Neerlandica extra Muros. Jaargang 1992
(1992)– [tijdschrift] Neerlandica extra Muros / Internationale Neerlandistiek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 27]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Synoniemenwoordenboeken en systematische woordenboeken in het Nederlands
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Synoniemen en synoniemenwoordenboekenEen grote moeilijkheid bij het verzamelen van synoniemen is dat er in feite vrijwel geen echte synoniemen bestaan. Soms hebben twee woorden wel dezelfde betekenis, maar dan verschilt meestal nog de gevoelswaarde of de gebruikssfeer ervan. Volstrekte synonymie berust, zoals Van den Toorn zegt, op verwisselbaarheid van de woorden in alle contexten. Daardoor kan men bijv. zowel zeggen ‘zoogdieren zijn mammalia’ als ‘mammalia zijn zoogdieren’, en zowel ‘een vrijgezel is ongehuwd’ als ‘een vrijgezel is ongetrouwd’. Maar ook in deze gevallen verschilt de gebruikssfeer van de woorden nog. Evenmin is er volledige verwisselbaarheid als we spreken van eten of spijs, van fruit of ooftGa naar eind(2). Synoniemenwoordenboeken in de eigenlijke zin van het woord vergelijken woorden met dezelfde of met ongeveer dezelfde betekenis met elkaar. Meestal rangschikken ze de trefwoorden alfabetisch en verklaren ze die met enige betekenisverwante woorden. Oudere synoniemenwoordenboeken, zoals het Woordenboek der Nederduitsche synonymen. ('s-Gravenhage. 3 dln. 1821-1825) van P. Weiland en G.N. Landré, zoeken daarbij meestal ten onrechte alleen maar betekenisverschil in de begripsinhoud van de woorden en niet in de gevoelswaarde of de gebruikssfeer ervan. Zo komen ze tot willekeurige onderscheidingen, bijv. dat gramschap van kortere duur zou zijn dan toorn, dat zieden een sterkere graad van hitte zou aanduiden dan koken en dat een zoen darteler zou zijn dan een kusGa naar eind(3). Sommige van deze onderscheidingen werden nog in het midden van de twintigste eeuw in soortgelijke werken overgenomenGa naar eind(4). Al vroeg waren er echter ook woordenboeken waarin betekenisverwante woorden op een andere manier werden samengebracht. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Systematisch ingedeelde woordenboekenAl sinds de middeleeuwen bestonden in West-Europa heel wat woordenlijsten en woordenboeken, ingedeeld in hoofdstukken met telkens woorden die betrekking hadden op hetzelfde onderwerp. Op die manier wilde men vooral scholieren of reizigers vertrouwd maken met de woorden in verband met | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 28]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bepaalde domeinen van het dagelijkse leven. Een van de bekendste woordenboeken met zo'n systematische of zakelijke indeling is de humanistische Nomenclator omnium rerum (Antwerpen, 1567) van H. Junius, die tot het einde van de 18de eeuw in verschillende talen en in bewerkingen voor scholen werd uitgegeven. Grote invloed had ook de Janua Linguarum (Lissa, 1631) van de Tsjechische pedagoog J.A. Comenius, waarvan o.a. uitgaven met een Nederlandse tekst verschenenGa naar eind(5). Frans-Nederlandse schoolwoordenboeken met een systematische indeling werden nog tot het midden van de 19de eeuw uitgegeven.
Een grote vernieuwing in dit soort woordenboeken werd aangebracht door de Engelse geneesheer P.M. Roget, die na zijn pensionering de Thesaurus of English Words and Phrases (Londen, 1852) samenstelde. Volgens een methodisch systeem van logische woordclassificatie rangschikte hij de hele woordenschat in 1000 hoofdstukjes. In de ondertitel van zijn woordenboek gaf hij aan dat het vooral bedoeld was voor wie zijn gedachten duidelijker wilde uitdrukken of een letterkundige tekst wilde opstellen.
De vernieuwing van Roget bestaat er vooral in dat hij voor alle begrippen zo volledig mogelijke woordvelden probeerde te geven. Zijn werk werd spoedig nagevolgd in het Duits, door D. Sanders (Sprachschatz, 1873) en A. Schlessing (Wortschatz, 1881), later door F. Dornseiff (Wortschatz, 1881), in het Frans, o.a. door T. Robertson (Dictionnaire idéologique, 1894), en in het Nederlands door L. Brouwers (Het juiste woord, Brepols, Turnhout, 1931; 6de uitg. bewerkt door F. Claes. Standaard-Uitgeverij, Antwerpen, 1988). Wegens de ordening naar betekenisverwantschap van de woorden worden deze woordenboeken ook betekeniswoordenboeken of ideologische woordenboeken genoemd.
