Internationale Neerlandistiek. Jaargang 2012
(2012)– [tijdschrift] Neerlandica extra Muros / Internationale Neerlandistiek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 160]
| ||||||||
Oud en nieuw
| ||||||||
[pagina 161]
| ||||||||
Anderzijds is er een ontwikkeling gaande in het moedertaalonderwijs en de daaruit voortvloeiende beheersing van het Nederlands door moedertaalsprekers. Het taalniveau van veel studenten aan universiteiten en hogescholen voldoet, als ze hun studie beginnen, niet aan de (academische) eisen die de opleidingen stellen. Met name de schriftelijke vaardigheden laten te wensen over. Dat zou te maken hebben met de ontoereikende voorbereiding op de middelbare school en met de internetcultuur, waar schrijven bestaat uit korte berichtjes versturen, in sms- of chattaal. In een artikel op DeMorgen.be (03-02-2012) komen jonge gebruikers van Facebook aan het woord (‘Wort u knettrgk van Facebooktaal?:-)))’) die erkennen dat ze een aantal regels van het Nederlands standaard niet toepassen bij het schrijven op Facebook (bijvoorbeeld -dt) terwijl ze dat wel doen in andere teksten, althans dat zeggen ze. Erik Moonen van de Universiteit Hasselt meldt in hetzelfde artikel dat je het beste leert spellen als je met de hand schrijft, maar ook daar wringt de schoen, zo blijkt: Studenten kunnen niet meer schrijven. Toch niet meer twee uur aan een stuk. Ze zijn het zo gewoon om hun teksten te tikken dat ze tijdens schriftelijke examens krampen en andere problemen krijgen. [...] Velen onder hen klagen op internetfora over pijn in handen en armen. De reden? Ze weten niet meer hoé ze een pen moeten hanteren.Ga naar eind1. Docenten in het hoger onderwijs worden regelmatig geconfronteerd met schrijfproducten die inhoudelijk misschien goed zijn, maar als tekst niet door de beugel kunnen. Ze signaleren dat studenten niet goed op de hoogte zijn van het onderscheid tussen schrijftaal en spreektaal. Sommige universitaire medewerkers in Nederland kaatsen de bal terug naar het voortgezet onderwijs, waar het Nederlands dat op de basisschool is onderwezen niet wordt onderhouden en leerlingen onvoldoende worden voorbereid op een studie in het hoger onderwijs, zo vindt men. De meeste instellingen in het hoger onderwijs zien echter in dat daar ook een taak ligt voor hen. Die taak vullen zij op verschillende manieren in: door het organiseren van remediëringscursussen, het afnemen van een taaltoets, het trainen van docenten vanuit de gedachte dat iedere docent een taaldocent moet zijn. Er zijn websites voor academische vaardigheden ontwikkeld en projecten ‘ouderejaars helpen jongerejaars’ gestart. Sommige universiteiten hebben schrijfcentra. Een enkele universiteit of hogeschool heeft een instellingsbreed taalbeleid. Talencentra en uitgevers verkennen uiteraard deze markt al enige tijd. Vandaar dat schuiven. De hier besproken publicaties zijn verschenen in de periode 2008-2011. Oud en nieuw dus. Het is een greep uit een grote hoeveelheid van dit soort boeken, die verschillen doordat ze een andere invalshoek kiezen, een iets andere doelgroep hebben of een andere ordeningen hanteren. Wat ze gemeenschappelijk hebben, is dat ze voornamelijk betrekking hebben op schriftelijke vaardigheden. | ||||||||
[pagina 162]
| ||||||||
