| |
| |
| |
Ter leering ende vermaeck
Kroniek van het Nederlands als vreemde taal
Lidy Zijlmans (Radboud Universiteit Nijmegen)
Inleiding
In de IN van mei 2011 verscheen de kroniek van het NVT onder de titel ‘Deel 1, 2 en 3’ over leergangen die alle niveaus aanbieden, waarmee studenten en cursisten van niveau o tot en met B2 kunnen doorleren volgens één bepaald en vertrouwd stramien. Het jaar 2012 was het jaar van het afronden. CODE Plus, de opvolger van Code! is inmiddels compleet, evenals Contact!
Leergangen proberen de noodzakelijke thema's, woordenschat en grammaticale onderwerpen op originele wijze te laten oefenen door de studenten. CODE Plus biedt een keur aan oefenstof online, om aansluiting te vinden bij de student van de eenentwintigste eeuw. De student kan voor een deel zijn eigen leerproces in handen nemen, en naar believen tempo maken of eindeloos herhalen. Het unique selling point van Contact! is het consequent oefenen volgens het ABCD-model, en daarnaast het herhalen van vocabulaire, taalhandelingen en grammatica in taalspellen. Door de stof in spelvorm aan te reiken, hopen de auteurs dat studenten meer plezier krijgen in het gebruik van de taal. Nederlands leren hoeft immers niet alleen maar een serieuze zaak te zijn. Bovendien wordt het vertrouwde stramien van de leergang soms ook een keurslijf, en willen docent en student daar wel eens uitbreken.
Het boekje Actief met taal (2011) biedt daartoe een schat aan ideeën. Als ik jou (2009) en Echt waar?! (2012) focussen op het plezier bij het lezen van Nederlandstalige poëtische en humoristische teksten. De eerste twee titels zijn weliswaar niet heel recent verschenen, maar bij mijn weten nog niet eerder in de kronieken besproken.
Daarnaast verschijnen er de laatste tijd taalspellen voor NT2 als zelfstandig leermiddel, los van een leergang. Ik wil hier een voorbeeld noemen, het NT2 Taalspel werkwoorden en woordvolgorde. Met een korte verwijzing naar een artikel van De Jong (2012) wil ik bespreken in hoeverre taalspellen kunnen bijdragen aan het proces van taalverwerving.
| |
| |
| |
Actief met taal
Voor wie de leergang op een zeker moment even als een keurslijf voelt, is Actief met taal van De Coole en Valk (2011) een aanrader. Met een oefening over hetzelfde thema uit een andere leergang, loopt u al snel het risico dat die te veel nieuwe, onbekende elementen aandraagt die de aandacht van de studenten méér in beslag nemen dan de bekende die u wilt oefenen. De auteurs noemen zelf Actief met taal een soort ‘kookboek’ waarin heel veel recepten voor leuke oefenvormen staan. De ingrediënten kiest u zelf, waardoor u nauw kunt aansluiten bij behandelde leerstof, woordenschat of grammatica, die u nog eens op een andere, verfrissende manier onder de aandacht kunt brengen. Ook een tekst die gelezen of beluisterd moet worden, kan blijkens de vele suggesties in dit boek op een actieve manier benaderd worden. Van elke oefenvorm wordt de uitvoering overzichtelijk in stappen beschreven, aangevuld met variatietips. Dat lijkt misschien wat veel, want de oefening zelf is toch al bedoeld als variatie op het gewone stramien. De tips leiden echter regelmatig tot gebruik van dezelfde oefening voor een ander niveau, of bieden bijvoorbeeld mogelijkheden tot differentiatie. Vaak staat er in een kader een korte theoretische verantwoording. Ten slotte is elke oefenvorm voorzien van een niveau-indicatie binnen het CEFR, wordt aangegeven of de oefening voor bijvoorbeeld tweetallen of groepen geschikt is, en tot welke oefenfase van Neuner hij behoort. De zestig werkvormen zijn in hoofdstukken naar vaardigheid gerangschikt, eerst de receptieve, dan de productieve, en ten slotte nog een serie oefeningen rondom woordenschat. Sommige werkvormen zijn uit de oude doos gehaald en afgestoft, andere zijn nieuw. De werkvorm binnencirkel - buitencirkel is bijvoorbeeld geen onbekende voor wie Code! gebruikte, maar nog steeds een uitstekende manier om door voortdurende herhaling bepaalde routines en woorden in
te slijpen. Voor sommige oefeningen kunt u handige werkbladen downloaden van de website van Coutinho (www.coutinho.nl). U kunt er bijvoorbeeld voor het herhalen van woordenschat een bingospel of een dominospel mee maken. Of wat dacht u van een spelletje Party en Taal, waarbij studenten woorden moeten uitbeelden, tekenen of mimen. Wat dit boek zo aantrekkelijk maakt is het feit dat je als docent spellen en actieve oefeningen krijgt aangereikt die je vervolgens zelf zó kunt invullen dat ze aansluiten bij je eigen leergang.
