk getroffen worden. Maar ten slotte: ook de verhevigde sensatie-zucht is een romantisch verschijnsel van den tijd!
Ziedaar dus enkele feiten dezer jaren. Zoo stuwt de romantische golflijn telkens weer omhoog in de Middeleeuwen, om te verdwijnen onder het bewuste in den tijd der Aufklärung, daarna weer ópgolvend in den tijd der Fransche overheersching, verdwijnend weer in de daarop volgende periode van het materialisme, om in den laatsten tijd, na den wereldoorlog - het resultaat van het materialisme - weer opnieuw op te duiken.
L'histoire se répète. Zelfs de barre uitbarstingen van Middeleeuwsche spanning ontbreken ook thans niet: naast en na het wonder de Jodenvervolging!.... Is het nationaal-socialisme, psychologisch opgevat, niet zelf een product van romantische wereldbeschouwing zoowel in zijn uitspatingen als in zijn ‘idealisme’? De geheimzinnige veemmoorden, die Duitschland eenige jaren geleden herhaaldelijk in beroering brachten, de swastika, het oud-Indische symbool der vruchtbaarheid, het devies van ‘Blut und Boden’, het nieuwe heidendom, ten slotte de gruwelverhalen omtrent het Jodendom en de epidemisch geworden leugen, dat alles zijn verschijnselen, geboren uit een felle, nerveuze, hysterische spanning, die massaal is uitgebarsten. Maar ís het een keer zoo ver, is de explosie voorbij, dan komt de koele, ijzeren realiteit weer en 't is uit met de romantiek....
Den 10den April van 't jaar 1933 werd bij den wegberm van de Brandenburger Chaussee het lijk gevonden van een onaanzienlijk zwart mannetje. Hij heette Hermann Steinschneider; hij was van Joodsche afkomst en kwam oorspronkelijk uit Moravië.
| |
| |
Weet een uwer, wie Hermann Steinschneider was? Hermann Steinschneider was eens ‘de koning der helderzienden’, genaamd Jan Erik Hanussen.... De S.A. had hem uit het Scala-theater te Berlijn ‘afgehaald’. Een paar uur later lag hij in een kliniek. Nog later bevond hij zich in verzekerde bewaring. En weer even later vond men hem langs den weg.... De groote helderziende der Romantiek was vermoord....
En dan nog een bericht, dat ruim een jaar later in Weenen werd tegengesproken: Therese Neumann, de heilige van Konnersreuth, zou in Februari 1935 door de nationaal-socialisten in een concentratiekamp zijn opgesloten, maar na eenige dagen weer in vrijheid gesteld zijn. Zij zou een visioen gehad hebben en verklaard, dat het huidige régime acht jaar zou duren en dat de Katholieken zich moesten voorbereiden op een grooten cultuurstrijd. Opmerkelijk is ondertusschen, dat deze cultuurstrijd inmiddels werkelijk is ontbrand.
Het derde Rijk kan echter blijkbaar geen helderzienden gebruiken.
|
|