De jezuïet L. Brouwers, die omstreeks 1922 het woordenboek van Roget had leren kennen, wilde oorspronkelijk vooral met het oog op het onderwijs zo'n werk in het Nederlands samenstellen. Het schema voor zijn classificatie nam hij over van de Zwitser C. Bally (Traité de stylistique française. 3de uitg. deel 2, 1921), die zelf op de classificatie van Roget steunde. Zoals Roget komen ook Bally en Brouwers tot het ronde getal van 1000 hoofdstukjes.
Een bepaald begrip kan men in Het juiste woord vinden door middel van het alfabetisch register, dat op de systematisch ingedeelde hoofdstukjes volgt, of via de systematische classificatie, die voorin is opgenomen. De hoofdstukjes zijn dikwijls nog onderverdeeld in paragrafen. De woordsoorten staan er telkens afzonderlijk: adjectieven, substantieven, werkwoorden, bijwoorden en zgn. onrechtstreekse wendingen, nl. voorzetsels, voegwoorden en andere partikels. Daarna kunnen nog causatieven en spreekwoorden komen. Dikwijls volgt op een hoofdstuk met betekenisverwante woorden een ander hoofdstuk met antoniemen ervan: vreugde wordt bijv. gevolgd door droefheid, hoop door wanhoop en moed door vrees.
Stilistisch nut heeft Het juiste woord voor wie bij het schrijven over een rijke verzameling uitdrukkingsmiddelen wil beschikken, pedagogisch nut voor wie leerlingen op systematische wijze vertrouwd wil maken met de uitdruk- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 29]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kingsmiddelen van het Nederlands, en wetenschappelijk nut voor wie een studie wil maken van een bepaald semantisch veld. Alleen hier wordt een overzichtelijk beeld gegeven van de per begrip bestaande uitdrukkingsvormenGa naar eind(6). (redak...), correspondentiebureau (kor...), tijdingzaal, advertentiebureau, advertentiekantoor, vouwkamer, krantenwinkel, krantenkiosk, krantenautomaat. Uit: Het juiste Woord, blz. 433 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 30]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. Wolters' Woordwijzer SynoniemenIn 1986 zag een nieuw Nederlands synoniemenwoordenboek het licht: Wolters' Woordwijzer Synoniemen (Wolters-Noordhoff, Groningen. 421 blz.) van Jef Anthierens. Het is een handig uitgegeven boekje in zakformaat, waarvan het voornaamste deel bestaat uit 442 hoofdstukjes met alfabetisch gerangschikte trefwoorden en telkens een reeks betekenisverwante woorden en begrippen. Aan deze hoofdstukjes gaan twee registers vooraf: een ‘register synoniemen’ (p. 19-122), nl. een alfabetische lijst van alle onder de hoofdtrefwoorden opgenomen synoniemen, en een ‘register uitdrukkingen en gezegden’ (p. 123-159), nl. een alfabetische lijst van de belangrijkste woorden uit de uitdrukkingen die in de hoofdstukjes staan.
Deze beknopte woordwijzer is bedoeld als een praktische en vlot hanteerbare gids, die echter geen volledig overzicht wil geven van de Nederlandse taalschat. Wanneer volgens de inleiding in de hoofdstukjes meer dan 14.000 synoniemen of varianten en ongeveer 4000 uitdrukkingen of gezegden staan, moeten we er rekening mee houden dat heel wat woorden, in verschillende betekenissen, herhaaldelijk terugkomen. Naar schatting bedraagt het totale aantal woorden niet meer dan 10.000.
