Internationale Neerlandistiek. Jaargang 2010
(2010)– [tijdschrift] Neerlandica extra Muros / Internationale Neerlandistiek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 19]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Modale partikels en vertaling
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Inleiding: partikelrijke en partikelarme talenVanuit taaltypologie en contrastieve linguïstiek (CL) is al langer bekend dat er talen zijn die kwistig gebruikmaken van adverbiale (en andere) partikels voor het toevoegen van pragmatische betekeniselementen aan de zin, en andere die dat veel minder doen. Het Nederlands en het Duits gelden binnen de West-Europese talen als ‘partikelrijke’ talen. Het ligt dan ook in de lijn der verwachtingen dat er op dit front verlies optreedt wanneer uit het Nederlands vertaald wordt naar partikelarmere talen als het Frans of het Engels. Voorts is het aannemelijk dat vertaald Nederlands met deze talen als brontaal, een geringere partikelbezetting vertoont dan origineel Nederlands, zeker wanneer het gaat over modale partikels waarvan sowieso al aangenomen kan worden dat hun betekenisbijdrage meer in het pragmatische vlak ligt.Ga naar eind1. In deze bijdrage worden enkele eerste onderzoeksresultaten voor de modale partikels (MP's) wel en maar gepresenteerd om deze hypothese te bevestigen of te ontkrachten. De mogelijkheden voor het onderzoek naar dit soort verschillen in taalgebruik zijn behoorlijk toegenomen doordat er steeds meer meertalige digitale corpora ter beschikking komen die ook Nederlands tekstmateriaal bevatten. Voor we de geobserveerde fenomenen presenteren en op zoek gaan naar verklaringen, is het nuttig iets te zeggen over meertalige corpora. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 20]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Nuttige corpora bij de omgang met meertaligheid2.1 Soorten corpora voor vertaalwetenschapNet als de contrastief linguïst kan de vertaalwetenschapper zijn profijt doen met digitale corpora waarin een vergelijkingscomponent zit ingebouwd. Er zijn twee soorten corpora die de vertaalwetenschap met name interesseren: parallelle en vergelijkbare corpora (cf. Baker 1993, 1995, 1996). De parallelle of vertaalcorpora bevatten teksten met hun vertaling. Om die bruikbaar te maken voor praktische doeleinden - en ook voor onderzoek - is het belangrijk de vertaaleenheden aan elkaar te koppelen, wat gebeurt met behulp van alignering. Daarbij worden corresponderende zinnen, of vertaaleenheden op een lager niveau, aan elkaar gelinkt, waardoor ze bij doorzoeking van het corpus samen gepresenteerd worden. Figuur 1 is een voorbeeld van alignering in een tekst van een toeristische website (Vandeweghe 2005, 169): het voorbeeld laat zien dat corresponderende zinnen uit origineel en vertaling aan elkaar gekoppeld zijn. Dat gaat soms zin per zin, maar als de volgorde verschilt, kan de koppeling chiastisch zijn (cf. F4-F5 // N5-N4). Ook nulcorrespondentie is mogelijk, waarbij een zin in de ene taal geen corresponderende zin heeft in de andere, maar die treffen we niet aan in het voorbeeld, evenmin als een-tot-veel- of veel-tot-eencorrespondentie. Figuur 1 - Alignering
Vergelijkbare corpora bevatten teksten in eenzelfde taal, zowel origineel geschreven als vertaalde teksten, die uit vergelijkbare tekstsoorten en genres afkomstig zijn, of over vergelijkbare thema's gaan, maar die verder niet corresponderen op het micro-niveau. Vaak zijn multilinguale corpora allebei: een parallel corpus dat gebalanceerd is, dat wil zeggen waarin de geselecteerde teksten evenredig verdeeld zijn over tekstsoorten en thema's, en dat beide vertaalrichtingen omvat, is tegelijk ook een vergelijkbaar corpus. Zo bevat een parallel corpus Engels-Nederlands/Nederlands-Engels dat opgebouwd is uit romans en vertalingen ervan, zowel origineel NL (in | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 21]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de vertaalrichting → EN) als vertaald NL (in de vertaalrichting → NL). Die Nederlandse teksten, vertaalde en originele, vormen dan een vergelijkbaar corpus, dankzij het feit dat ze hetzelfde genre bestrijken. Figuur 2 - Parallel en vergelijkbaar corpus
