Nieu Aemstelredams Liedboek(1591)–Anoniem Nieu Aemstelredams Liedboek– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Op de wijse, Jeucht en deucht. ICk breng mijn naeste gebeur een dronc, Ick hoop sy sal dat wachten Ick gunt hem wt mijns hertsen gront, Met vrolijcke ghedachten, Wijn wijn, fijn edele wijn Sober wilt ghy ghedroncken zijn Anders soo zijt ghy fenijn Van wonderlijcke crachten. Als ick den edelen wijn aenschou, Vergeet ick mijn labueren En voeghet inde beste vou En laet Fiolen treuren Wijn wijn, fijn edelen wijn Sober wilt ghy ghedroncken zijn Anders soo zijt ghy fenijn Men moet v dick besueren. Den wijn die proefmen byden smaeck Als ons die oude leeren Hy verdrijft soo menich mensch den vaeck, Die by nacht bancketeren Wijn wijn, fijn edelen wijn Sober wilt ghy ghedroncken zijn Anders soo zijt ghy fenijn, En wilt den mensch regeeren. De wijn is wt, den Kroes is leech Een ander doe ick schencken My dunckt ick creech, so wel mijn deech, Ick can gheen droefheyt dencken Wijn wijn, fijn edelen wijn Sober wilt ghy ghedroncken zijn, Anders soo zijt ghy fenijn En doet den Hont wel hincken. Ontfangt van mijn den Beker net Mijn vrienden wtvercoren En drinckt het wt met eenen set, Als ick v dede te voren Wijn wijn, fijn edelen wijn Sober wilt ghy ghedroncken zijn Anders soo zijt ghy fenijn Ghy doet ons vreucht oorboren. Noe die heeft den wijn gheplant Al voor t'bevel des Heeren [Folio 34] [fol. 34] Godt den Heer sy lof en danck, Diet al hier doet vermeeren Wijn wijn, fijn edelen wijn, Des menschen hart verheucht ghy fijn Ghy zijt een goede Medecijn, Als ons die schrift doet leeren. FINIS. Vorige Volgende