Vreemd is de retrograde volgorde van de synoniemen in de hoofdstukjes, volgens de auteur omdat het boek daardoor ‘nog extra nuttig kan zijn voor puzzelaars’. Vreemd zijn dikwijls ook de ‘betekenissprongen die voorkomen in de opsommingen van de synoniemen: veel woorden kunnen slechts met veel moeite met elkaar in verband gebracht worden. Het vreemdst van al is echter nog de keuze van de woorden zelf: we vinden hier een groot aantal ongebruikelijke en heel eigenaardige woorden, zowel archaïsmen als weinig gebruikte dialectwoorden. Zonder enige verklaring worden al deze woorden naast elkaar geplaatst. Ten onrechte staat in dit boekje te weinig praktisch bruikbaar hedendaags NederlandsGa naar eind(7). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. Verklarend SynoniemenwoordenboekIn 1988 verscheen het Verklarend Synoniemenwoordenboek (Sijthoff, Amsterdam. 287 blz.) van Riemer Reinsma. Dit woordenboek geeft het betekenisonderscheid aan tussen alfabetisch gerangschikte trefwoorden en de synoniemen ervan. Het is bedoeld als ‘een handzaam naslagwerk voor mensen die al dan niet beroepsmatig schrijven, in het openbaar spreken, voor scholieren en voor doorgewinterde taalfijnproevers’ en ‘wil aardige lectuur zijn voor lezers die zich graag verdiepen in overeenkomsten en verschillen tussen woorden’.
Hoewel de auteur in zijn inleiding belooft weloverwogen maar resoluut het onderscheid tussen synoniemen aan te geven, luidt de kritiek toch dat hij te weinig exact aangeeft waarin de woorden van elkaar verschillen. Weliswaar mogen we hem dat niet te kwalijk nemen, want niets is zo moeilijk als precies en beknopt het onderscheid tussen synoniemen, als bijv. slim en knap, te omschrijven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 31]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De bescheiden omvang van het boek brengt mee dat het zeer onvolledig is. Hoewel betrekkelijk veel synoniemen (7500) verklaard worden, maken deze toch nog maar een klein gedeelte uit van de hele Nederlandse woordenschat. Onvermijdelijk is de gemaakte keuze subjectief, zowel wat de opgenomen trefwoorden als wat de behandelde synoniemen betreft.
Ondanks deze tekorten biedt dit synoniemenwoordenboek toch heel wat interessant taalmateriaal, vooral een ‘bloemlezing bestaande uit een flink aantal groepen en woorden die in betekenis dicht bij elkaar liggen’Ga naar eind(8). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. Wolters' Synoniemengids voor het NederlandsUitvoeriger dan de twee vorige werken is Wolters' Synoniemengids voor het Nederlands (Wolters-Noordhoff, Groningen, 1989, 615 blz.). Dit synoniemenboek, dat meer dan 21.000 trefwoorden en ongeveer 85.000 synoniemen geeft, voorziet volgens het Woord vooraf ‘in de behoefte van mensen die in geschreven taal hun gedachten exact of bondig willen weergeven of die een variant op een eerder gebruikt woord zoeken’.
In dit werk wordt bij elk alfabetisch gerangschikt trefwoord allereerst de woordsoort aangegeven, zo nodig meer dan één, met de verschillende betekenissen van het woord, waarbij dan telkens enige synoniemen staan. Toch dekken deze synoniemen elkaar vaak niet helemaal en komt het ook voor dat het trefwoord een overkoepelende naam is van erop volgende soorten of vormen. Verklaringen worden er niet gegeven.
Zonder tussenkomst van een register wordt naar de verschillende clusters van synoniemen verwezen. Ook zijn er nog verwijzingen naar woorden die geen synoniem zijn van het trefwoord, maar die zelf als trefwoord zijn opgenomen ‘met als een van zijn synoniemen het woord van waaruit verwezen wordt’. Deze laatste zin uit de Inrichting van de synoniemenlijst (p. 9) lijkt wat verwarrend en wijst wel op een niet-verklaarde, slechts onvolledige synonymie.
Al is dit werk vrij uitvoerig, toch blijft het een beperkte keuze uit de volledige Nederlandse woordenschat. Het is niet duidelijk volgens welk criterium de opgenomen waarden gekozen werden. Gewone werkwoorden en adjectieven zijn blijkbaar goed vertegenwoordigd, maar veel andere heel gewone woorden ontbreken, bijv. aap, binnen, broek, gras en hoed.