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2.2 Meertalige corpora met Nederlands als spiltaal: corpus-Niemegeers en DPCIn het kader van haar contrastief-vertaalkundige studie van modale partikels heeft Sofie Niemegeers (Gent) een parallel én (dus) vergelijkbaar corpus NE-EN/EN-NL aangelegd, bestaande uit krantenartikels, fictioneel proza en theaterteksten. Hieronder worden enkele resultaten gepresenteerd op grond van een pilootstudie over een gedeelte van dit corpus. Dit corpus is enkel voor onderzoeksdoeleinden toegankelijk, in tegenstelling tot het door de TST-centrale van de Nederlandse Taalunie vrij te geven DPC, wat staat voor ‘Dutch Parallel Corpus’. Het gaat hierbij om een parallel corpus Nederlands-Engels-Frans van tien miljoen woorden, tot stand gekomen binnen het STEVIN-programma dat wordt gefinancierd door de Nederlandse en Vlaamse overheden (http://www.stevin-tst.org). Dit programma was erop gericht een impuls te geven aan de totstandkoming van technologische taalen vertaalvoorzieningen voor het Nederlands. Het parallelle corpus, geannoteerd en op zinsniveau gealigneerd, heeft Nederlands als spiltaal.Ga naar eind2. Het is samengesteld aan de KULeuven (campus Kortrijk) en het departement Vertaalkunde van de Hogeschool Gent, en wordt gepresenteerd in Paulussen e.a. (2006). Een website met meer informatie is te vinden op http://www.kuleuven-kortrijk.be/dpc. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 22]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. Eigenschappen van vertaalde tekstTraditioneel houdt de vertaalwetenschap zich bezig met de relatie tussen bron- en doeltekst, om van daaruit inzicht te krijgen in de mechanismen die het vertaalproces - dat een keuzeproces is - beïnvloeden. Een typische uiting daarvan is de belangstelling voor ‘verschuivingen’: aanpassingen in de vertaling waarbij afgeweken wordt van een woord-voor-woord-weergave (bijvoorbeeld Ik ben hem niet vergeten > I remember him; les habits que contenait ma valise > de kleren in mijn koffer, cf. Vandeweghe 2005, 91-110). In de loop van de jaren '70-'80 is het perspectief echter verschoven naar de ‘doel’-pool van de vertaalrelatie, en is er steeds meer belangstelling voor vertaling (het product) binnen de context waar ze deel van uitmaakt, namelijk die van de doelcultuur (cf. Toury 1995). Het is vanuit die verschuiving te verklaren dat de schijnwerper nu ook gericht werd op de vergelijking tussen vertaalde taal en originele taal. Een eigenschap van vertaalde taal is dat die typische kenmerken vertoont als gevolg van interferentie met de brontaal. De ‘intertaal’ (interlanguage) die hier het gevolg van is, wordt meestal negatief beoordeeld, wat tot uiting komt in de term translationese. Het gaat daarbij om afwijkingen van het normale taalgebruik zoals die worden aangetroffen in vertaalde teksten, en die te wijten zijn aan invloed van de brontaal. Het kan gaan om fouten tegen lexicon of grammatica van de doeltaal (cf. NL eventueel / FR éventuellement vs. EN eventually; FR librairie ‘boekhandel’ vs. EN library ‘bibliotheek’; NL raar ‘vreemd’ vs. FR of EN rare ‘zeldzaam’; overdadig gebruik van passieve constructies in NL vertaling uit het Engels). Die intertaal kan echter ook vanuit een meer neutraal standpunt bekeken worden, als een gegeven dat inherent is aan vertaling. Er is nog niet veel onderzoek naar gedaan, maar een mogelijke onderzoeksvraag in dat verband is: verschilt vertaalde taal van niet-vertaalde taal op het punt van keuze van alternerende constructies? Voor het Engels is een dergelijke vergelijking gemaakt voor het gebruik van het verbindingswoord that in bijzinnen: zoals bekend kent het Engels een alternantie tussen (1a) en (1b): (1a) He said that he was tired. In hun onderzoek zijn Olohan & Baker (2000) nagegaan of die alternantie ook te maken kan hebben met de factor vertaling. Er blijkt inderdaad een significant verschil te zijn tussen vertaald en origineel Engels, in die zin dat de constructie met that verhoudingsgewijs heel wat frequenter is in vertaald Engels. Hoe dit te verklaren is, is een andere vraag, maar er dienen zich een paar verklaringssporen aan:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 23]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het onderzoek naar that / Ø illustreert dat vergelijkbare corpora de onderzoeker in staat stellen originele en vertaalde taal als variëteiten met elkaar te vergelijken. Vertalingen worden binnen deze context wel eens gekwalificeerd als een third code, een tussenvorm (hybride) waarvan de taalkenmerken zich onderscheiden van zowel bron- als doeltaal (Frawley 1984). Het onderzoek van deze third code wil dus te weten komen wat de kenmerken zijn van de taalvariant die eigen is aan vertalingen, hoe die kenmerken gespreid zijn, en met welke relatieve frequentie ze voorkomen. Deze benadering heeft ge- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 24]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