Ook in België constateert men dat de stap van het voortgezet onderwijs naar het hoger onderwijs vaak een moeilijke is. ‘Daarbij vormt het wetenschappelijk taalgebruik dat gehanteerd wordt in het hoger onderwijs een niet onbelangrijke hindernis’, aldus De Wachter, Verrotte, Broeckx et al. in Taal @ hoger onderwijs. Praktische richtlijnen en oefeningen (p. 7). Uit dezelfde school (Katholieke Universiteit Leuven) komt Academisch schrijven. Een praktische gids. Dit boek verscheen in 2008 en is bedoeld als handleiding voor studenten die hun academische schrijfvaardigheid willen vergroten. ‘Onze doelstelling wordt bereikt als studenten uit dit boekje inspiratie putten om betere wetenschappelijke teksten te schrijven’ (p. 7). Het boek is ontstaan uit de praktijk van het academisch schrijven en bespreekt concrete voorbeelden uit verschillende vakdomeinen. Het gaat uit van veelgemaakte fouten bij het structureren en formuleren van langere wetenschappelijke teksten die tijdens het corrigeren van papers en scripties zijn verzameld. In ieder hoofdstuk worden na een korte inleiding producten van studenten besproken, daarna volgen tips, tenslotte kunnen studenten opdrachten uitvoeren, waarvan ze de oplossing achterin het boek vinden. Onderwerpen die aan de orde komen, zijn: de macro-structuur van de tekst, de micro-structuur van de tekst, de inhoud van de tekst en de wetenschappelijke stijl. De auteurs noemen het met recht een gids: het boek geeft aanwijzingen, maakt duidelijk, biedt overzicht. Het traint niet. Het is dus praktisch in de zin van tips voor de praktijk en voorbeelden ontleend aan de praktijk van het academisch schrijven. Het pretendeert ook niet compleet te zijn. Voor NVT-studenten op B2-niveau en voor cursisten die de basisprincipes van een wetenschappelijke tekst willen leren kennen of die samen voorbeelden willen bestuderen is Academisch schrijven een geschikt boek. Taal @ hoger onderwijs. Praktische richtlijnen en oefeningen is gebaseerd op de begeleidingssessies die de Katholieke Universiteit Leuven jaarlijks aanbiedt aan eerstejaarsstudenten van diverse faculteiten. In dit boek worden alle vaardigheden getraind. Een inleidend hoofdstuk besteedt aandacht aan terminologie, zelfreflectie en woordenschat. In de woordenschatoefeningen komen we woorden tegen als ‘flexibel, simultaan, variabel, consensus, transformatie, constateren, selecteren’. Woorden die vaak onbekend zijn voor middelbare scholieren en beginnende studenten in Nederland en Vlaanderen, maar die voor NVT-studenten waarschijnlijk minder problemen opleveren; ze behoren namelijk voor een groot deel tot de cognaten. Taal @ hoger onderwijs geeft ook strategische tips (bijvoorbeeld over het beantwoorden van tentamenvragen) en besteedt aandacht aan leestekens, grammatica en spelling. Evenals in Academisch schrijven vormen veelvoorkomende fouten, voorbeelden en oefeningen uit de praktijk het uitgangspunt. Taal @ hoger onderwijs is breder dan Academisch schrijven en heeft als doel ‘[...] beginnende studenten sneller vertrouwd te maken met de academische talige verwachtingen. Op die manier kunnen ze zich tijdens de colleges en de studies meer op de inhoud concentreren.’ Een groot aantal onderwerpen rond wetenschappelijk schrijven, lezen | ||||||||
[pagina 163]
| ||||||||