| |
Als ik jou en Echt waar?!
Als ik jou, poëzie voor anderstaligen kunt u gebruiken als eerste kennismaking met Nederlandstalige poëzie. Let echter wel: het gaat er de auteurs (Decavele, Schoenaets & Van Loo 2009) om, de studenten (lees)plezier in het Nederlands bij te brengen, dus nadrukkelijk niet om versanalyse, de meer serieuze benadering van poëzie ten behoeve van literatuurstudie. In Als ik jou kunnen de studenten de gedichten lezen en krijgen zij speelse en creatieve opdrachten om het tekstbegrip te
| |
| |
vergroten. ‘De nadruk ligt op genieten van de schoonheid en het speelse element van taal. Er wordt aandacht besteed aan de inhoud, de taal en aan de cultuur die in het gedicht versleuteld zit.’ Daarvoor hebben de auteurs dertig gedichten gekozen van schrijvers uit Vlaanderen en Nederland voor zowel kinderen als volwassenen, van Annie M.G. Schmidt en Toon Tellegen tot Harry Mulisch en Paul van Ostaijen. Ook in dit boek staan, in een apart hoofdstuk dat ‘Handleiding voor docenten’ heet, veel suggesties voor speelse en actieve werkvormen, die overigens niet alleen op poëtische teksten van toepassing zijn. Alle vaardigheden komen ook hier aan bod. Rondom de gedichten zijn oefeningen voor zowel lees- als luistervaardigheid, om gevoel voor klank en ritme te ontwikkelen of als opstap voor interculturele communicatie. Bij het boekje krijgt u een DVD waarop te zien is hoe de toneelgroep Fast Forward de gedichten verbeeldt en verwoordt.
Ook bedoeld om op een plezierige manier het lezen van Nederlands te stimuleren is de uitgave Echt waar?! (2012). In dit boeltje verzamelden de auteurs Van Kelecom en Schoenaets de beste artikels uit vijf jaar Taalblad.be. Eerst iets over deze website (www.taalblad.be). Dit ‘online taalbad (en taalblad) Nederlands’ is het waard om in uw favorieten en die van uw studenten te worden opgenomen. Er staat een schat aan artikelen op uit Vlaamse en Nederlandse kranten en zogenaamde beeldverhalen: foto's met een verhaal, zoals een foto van twee verkeersbordjes op een Belgische kruising: in het Nederlands ‘wegomleiding’, wijzend naar rechts, in het Frans ‘deviation’, wijzend naar links en een artikeltje over de politieke spanningen tussen Vlamingen en Walen in België. Er kan geluisterd worden naar podcasts van ‘Radio Taalblad’ of externe links. Hierbij zijn ook artikeltjes en oefeningen opgenomen. Woorden in de artikels die geel gekleurd zijn worden, als je er met de muis op gaat staan, in het Frans vertaald en nader geduid met woordsoort en grammaticale informatie.
