In Memoriam
Henny Moolenburgh-Ekkel (1915-2008)
‘Mevrouw Moolenburgh is overleden’. Dit bericht zal bij veel van de lezers van dit tijdschrift weinig reactie oproepen, omdat ze haar niet gekend hebben. Maar veel ouderen die zich haar nog wel herinneren, zullen misschien zeggen: ‘Lééfde ze dan nog?’ Want ze is wel oud geworden: 92, en de tijd dat ze actief (en wel zéér actief) was in ivn-verband, ligt dan ook ver achter ons. Het begon in de periode van de Werkcommissie, die aan de ivn voorafging. De secretaris daarvan, dr. J.M. Jalink, oud-docent Nederlands in Bonn, had voor zijn werk administratieve ondersteuning nodig en vond die in zijn kennissenkring in zijn woonplaats Den Haag, in de persoon van mevrouw Moolenburgh. Zij was afkomstig uit Nijverdal (Overijssel), had hbs, was na het overlijden van haar man uit interesse M.O. Frans gaan studeren, maar wilde graag wat betaald werk doen. Jalink trad na de oprichting van de ivn af als secretaris en werd opgevolgd door schrijver dezes; zo kreeg ik, eerst als secretaris, later ook als voorzitter van de ivn, met Henny Moolenburgh als naaste medewerkster te maken. Ik ervoer dat zij haar werk - correspondentie, verslaglegging van vergaderingen, persklaar maken van ivn-publicaties, hulp bij het organiseren van colloquia, en nog heel wat meer - met veel deskundigheid, ijver en inzet verrichtte, en vooral ook dat ze veel persoonlijke belangstelling had voor de mensen voor wie en met wie ze werkte. Zo werd mevrouw Moolenburgh - er waren er niet zo veel die haar bij haar voornaam noemden - steeds meer ‘de ziel van de ivn’. Toen zij in 1980 de pensioengerechtigde leeftijd bereikte, was dat geen prettige gedachte, noch voor de ivn, noch voor haar zelf. Wij dachten dat we niet buiten haar konden, zij meende niet buiten het ivn-werk te
kunnen. Maar ‘de autoriteiten’ waren onverbiddelijk: de ‘pensioengerechtigde’ bleek ook de ‘pensioenverplichte’ leeftijd te zijn.
Het viel aan beide kanten mee: de ivn vond een uitstekende opvolgster en Henny Moolenburgh kreeg meteen na haar pensionering ander zinvol werk. Op haar oude dag vond zij dat werk steeds meer in de sfeer van religie en pastoraat. De godsdienst had in haar leven altijd al veel betekend. Ze was van huis uit protestant, maar werd op latere leeftijd overtuigd katholiek. Toen ze al in de tachtig was, ging ze nog met veel enthousiasme Bijbels Hebreeuws leren.
Wie haar gekend heeft, zal haar niet gemakkelijk vergeten. En wie gelovig is, zal er wel van overtuigd zijn dat zij na een druk leven de eeuwige rust gevonden heeft. - Jaap de Rooij