en het volgen van hoorcolleges wordt aangestipt, voorzien van een voorbeeld, een of meerdere tips en oefeningen. Beide ‘Leuvense’ boeken ogen aantrekkelijk. Het Genootschap Onze Taal heeft vier deeltjes uitgegeven over onderwerpen die bij het schrijven een belangrijke rol spelen: grammatica, spelling, leestekens en tekstvorm. Het zijn naslagwerkjes, waarin je door het handzame formaat en de overzichtelijke ordening van de informatie snel een advies kan vinden over tal van onderwerpen: Moet er een komma tussen twee persoonsvormen? Welke getallen schrijven we uit? Is het ‘Reizigers worden verzocht over te stappen’ of ‘Reizigers wordt verzocht over te stappen’? Wat zet ik in de aanhef van een formele e-mail? In Grammatica geregeld worden zo'n 140 grammaticale termen uitgelegd, van de gebruikelijke zoals ‘telwoord’ of ‘werkwoord’ tot de meer ongebruikelijke als ‘voorlopig voorzetselvoorwerp’. Elk begrip wordt geïllustreerd met duidelijke voorbeelden. In twaalf kaders worden de meest gestelde vragen beantwoord, zoals ‘groter als of groter dan?’, ‘hen of hun?’. Hoewel de informatie in die kaders ook bij het schrijven van academische teksten nuttig kan zijn, lijkt me dit deeltje in zijn algemeenheid te theoretisch voor de taalgebruiker. Het gaat namelijk om grammaticale kennis, niet om vaardigheden of toepassing van die kennis. De alfabetische ordening op grammaticale begrippen veronderstelt bovendien een zekere mate van vertrouwdheid met die begrippen. Spelling geregeld zet de regels van de Nederlandse (groene én witte) spelling op een rijtje in een helder overzicht, in duidelijke taal zonder overbodige vaktermen - maar met des te meer voorbeelden. Na een inleidend hoofdstuk volgen dertien hoofdstukken die zijn ondergebracht in vier clusters: ‘vooraan in het woord’, ‘boven op het woord’, ‘midden in het woord’ en ‘extra’, wat een handige indeling is. Waar het groene en het witte boekje van elkaar afwijken, wordt dat in twee kaders weergegeven, zonder dat er een voorkeur wordt uitgesproken voor een van de twee. ‘Spelling geregeld is de duidelijkste spellinggids van het Nederlands’ staat er op de achterflap. Ik wil het graag geloven. Door de snelheid waarmee we tegenwoordig digitaal communiceren, waarbij het overbrengen van de boodschap het belangrijkste is, kan de gewenning aan het verzorgen van een tekst enigszins op de achtergrond raken. Toch blijft dat een belangrijk aspect van schrijven. Tekstvorm geregeld biedt daar tips en richtlijnen voor. De eerste hoofdstukken behandelen algemene aspecten van vormgeving en indeling van teksten. De hoofdstukken daarna bevatten ‘regels, richtlijnen en adviezen’ voor een tiental tekstgenres, waaronder e-mails, brieven, cv's, persberichten, wetenschappelijke artikelen, webteksten. De laatste hoofdstukken gaan over titulatuur, alfabetiseren en getallen. Evenals de spellinggids wordt Leestekens geregeld gepresenteerd als ‘de duidelijkste interpunctiegids voor het Nederlands’. Terwijl de spellingregels officieel zijn vastgelegd, zijn er geen officiële regels voor leestekens. Het boekje geeft dan ook adviezen die aan de ene kant rekening houden met tradities en conventies, anderzijds gebaseerd zijn op de praktijk. | ||||||||
[pagina 164]
| ||||||||
Uitgezonderd het deeltje over grammatica is de serie ‘... geregeld’ praktisch en bruikbaar voor iedere taalgebruiker die nog iets in een boek wil naslaan. De vreemde taalleerder moet gevorderd zijn om de regels te kunnen begrijpen, maar kan zonder die regels te begrijpen meestal door het bestuderen van de voorbeelden het antwoord op zijn vraag construeren. Schrijven met effect. Stijlcursus doeltreffend formuleren is een herziene uitgave, gebaseerd op een bedrijfscursus ‘Effectief schrijven’. In de herziening zijn onder andere de voorbeeldzinnen ‘geactualiseerd en verder afgestemd op hbo- en universitaire studenten’. Zoals gezegd: we schuiven allemaal. In dit boek, het meest omvangrijke van de hier beschreven, ligt de nadruk op stijl, maar ook formuleren en het