Arme zoon, die zóó iets zijne moeder ziet doen.... En de heeren van het Hof?.... De grooten van het Rijk?.... Voor het meerendeel, helaas! buigen zij voor den ‘Troon’; al zit er ook niemand op. ‘Bruikbare menschen’, buigzaam voor alles, wat naar boven weet te kruipen; minzaam lachend, zelfs in hun slaap, met vertooning van de kleur hunner tanden.
Dat Prins Hamlet, de hooge, teergevoelige prins, een walg heeft van dit alles, - wie zal het laken?....
Doch op hem rust de plicht, dit ‘bederf’ te keeren, het zwaard te grijpen, in figuurlijken zin, en deze lucht te zuiveren van het vuil, dat er in zwevende is.... Immers, de geest van zijn overleden vader is hem verschenen (buiten op het terras van het kasteel) en heeft hem in sombere en holle tonen den sluipmoord geopenbaard; den moord van den wettigen koning om den sluwen broeder, - in ‘gemeenheid’ en in ‘wereldsche gladheid’ ervaren -, de gelegenheid tot verheffing te geven.
Er zijn over Shakespeare's Hamlet reeds boeken volgeschreven, maar toch kan het, geloof k, geen kwaad, vooral in onze dagen, nog eens te wijzen op dit, misschien wel het merkwaardigste stuk van den grooten ‘maestro’....
Ik voor mij geloof, dat hij, behalve voor het dramatische effect, vooral hierom den toeschouwer en hoorder van zijn tooneelspel deze bekende, zoo aangrijpende ‘spookhistorie’ te zien en te hooren geeft, om er den nadruk op te leggen, dat het Prins Hamlet zeer goed was ingegeven, wat er gebeurd was en wat hij te doen had in zijn omgeving en in zijn wereld.... Doch, helaas, Prins Hamlet, de groote, diepzinnige denker, kon het niet verder brengen dan ‘philosopheeren’ en, ja, ‘jammeren’ (al deed hij het in schoone woorden en in geestige taal) over de treurige wereld om hem heen, maar.... deed niets!
Was Prins Hamlet getrouwd geweest en b.v. iemand van onzen stand, dan zou hij misschien de wereld in haar geheel, ‘en bloc’, in geestige volzinnen hebben beweend, terwijl tegelijkertijd zijn vrouw en kinderen armoê leden, doordat hij er niet toe kon komen, de handen uit de mouw te steken om brood te verdienen. - Hij ‘prakkiseert’ te veel. En heeft geen krachtigen wil! Dat is het, waardoor hij ten onder gaat, en dit is het, wat zijn leven maakt tot een ‘tragedie’....