Nieu Aemstelredams Liedboek(1591)–Anoniem Nieu Aemstelredams Liedboek– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Op de wijse: Nu heb ick wtvercoren. O Godt der liefden machtich V bid ick doch met vlijt Dat ghy ghedachtich zijt Hoe droevich en seer crachtich Dat ick ben tot dees tijt Om haer die my vermijdt. Wilt v stralen gloedich Nu senden in het hart, Dat my doorwont met smart Op dat mijn hart weemoedich Als nu verstoten vert, weder ghenesen wert. Mijn lijden swaer om dragen Wilt toch verlichten nu, Op dat ick eere v, [Folio 102] [fol. 102] En wilt de liefste plaghen Die ick bemin seer trou, En noch van my vliet schou. Wilt met den schicht der minnen Doorwonden ende slaen, V maken onderdaen Die haer hier onderwinnen V cracht tegens te staen, En v gants te versmaen. Maer die v hier ghestadich Dienen en eeren seer, Moet ghy vertroosten weer, Dies zijt my Godt ghenadich Want ick v dien en eer, met een vyerich begeer. Want wie men te regeeren Hier als een Coninck stelt, En maeckt Meester van't velt, Moet die hem rebelleren Als een vroomdadich helt, straffen door zijn ghewelt. Dies Prince goedertierich Straft doch de liefste mijn Die my nu doot met pijn, Ontsteeckt haer met liefd' vyerich, Soo sal haer droevich schijn V eer, en mijn troost zijn. Vorige Volgende