Ook voor extra grammatica kan men zijn voordeel doen met de website. Achter de knoppen ‘woordleer’ en ‘zinsbouw’ vinden uw studenten een tamelijk compleet naslagwerk met bij elk artikel simpele uitleg en enkele voorbeelden. Daarnaast kan men er vele oefeningen vinden, overigens met enkele beperkingen. Sommige oefeningen zijn duidelijk geënt op de problemen van Franstaligen met het Nederlands, bijvoorbeeld de oefening waarbij je in tien zinnen moet kiezen tussen ‘winnen’ of ‘verdienen’, beide ‘gagner’ in het Frans. Voor mensen met een andere moedertaal zouden dergelijke oefeningen weleens een probleem kunnen creëren dat er voorheen helemaal niet was. Verder het probleem dat computeroefeningen nu eenmaal in zich dragen, namelijk dat de foutmelding geen onderscheid maakt tussen een verkeerd gekozen woord, de verkeerde vorm (‘winnen’ waar ‘gewonnen’ moest staan) of spelfouten.
Op de website vond ik geen speelse oefeningen of puzzels, wel in het boekje Echt waar?! met de beste artikels uit vijf jaar Taalblad.be. Het bindend element tussen de gekozen artikels is humor zoals moge blijken uit titels als ‘Kampioenschap siësta: wie doet het langste middagdutje?’, ‘Mannen beslissen over bier, vrouwen
| |
| |
over water’ en ‘Britten kopen massaal boek met 200 lege pagina's’. De onderwerpen hebben, zoals ik met de gekozen voorbeeldtitels wil laten zien, niet per se een typisch Vlaams of Nederlands karakter, en kunnen daardoor de studenten buiten de muren soms wat meer aanspreken, lijkt me. Bovendien zijn per artikel een aantal woorden vertaald in de marge, in zowel het Frans als het Engels, hetgeen de bruikbaarheid vergroot. De vragen bij de artikels zijn niet gericht op het controleren van tekstbegrip, maar bedoeld om de lezer aan te zetten tot gesprekjes ‘thuis, in de klas, in de trein of in een café. En natuurlijk altijd... in het Nederlands!’ De artikels zijn gerangschikt in zes hoofdstukken, die alle eindigen met taalpuzzels met woorden uit de teksten van het hoofdstuk.
Meer taalpuzzels zijn te vinden in Het grote puzzel- en doeboek voor anderstaligen van Van Loo en Schoenaerts (2009). Het boek bevat tachtig leerzame puzzels op verschillende niveaus, van beginners tot gevorderden. Aardig als tussendoortje, hoewel sommige wel erg gemakkelijk zijn, en soms wat kinderlijk aandoen.
| |
Het NT2 Taalspel werkwoorden en woordvolgorde
Zoals ik in de inleiding heb aangegeven, ben ik op zoek gegaan naar meer speelse, luchtige manieren om de taalverwerving te stimuleren. Een grote woordenschat en communicatieve vaardigheden zijn daarbij van belang, maar ook beheersing van grammaticaregels. In de hierboven genoemde boeken speelt grammatica geen grote rol. Maar dat is nu juist een onderdeel van de taalles dat ik af en toe van ernst en saaiheid wil ontdoen. Hoe te komen van het kennen van regels naar het vlot toepassen in spontane spraak? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat het Nederlands de studenten als het ware ‘uit de mond rolt’?
