Van buiten de muren
In memoriam: Agnes Barbara Bosch
Enkele maanden geleden heeft Barbara Bosch op 47-jarige leeftijd een lange strijd tegen kanker verloren. Haar heengaan wordt door familie, vrienden en collega's in binnen- en buitenland betreurd. Barbara was sedert 1974 (tot 1997) verbonden aan het departement Afrikaans en Nederlands van de Rhodes-universiteit te Grahamstown (Zuid-Afrika). Vanaf 1998 was zij na een herstructurering van de Letterenfaculteit werkzaam in de afdeling linguïstiek van dezelfde universiteit waar zij ook taalkunde doceerde, maar dan niet meer specifiek vanuit de optiek van het Afrikaans en het Nederlands. Ik had het voorrecht van 1974 tot 1983 haar collega te zijn geweest. Vanaf het eerste moment viel het op dat Barbara met haar goed voorbereide en gepresenteerde lessen belangstelling voor taalkunde wist te wekken bij haar studenten. Geen kleine prestatie in een departementele lessensamenstelling die traditioneel voor ten minste 75% de nadruk op Afrikaanse en Nederlandse letterkunde legde.
Een druk sociaal en familieleven verhinderde haar niet om aan haar proefschrift te werken, dat ze in de jaren tachtig voltooide. Deze studie moet haar wetenschappelijk enorm gestimuleerd en geïnspireerd hebben, want sedertdien zijn er van haar hand niet minder dan een zeventigtal academische publicaties van diverse aard verschenen. Zelfs in de jaren toen ze de omvang van haar ziekte kende bleef ze met een enorm enthousiasme referaten leveren bij congressen, doceren en schrijven zodat zekere artikelen nog na haar overlijden zijn gepubliceerd.
Met Barbara Bosch verliezen we een gerespecteerde collega, een voorbeeldig departementshoofd met een bijzonder organisatietalent, een goede en uiterst gastvrije vriendin, iemand die altijd charmant en behulpzaam was en een hart had voor de studenten. In 1997 had ze nog een speciale toekenning van de rector ontvangen voor haar bijzondere bijdrage tot de universiteit. Ze was lid van diverse taalkundige verenigingen en zetelde in de redactie van taalkundige vaktijdschriften.
Ze laat haar man achter, Tommy, en twee jongens, Christoff en Mattys. Velen troosten zich met de gedachte dat zij kort voor haar overlijden een intens gevoel van vrede had evenals een visioen van een wonderbaarlijk hiernamaals. In mijn laatste telefoongesprek met haar zei ze nog: ‘Ek is nie spyt nie, ek is gereed om te gaan. Ek het 'n lekker lewe gehad en gedoen wat ek wou doen.’ Moge ze in vrede rusten.
Wilfred Jonckheere (Pietermaritzburg)