[Internationale neerlandistiek - augustus 2012]
‘En toch beweegt zij’
Vijftig jaar vakgeschiedenis en internationale neerlandistiek
In 2012 bestaat Internationale Neerlandistiek - voorheen Neerlandica extra Muros - vijftig jaar. Het tijdschrift heeft in die vijftig jaar een ontwikkeling doorgemaakt die het blad in de ogen van redactie en lezers steeds dichter bij het centrum van de wetenschappelijke ontwikkelingen in de neerlandistiek heeft gebracht - of misschien ook wel omgekeerd. Maar wat is dat centrum eigenlijk? Mede om een antwoord op die vraag te geven, én uiteraard om dit jubileum luister bij te zetten, heeft de redactie het plan opgevat om ter gelegenheid van die verjaardag een bijzonder nummer van Internationale Neerlandistiek uit te brengen. In dat extra-nummer, dat hier voor u ligt, wordt waarderend en kritisch teruggekeken op de afgelopen vijftig jaar vakgeschiedenis zoals de redactie van Internationale Neerlandistiek en de vijftig auteurs die zien.
De redactie is daarbij verantwoordelijk voor de selectie geweest: om te beginnen heeft zij vijftig belangrijke data uit de neerlandistiek in kaart gebracht, verdeeld over de terreinen taalkunde, letterkunde en cultuur. In principe is voor ieder jaar - beginnend met 1963 en eindigend met 2012 - door de redactie een gebeurtenis (meestal een publicatie, soms een congres of een evenement) gekozen die om uiteenlopende redenen opmerkelijk genoemd kan worden: een belangrijke studie, een belangrijke theoretische impuls, een aankondiging van schuivende panelen in de vakgeschiedenis, een vergeten tendens... De chronologie werd daarbij niet slaafs gevolgd: een enkele keer zijn ook twee gebeurtenissen uit het zelfde jaar gekozen, waarvoor dan echter een ander jaar vrij is gebleven. Het gaat dus om vijftig mijlpalen. Die gekozen mijlpalen zijn uit de nationale en internationale neerlandistiek afkomstig en zijn vervolgens gekoppeld aan een - in de ogen van de redactie - ideale bespreker. Bij de keuze hebben wij ons niet alleen laten leiden door de specifieke expertise en reputatie van de bespreker, maar ook door het principe van complementariteit: voor publicaties enzovoort buiten Nederland en Vlaanderen werd een bespreker van binnen Nederland en Vlaanderen aangezocht, en vice versa. Dit natuurlijk vooral met het oog op de internationale dialoog waar ons tijdschrift voor staat.
Het resultaat zal, naar wij hopen, voldoende aanleiding tot discussie geven. Niet alleen over data en namen die ten onrechte niet of wel zijn opgenomen, maar vooral over de vraag waar ons vak - neerlandistiek in een ruime zin - anno 2012 voor staat, welke kant wij op willen, en wat de vakgeschiedenis in die discussies kan verhelderen. Zo veel meent de redactie nu al te kunnen zeggen: de neerlandistiek zal internationaal zijn, of zij zal niet zijn. En: er is reden voor op-