leid tot een onderzoeksprogramma waarbij men zich toespitst op vertaaluniversalia. Hiermee zijn universele kenmerken bedoeld van vertaalde teksten (in welke doeltaal ook), kenmerken dus die gelden onafhankelijk van de brontaal die aan de vertaling ten grondslag ligt. Voorbeelden: vereenvoudigingen, inkorten van zinnen, opheffen van dubbelzinnigheid, toevoegen van expliciterende informatie, vermijden van herhalingen, simplificatie. De vergelijking van taalvariëteiten biedt indirect inzicht in vertaalbeslissingen door de vertaler(s). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. Vertaalkundige corpusstudie naar Nederlandse modale partikels4.1 Pilootstudie van Niemegeers (2007)Voor het Nederlands zijn nog maar weinig resultaten voorhanden van onderzoek waarin origineel en vertaald NL vergeleken wordt. Niemegeers (2007) doet verslag van een pilootstudie ondernomen in het kader van haar doctoraatsproject waarin ze nagaat hoe de modale partikels zich gedragen in een vertaalcontext: zowel bij vertaling van NL in het EN - partikelarm, net als het FR - als in de vergelijking tussen vertaald (VN) en origineel Nederlands (ON). Eerst een voorbeeld: (2a) NL Luister maar. (maar [ter verzachting van?] imperatief) In voorbeeld (2) correspondeert met het NL partikel geen EN partikel, maar de hele zin wordt weergegeven door een constructie met het bijwoord better. In voorbeeld (3) is er nul-correspondentie: geen spoor van NL wel in het Engels. Toch krijgt het partikel soms een vertaalcorrespondentie met partikel, zoals EN just voor NL maar in voorbeeld (4): (4) Vertel maar. (NL bronzin uit het corpus) Het corpus van Niemegeers - voor deze pilootstudie samengesteld op basis van fictioneel proza en theaterteksten - is tegelijk parallel (en bidirectioneel: EN → NL en NL → EN) en vergelijkbaar: de NL bronteksten voor de EN vertaling vormen een vergelijkingscorpus voor de teksten in vertaald NL. Tabel 1 geeft de cijfers van het voor de pilootstudie gebruikte deelcorpus: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 25]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tabel 1: aantal woorden uit het corpus ingezet voor de pilootstudie
De vergelijking tussen VN en ON leverde op dat het totale aantal voorkomens van de MP's maar en wel opmerkelijk hoger ligt in VN dan in ON. De cijfers worden gegeven in tabel 2:
Tabel 2: aantal voorkomens van maar en wel in VN en ON
Het mogelijke interferentie-effect bij elementen die typisch zijn voor een bepaalde taal - zoals de modale partikels in het NL - is door Tirkkonen-Condit (2004, 177-8) geformuleerd als de Unique Items Hypothesis. ‘Unieke items’ zijn lexicale of grammaticale elementen die specifiek zijn voor een taal, en ontbreken in andere talen. Die hypothese voorspelt dat door het gebrek aan beschikbare tegenhangers en dus stimuli in de brontaal dergelijke elementen minder vaak in de vertaling zullen opduiken: Every language has linguistic elements that are unique in the sense that they lack straightforward linguistic counterparts in other languages. [...] Since they are not similarly manifested in the source language, it is to be expected that they do not readily suggest themselves as translation equivalents, as there is no obvious linguistic stimulus for them in the source text [...] In other words, linguistic elements that are ‘unique’ in this sense would have lower frequencies in translated texts than in originally produced texts (Tirkkonen-Condit 2004, 177-178). Het markante nu is dat we net het omgekeerde vaststellen bij de MP's in Nederlands dat uit het EN vertaald is. Een mogelijke verklaring moet wellicht gezocht worden in de normaliseringstendens bij vertaling: juist omdat de vertaler weet dat partikels bijdragen tot de idiomatiek