‘Met het NT2 Taalspel werkwoorden en woordvolgorde oefent u op een leuke en actieve manier een aantal basisprincipes van de Nederlandse grammatica: het vervoegen van werkwoorden en toepassen van een juiste woordvolgorde’, aldus de tekst achterop de doos van dit spel dat ik kocht via ‘Taal in Oost’ in Amsterdam. Het spel bestaat uit 150 kaartjes met veel voorkomende Nederlandse werkwoorden (regelmatige, onregelmatige en scheidbare), zes dobbelstenen en zes uitlegkaarten. In een klein groepje kun je een aantal kaartjes op een stapel leggen. Iemand neemt één kaartje van de stapel en gooit met één van de dobbelstenen, of met een combinatie van dobbelstenen. Daarmee krijgt de speler of krijgen de spelers aanwijzingen voor de te noemen combinatie van subject en bijbehorende werkwoordsvorm, de werkwoordstijd of de te formuleren zin, bijvoorbeeld een hoofdzin of een bijzin. Een beperkt aantal nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden kunnen ook worden geoefend. Het spel kan op vele niveaus gespeeld worden, van zeer prille beginners tot meer gevorderden. Kies werkwoorden die uw studenten kennen. Voortdurend wordt de vervoeging van deze werkwoorden herhaald, of de vorming van zinnen. Aanvullend kunnen er eisen worden gesteld aan de antwoordtijd, en die kan langzaamaan worden verkort.
| |
| |
Differentiatie is ook mogelijk, door verschillende dobbelstenen aan verschillende groepen toe te kennen, of bijvoorbeeld dobbelsteencombinaties aan de betere studenten. De bijgeleverde uitlegkaarten, waarop de basisregels kort en compact worden gegeven, voorzien van voorbeelden, dienen ter controle. Het werken met de uitlegkaarten vergt denk ik wel enige training.
Het gaat bij dit spel wel degelijk om het oefenen van grammatica, en grammaticale correctheid. Maar is er een theoretisch kader dat ons verzekert dat een spel als dit een zinvolle aanvulling kan zijn op de gewone spreekoefeningen bij een leergang? Onderzoek van De Jong (2012) naar het effect van bepaalde oefentypen op het verwerven van vloeiendheid bij spreken in een vreemde taal, biedt zo'n theoretisch kader. Om te kunnen deelnemen aan interactie heeft een student aan kennis van woorden en regels niet genoeg, betoogt De Jong, zij moeten met enige vloeiendheid kunnen spreken. Daarvoor is procedurele kennis - kort door de bocht te omschrijven als geautomatiseerde kennis - nodig. ‘Als je niet te veel hoeft na te denken over bijvoorbeeld de woordvolgorde, is het mogelijk om je meer te concentreren op de inhoud, en om vloeiend te spreken’. Om de vraag te kunnen beantwoorden hoe er dan geoefend moet worden teneinde vloeiendheid te bereiken, onderzocht De Jong de effecten van herhaling en het opbouwen van tijdsdruk. De resultaten laten zien dat studenten door taken waarin voortdurende herhaling is ingebouwd, en de tijdsdruk wordt opgevoerd, vloeiender gaan spreken. De groep met proefpersonen die tijdens de oefenperiode herhaaldelijk dezelfde spreektaak hadden uitgevoerd, maar dit alsmaar sneller hadden moeten doen, presteerde beter op een eindtest dan de controlegroep die in de oefenperiode allerlei verschillende spreektaken had uitgevoerd. Vloeiendheid werd in het onderzoek bepaald door het aantal pauzes, de gemiddelde lengte van pauzes en de hoeveelheid tijd gevuld met spraak te meten.
Het NT2 Taalspel werkwoorden en woordvolgorde biedt herhaling van woordenschat, herhaling van basale grammaticale kennis, en biedt de mogelijkheid tot het opvoeren van tijdsdruk.
Een kwartetspel biedt ook dergelijke mogelijkheden. Daarmee kunnen een paar routines worden ingeslepen: ‘mag ik (van jou), ik wil graag, heb jij (voor mij), nee, die heb ik niet, ik kan je niet helpen’, en dergelijke.
Een bruikbaar kwartetspel is bijvoorbeeld Speel Holland (thema's onder andere eten, feestdagen, geschiedenis en schilders) verkrijgbaar via de website www.nederlandsalstweedetaal.nl.