Ondanks zijn beperkingen geeft dit synoniemenboek toch goede synoniemen voor een groot aantal woorden. Heel nauwkeurig en volledig is de beschrijving echter nietGa naar eind(9). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. Groot Synoniemenwoordenboek van Van DaleHet recentste Nederlandse synoniemenwoordenboek, het Groot Woordenboek van synoniemen en aanverwante woorden (Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpen, 1991. 1215 blz.), samengesteld onder leiding van P.G.J. van Sterkenburg, is aanmerkelijk uitvoeriger dan de drie vorige woordenboeken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 32]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een belangrijke vernieuwing in dit woordenboek is de structurering: de meer dan 45.000 trefwoorden worden in ongeveer 2000 ‘boomstructuren’ ondergebracht. Zo worden bij de alfabetisch gerangschikte trefwoorden eerst enige synoniemen vermeld, met een min of meer gelijke betekenis, daarna eventueel een antoniem, met een tegengestelde betekenis, en verder enige hyponiemen, met een engere betekenis, waarvan de nuance beknopt in de marge wordt aangegeven. Ten slotte volgt een verwijzing naar hyperoniemen, met een ruimere betekenis dan het trefwoord. Het verband tussen de trefwoorden en de erbij horende synoniemen, antoniemen, beperktere en ruimere begrippen is typografisch op een speciale manier aangegeven. Dat vraagt enige oefening bij het gebruik, maar met behulp van de gebruiksaanwijzing kan men er vlug aan wennen.
Alle opgenomen verwante woorden staan zelf ook als trefwoord in het woordenboek. Dat bij elk van die trefwoorden de hele reeks synoniemen weer herhaald wordt, kan gemakkelijk zijn voor de gebruiker, maar het doet de omvang van het boek sterk toenemen. Zo worden reeksen van een 50-tal synoniemen telkens een 50-tal keren in het woordenboek herhaald. Verscheidene keren wordt een reeks van een 20- of 30-tal synoniemen meer dan eens op dezelfde bladzijde herhaald.
Uit: Het Groot Synoniemenwoordenboek | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 33]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Volgens de inleiding zijn ‘de geselecteerde trefwoorden actueel en hedendaags’. Wel heeft men zich moeten beperken en zijn ‘niet alle woorden die tot een bepaalde begripscategorie behoren’ opgenomen, omdat dit voor een woordenboek van synoniemen ‘een onmogelijke opgave’ is.
Zo zijn bij grote opsommingen alleen woorden opgenomen die synoniemen en/of hyponiemen hebben, maar bijv. niet het lichaamsdeel arm, ‘omdat het geen synoniemen heeft’. Evenmin vindt men hier encyclopedische termen en puur vaktechnische woorden.
Het basismateriaal voor dit woordenboek komt uit de reeks grote Van Dale-vertaalwoordenboeken voor hedendaags taalgebruik. Daarnaast zijn ook ongeveer 7500 uitdrukkingen en andere vaste verbindingen opgenomen, grotendeels uit het Van Dale Handwoordenboek Hedendaags Nederlands (1988).
Een andere vernieuwing in de traditie van de Nederlandse synoniemenwoordenboeken is dat hier de stijlverschillen duidelijk worden aangegeven, met afkortingen tussen haakjes. Zo wordt erop gewezen dat een woord tot het bargoens, de jeugdtaal, de vulgaire, de informele of de formele taal behoort, dat het eufemistisch, schertsend, ironisch, beledigend of archaïsch is. De criteria hiervoor lijken soms wat subjectief: sommige woorden worden te gemakkelijk ‘archaïsch’ of ‘formeel’ genoemd. In het algemeen valt echter vooral het grote aantal informele woorden en woorden uit de jeugdtaal en het bargoens op: dit hangt wellicht samen met het ‘actuele en hedendaagse’ karakter van het woordenboek.
Informatie over de betekenisverschillen tussen de woorden vinden we in het bovenvermelde systeem van ‘boomstructuren’. De moeilijke vraag naar het juiste onderscheid tussen betekenisverwante woorden blijft echter grotendeels onbeantwoord. Overigens blijken op verscheidene plaatsen reeksen synoniemen en hyponiemen niet juist met elkaar in relatie gebracht te zijn. Verder zijn in de reeksen ook heel wat leemten aan te wijzenGa naar eind(10). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7. BesluitIn systematische woordenboeken worden woorden en uitdrukkingen opgenomen te midden van een betekenisveld. De context suggereert er de betekenis en vaak ook de gevoelswaarde en gebruikssfeer. Tot dit genre behoort Het juiste woord, dat het volledigste bestand van Nederlandse synoniemen bevat.
De synoniemenwoordenboeken in de eigenlijke zin gaan eigenlijk uit van het afzonderlijke woord, dat als trefwoord wordt vergeleken met betekenisverwante woorden. Onder de recente werken in dit genre is het Verklarend Synoniemenwoordenboek van R. Reinsma het enige dat alle betekenisverschillen tracht te verklaren. Het Groot Synoniemenwoordenboek van Van Dale heeft als belangrijke vernieuwingen de structuur van de betekenisrelaties en de aanwijzing van de gebruikssfeer en de gevoelswaarde van de woorden. |
|