van het NL, kan hij/zij geneigd zijn wat guller met partikels te strooien dan het geval zou zijn in originele taal, in een reactie | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 26]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van distantiëring ten opzichte van de partikelarme brontaal. Voor de omgekeerde vertaalrichting geven de cijfers van Niemegeers (2007) wel een effect dat als het correlaat van het Unique Items-principe gezien kan worden: hoe partikelarm ook, toch blijkt vertaald Engels (VE) significant meer gebruik te maken van de zeldzaam voorhanden MP-equivalenten, in dit geval het EN just als vertaling voor NL maar. Dat dit significant meer voorkomt in VE lijkt nog maar eens te wijzen op brontaalinterferentie: de aanwezigheid van een stimulus in de bron bevordert het gebruik van bepaalde items in de doeltaal. Bij deze resultaten moeten we de volgende relativerende opmerking maken: het gaat om een al met al beperkt corpus van 1,3 miljoen woorden, waarvan het Nederlandse deel (vertaald en origineel) een goede 600.000 woorden beslaat (656.587), met bovendien een beperkte representativiteit qua taalparen (enkel EN-NL) en genre: louter fictionele teksten. Om na te gaan of deze cijfers en verhoudingen bevestigd worden door ander materiaal, is gebruikgemaakt van voorlopig vrijgegeven DPC-materiaal, met Nederlandse, Engelse en Franse data. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4.2 Resultaten uit prerelease DPC4.2.1 Materiaal en werkwijzeHet corpus uit de DPC prereleases is qua omvang sterk vergelijkbaar met het corpus-Niemegeers: een 1,3 miljoen woorden, waarvan het Nederlandse deel (vertaald en origineel) uit een goede 600.000 woorden bestaat (636.347).
Tabel 3: aantal woorden uit het DPC-corpus
Het DPC heeft echter twee voordelen ten opzichte van het corpus-Niemegeers: behalve Engels bevat het ook Frans materiaal, en naast ‘literatuur’ bevat het ook andere tekstsoorten: administratieve teksten, instructieve teksten, teksten voor externe communicatie en journalistieke teksten. Met ‘literatuur’ worden zowel fictie (romans, korte verhalen) als non-fictie (essays, (auto)biografieën, populair-wetenschappelijke teksten) bedoeld. ‘Journalistieke’ teksten zijn interessant omdat het om levendige en - net als bij ‘literatuur’ - creatieve taal gaat. Een beperking hier is dat het in hoofdzaak om Belgisch materiaal gaat, te weten de kwaliteitskranten De Morgen en De Standaard, en de weekbladen Knack en Trends. ‘Instructief’ zijn vooral teksten uit handboeken voor apparaten en software, procedurebeschrijvingen en dergelijke meer. ‘Administratief’ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 27]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gaat vrij breed, van strikt administratieve teksten als jaarboeken, vergaderingsverslagen en zakelijke correspondentie, tot wetgeving, parlementaire debatten en speeches van politici, die ook tot het zakelijke genre behoren. ‘Externe communicatie’ ten slotte betreft documenten waarin organisaties, projecten en evenementen zich presenteren aan de buitenwereld, algemeen-informerende documenten, promotiemateriaal, persteksten enz. Voor dit kleine onderzoekje zijn dezelfde partikels onder de loep genomen als in de pilootstudie van Sofie Niemegeers. Behalve naar Nederlands vertaald uit het Engels is ook naar vertaling uit het Frans gekeken. Het meest toegankelijk zijn de cijfergegevens over wel, omdat dit altijd een adverbiale status heeft (een uitzondering als wel en wee daargelaten), en zo goed als altijd een modale lading. Een zoekopdracht voor maar levert een rijke oogst op, maar die bevat in hoofdzaak attestaties van het nevenschikkende voegwoord, wat voor het hier behandelde thema niet ter zake doet. Omdat de woordsoort-tags in het door mij gebruikte zoekprogramma ParaConc (Barlow 2002, 2008) in een ‘query’ niet gespecificeerd konden worden, heb ik hier met de hand een uitfiltering gemaakt om enkel de adverbiale attestaties over te houden. In de bespreking beperk ik me tot de ruwe cijfergegevens, ook al omdat er uiteindelijk niet zoveel relevante attestaties overbleven. In de cijfers die volgen, is ‘literatuur’ apart genomen, omdat dat het best te vergelijken is met dat van het corpus-Niemegeers. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4.2.2 ResultatenWordt het resultaat van de pilootstudie nu bevestigd door de DPC-data? Hier moeten we nuanceren. Niemegeers constateerde dat de modale partikels frequenter voorkwamen in vertaald Nederlands. In ons materiaal echter, samengevat in tabel 4, geldt het omgekeerde, weliswaar met de uitzondering van Nederlands met Engels als brontaal binnen de rubriek ‘literatuur’. Daar sluit de hoge ranking op de lijst van frequente woorden (61e plaats) perfect aan bij de tendens in het materiaal-Niemegeers. Bij adverbiaal partikel (modaal en scalair) maar (enkel voor de vier niet-literaire tekstsoorten) is er tussen brontaal- en vertaald Nederlands nauwelijks verschil in frequentie: 52 hits voor EN>NL (op 80.071 woorden is dat 0,064% of 6 voorkomens per 10.000 woorden), 63 hits voor NL>EN (op 93.824 woorden, is dat 0,067% of 6,7 per 10.000). Omdat zoals gezegd de adverbiale gebruikswijzen van maar via ParaConc niet systematisch te isoleren zijn, hebben we de tel- en rangschikkingsfunctie die dit programma bevat, enkel kunnen toepassen op het wel-materiaal. Die gegevens geven we weer in tabel 4. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 28]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tabel 4: DPC cijfergegevens over wel en totaal aantal woorden
Toelichting: de kolom in cursief geeft de cijfers voor het NL weer (als bron- of doeltaal), de haken ‘<’ en ‘>’ duiden op de vertaalrichting. Met ‘rang’ wordt verwezen naar de plaats in de frequentierangschikking voor woorden. ‘+’ en ‘-’ wijzen op resp. ‘toename’ en ‘vermindering’. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 29]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wat eventuele verschillen tussen de tekstsoorten betreft: meestal scoren Journal en Liter het hoogst wat het aantal wel-tokens per 10.000 woorden betreft, met Journal FR>NL als opvallende uitzondering, evenals (in mindere mate) Liter NL>EN: slechts 0,9 wel-tokens per 10.000 woorden. Markant is dat voor Admin het brontaal-Nederlands systematisch hoger scoort op densiteit van wel-voorkomens dan het vertaalde Nederlands: rond de 1 op 10.000 voor het brontaal-Nederlands, max. 0,2 op 10.000 voor de vertaalde variant. Het meest stabiel is de rangschikking voor Ext Comm: telkens in de buurt van 0,5 wel-voorkomens per 10.000, zowel in origineel als in vertaald Nederlands. Er is overigens nog iets uitzonderlijks aan het FR>NL vertaald materiaal: we noteren hier een netto vermindering van het aantal woorden in de vertaalslag. Dat is iets wat ingaat tegen de algemene tendens bij vertalingen. In het standaardgeval is de vertaling dan ook langer dan het origineel, wat de vertaalrichting ook moge zijn, wellicht om de simpele reden dat vertalers als geboren ‘uitleggers’ het expliciteren in het bloed hebben.Ga naar eind3. De uitzonderlijke cijfers voor het FR>NL materiaal kunnen overigens heel goed berusten op toeval: ze gelden alleen voor de niet-literatuur, bij literatuur is er juist een verhoging van het aantal woorden. Dat laatste strookt met mijn ervaring met literaire vertaalscripties waar ik kon observeren dat FR>NL vertaling zo goed als altijd met een toename van het aantal woorden gepaard gaat. Als verder onderzoek op ander materiaal echter een tendens aan het licht zou brengen, dan moeten de hypotheses over de universaliteit van het expliciteringsbeginsel bij vertaling danig bijgesteld worden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. BesluitWanneer we originele en vertaalde taal als twee variëteiten onderzoeken, iets wat dankzij de corpusmethode op steeds representatievere basis kan gebeuren, dan blijken er interessante verschillen uit de vergelijking. Er kan zeker niet zomaar gezegd worden dat vertaald Nederlands, bij gebrek aan stimulus vanuit de brontaal, een lagere densiteit van modale partikels vertoont, zoals onze uitgangshypothese aangaf. Wanneer vanaf 2010 het integrale DPC-corpus beschikbaar is, en wanneer ook andere corpora ter beschikking komen, zullen deze en andere hypotheses natuurlijk op veel ruimer materiaal getoetst kunnen worden, wat niet alleen de statistische waarde van de cijfergegevens zal verhogen, maar ook de zoektocht naar verklaringen haalbaarder zal maken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 30]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bibliografie
|
|