Belangrijk is ook dat de spelvorm het informele leren bevordert. In de meeste situaties waarin het Nederlands buiten de muren geleerd wordt, kan weinig buitenschools leren van de taal plaatsvinden. Ik zie in het taalspel een wijze van informeel leren, maar in de klas. Taalspellen kunnen al ingezet worden op de lage niveaus zoals het NT2 Taalspel werkwoorden en woordvolgorde.
De Jong concludeert ook dat hoe sneller een spreker woorden uit het geheugen kan ophalen, hoe vloeiender hij kan spreken. Voor haar onderzoek liet zij bij wijze
| |
| |
van woordenschatoefening proefpersonen plaatjes benoemen, en vervolgens een spreektaak uitvoeren. Er bleek een correlatie te zijn tussen het aantal correct benoemde plaatjes in de woordenschattest en de mate van vloeiendheid in de spreektaak. Ik wil daarom nog even, afrondend, terugwijzen naar de bingo- en dominospelletjes uit Actief met taal. Zij lijken niet alleen een leuke, maar ook een zeer zinvolle manier om bezig te zijn met woordenschat.
In deze kroniek heb ik u willen inspireren tot het inzetten van actieve en speelse werkvormen. Ik hoop dat ik u heb kunnen overtuigen dat zij niet alleen ‘ter vermaeck’ kunnen worden ingezet, maar zeker ook ‘ter leering’.
| |
Besproken werken
Brake, Sarein te, NT2 Taalspel werkwoorden en woordvolgorde. Amsterdam, ‘Taal in Oost’. €29,92. www.taalinoost.nl |
Coole, Dieuwke de & Anja Valk, Actief met taal, didactische werkvormen voor het talenonderwijs. Bussum, Coutinho, 2011. ISBN 987 9046 901 984. €26,00. www.coutinho.nl. |
Decavele, Annemie, Peter Schoenaerts & Helga van Loo, Als ik jou; poëzie voor anderstaligen. Met DVD. Antwerpen/Apeldoorn, Garant, 2009. ISBN 978 9044 125 337. €19,00. |
Jong, Nel de, ‘Oefenen met vloeiend spreken: wat, hoe en waarom?’ Vakwerk 8, 2012, 25-36. |
Kelecom, Koen van & Peter Schoenaerts, Echt waar?! De beste artikels uit 5 jaar Taalblad.be. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2012. ISBN 978 9034 194 596. €29,50. |
Leeuw, Elsbeth de, Petra Roël & Annemarie Cornax, Contact! Nederlands voor anderstaligen. Amsterdam/Antwerpen, Intertaal, 2011 (deel 2) en 2012 (deel 3).
Tekstboek Contact deel 2, ISBN 978 9460 301 377. €33,00. Werkboek, ISBN 978 9460 301 384. €27,70.
Tekstboek Contact deel 3, ISBN 978 9460 301 407. €33,50. Werkboek, ISBN 978 9460 301 414. €28,50.
Docentenhandleidingen, werkbladen en voortgangstoetsen: www.contactnt2.nl |
Loo, Helga van & Peter Schoenaerts, Het grote puzzel- en doeboek voor anderstaligen. Leersum, Van Dorp Educatief, 2009. ISBN 978 9077 698 419. €19,95. |
Olijkhoek, Vita (red.), CODE Plus, Basisleergang voor anderstaligen. Amersfoort, Thieme Meulenhoff. Deel 1 en 2 2011, deel 3 en 4 2012.
Takenboek deel 1, 0 - A1, ISBN 978 9006 814 354. €20,00, cursistlicentie €18,00. |
Takenboek deel 2, A1 - A2, ISBN 978 9006 814 361. €20,00, cursistlicentie €18,00. |
Takenboek deel 3, A2 - B1, ISBN 978 9006 814 378. €45,00, cursistlicentie €40,00. |
Takenboek deel 4, B1- B2, ISBN 978 9006 814 385. €45,00, cursistlicentie €40,67. |
|
Speel Holland, kwartetspel. €8,95. www.nederlandsalstweedetaal.nl. |
|
|