[Neerlandica extra Muros - februari 1991]
Van de redactie
Neerlandica extra Muros wordt voortaan uitgegeven door Van In, Lier, België. De redactie heeft vriendelijk en met woorden van dank voor de samenwerking afscheid genomen van uitgever Coutinho in Muiderberg, Nederland. De beslissing om van uitgever te veranderen, is alleen op grond van financiële overwegingen genomen. NEM ziet er dus anders uit: het heeft een andere kaft en een andere bladspiegel. De redactie hoopt dat de lezers daar gauw aan wennen.
Bij dit nummer wordt voor het eerst een jaargang vermeld: XXIX staat er. Het allereerste nummer van NEM verscheen immers in april 1963 als ‘contact- en inlichtingenblad’ dat ‘op onregelmatige tijden doch ongeveer elk half jaar aan de hoogleraren en de lectoren neerlandistiek aan buitenlandse universiteiten’ zou worden toegezonden om ‘hun een aantal mededelingen te doen geworden betreffende feiten en gebeurtenissen op ons vakgebied’. Bij de oprichting van de IVN in 1970 werd NEM dan ook het ‘halfjaarlijks contact- en inlichtingenblad van de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek’; tot en met nr. 31, najaar 1978, zou het worden uitgegeven door Van Gorcum, Assen, Nederland.
In nr. 30, voorjaar 1978, kondigt de intussen nieuwe redactie ook een nieuwe rubriek aan: ‘Mengelwerk’, waarin allerlei artikelen, uitvoeriger boekbesprekingen en bijdragen allerhande ondergebracht worden. Dat ‘Mengelwerk’ komt aanvankelijk nog op de tweede plaats, na het nieuws ‘Van de IVN’ en ‘Van buiten de muren’.
Van nr. 32, voorjaar 1979, af verschijnt NEM bij Coutinho en in nr. 37, najaar 1981, gaan de artikelen de hoofdbrok uitmaken: de naam ‘Mengelwerk’ vervalt. In dat nr. 37, najaar 1981, verschijnt ook de eerste ‘Kroniek van de poëzie’ van Th. Hermans onder die naam. De literatuurbijdrage van R.P. Meijer heet van nr. 38, voorjaar 1982, af ‘Kroniek van het proza’; van nr. 43, najaar 1984, af is NEM het ‘halfjaarlijks tijdschrift van de IVN’. Sinds nr. 49, najaar 1987, verzorgt E. Nieuwborg eens per jaar de ‘Kroniek van het Nederlands als vreemde taal’ en intussen is er ook de ‘Kroniek van Land en Volk’ waarvoor K. Snoek (over Nederland) en G. Janssens (over Vlaanderen, en voor de eerste keer in dit nummer) schrijven.
Een laatste, zeker niet onbelangrijke, nieuwigheid is de verhoogde verschijningsfrequentie: de XXIXe jaargang, 1991, zal drie nummers van ieder 48 p. tellen. De redactie streeft ernaar met ingang van 1992 óf drie nummers van ieder 72 p. óf vier nummers van 48 p. uit te geven. NEM zal dan een hele ontwikkeling achter de rug hebben. De redactie neemt zich voor ook binnen de grotere omvang kwaliteit te blijven bieden.
Namens de redactie, Jos Wilmots