Nieu Aemstelredams Liedboek(1591)–Anoniem Nieu Aemstelredams Liedboek– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Op de wijse: Alst begint. U Liefde quelt my tot der doot O edel schoon Goddinne, Verlicht v dienaers lijden groot Eer dat ick heel ontsinne, En vergae door v minne. Eer ick v oyt met ooghen aensach Maer dan v hoorde spreken, Des heeft Venus den selven dach My met v liefd' ontsteken, Ist met Liefken een groot teken. Hoe cont ghy lief die om v gaet, Zijn vleesch en bloedt verteeren, V troost onthouden vroech of laet En v ooch van hem keeren, Die v op eer gaet begheeren. V eerbaer wesen schijnt lief niet Te zijn soo straf van natueren, Maer goedertier dus my verdriet, Wilt blussen al mijn trueren, Of de doot sal ick besueren. Reyn suyvere Princesse goet Mocht ick soo gheluckich wesen, V te crijghen, soo sou mijn moet Van veel drucx zijn ghenesen, Ontfermt my Lief door desen. Vorige Volgende