structureren van alinea's krijgt aandacht. Schrijven met effect bestaat uit elf hoofdstukken die zijn opgebouwd uit een stukje theorie met concrete tips, voorbeelden ontleend aan schrijfproducten en oefeningen, veelal op zins- of zinsdeelniveau. Ook dit boek is gebaseerd op problemen waar veel schrijvers tegenaan lopen, gezien de titels van de hoofdstukken: Houd je zinnen kort, Houd de zinsstructuur eenvoudig, Formuleer exact, Formuleer beeldend en positief, Gebruik gewone woorden. Die titels maken het boek herkenbaar en aantrekkelijk. Als taalgebruiker word je gestimuleerd om te gaan kijken wat je kunt doen om die adviezen in praktijk te brengen. Schrijven met effect bevat veel oefeningen, die vaak de vorm hebben van een herschrijfopdracht. Een voorbeeld uit het hoofdstuk over de invloed van het Engels. De opdracht is: Vervang in de volgende zinnen de Engelse woorden door Nederlandse termen. 1. Dit leidt tot fouten en verspilling van resources. Een gevarieerd geheel van publicaties die samen een compleet pakket vormen voor taalgebruikers die hun (academische) schrijfvaardigheid willen verbeteren. Hoewel niet overal expliciet verwoord zien we in de praktijkboeken een lijn in de aanpak: op basis van veelgemaakte fouten worden regels, tips en oefeningen aangeboden. Hermans is het meest expliciet in het weergeven van haar visie op het verbeteren van schrijfvaardigheid. In de inleiding van Schrijven met effect schrijft ze: Schrijven is iets wat te leren valt. Met bepaalde trucjes en aangeleerde vaardigheden kun je een heel eind komen. Bedenk vooral dat een goede tekst niet in één keer tot stand kan komen. Een tekst moet stapsgewijs worden opgebouwd; hij moet groeien. En wat voor zoveel vaardigheden geldt, geldt ook voor schrijven: hoe meer je het doet, hoe beter het gaat (p. 15). Kortom: schrijven vraagt oefening en kost tijd. Bij het zoeken naar geschikt materiaal voor gebruik in cursussen of colleges doet zich het probleem voor dat gevorderde NVT-studenten of NT1-studenten die hun (academische) schrijfvaardigheid willen verbeteren meestal niet alle problemen hebben. Sommigen hebben moeite met spellen, anderen met formuleren, weer anderen met het kiezen van het juiste register. Hoe goed en overzichtelijk boeken over schrijfvaardigheid ook zijn, in veel cursussen zal niet alles voor ieder- | ||||||||
[pagina 165]
| ||||||||
een even nuttig zijn. Toch bestaat er vaak behoefte aan een boek. In dat geval is Schrijven met effect aan te raden, omdat het, althans voor NT2-schrijvers precies die kenmerken van (zowel academische als algemene) teksten behandelt die voor veel schrijvers een struikelblok vormen. En omdat de oefeningen het herschrijven trainen. Ten slotte een signalement van twee websites. www.Taalwinkel.nl is een gezamenlijke site van de Universiteit van Amsterdam en de Hogeschool van Amsterdam. Hij is bedoeld voor studenten die problemen hebben met (academische) taalvaardigheid, zowel schriftelijk als mondeling. Op dit moment wordt de site geheel vernieuwd. Een andere websit is RefCite, een online module over refereren voor bachelor- en masterstudenten, ontwikkeld aan de Universiteit van Tilburg: http://drcwww.uvt.nl/its/voorlichting/d-loads/refcite/course/course59362.html.
De titel van deze kroniek is dubbelzinnig: het is mijn laatste. Lezers, bedankt voor het lezen; redactie, bedankt voor de ruimte die ik kreeg om nieuwe publicaties onder de aandacht van docenten te brengen op mijn eigen wijze. Uw chroniqueur schuift door. | ||||||||
Bibliografie
|
|