[Neerlandica extra Muros - november 1968]
In memoriam Prof. dr. Adriaan J. Barnouw
Bijzonder getroffen, ja ontsteld heeft ons het bericht van het overlijden van Prof. Barnouw op 27.9. l.l. in het buitenverblijf van zijn dochter op Shelter Island, waar hij tijdens de laatste jaren zijn zomervakanties placht door te brengen. ‘He peacefully passed away’, zoals een Amerikaanse vriend ons schreef.
Vooral door de voorgenomen uitgave van een door hem zelfgemaakte keuze uit de ‘Monthly Letters’ die hij 36 jaar lang voor de Netherland-America Foundation geschreven heeft, was er tussen de Werkcommissie en met name haar secretaris, Barnouws oudleerling aan het Haags gymnasium, een intensief schriftelijk verkeer, ja een sterke vriendschap gegroeid met de 90-jarige, wiens brieven evenwel bewezen, dat zijn geest nog geheel en al de scherpte en tegelijkertijd de mildheid van oordeel van vroeger dagen behouden had. Hoezeer het ons bedroeft, dat Prof. Barnouw de uitgave, die door de Fa. Van Gorcum keurig verzorgd wordt, nu niet meer zelf in handen houden zal, toch troost het ons te weten, dat wij hem begin juli hebben kunnen meedelen, dat de uitgave er nu met zekerheid komen zou. Ook hebben wij hem geregeld lijsten van de intekenaren toegezonden, die hem veel vreugde bereid hebben. Prof. Barnouw heeft ons voor ons initiatief en ons doorzettingsvermogen herhaaldelijk op ontroerende wijze zijn dank betuigd, welke dank wij door deze gaarne doorgeven aan allen die tot het welslagen van het plan hebben meegewerkt.
Adriaan Jacob Barnouw werd op 9.10.1877 te Amsterdam geboren, studeerde 1895-1900 letteren te Leiden en 1900-1901 te Berlijn. In 1902 promoveerde hij op een proefschrift ‘Textkritische Untersuchungen über den Gebrauch des bestimmten Artikels und des schwachen Adjektivs in der altenglischen Poesie’. Van 1902 tot 1919 was Dr. Barnouw leraar in het Nederlands aan het Gymnasium Haganum en 1907-1913 privaatdocent in de anglistiek te Leiden. Van 1913 tot 1919 was hij werkzaam als correspondent van de ‘New York Nation’, 1919-1921 als Associate Editor van ‘The Weekly Review’ (New York), de beide laatste jaren eveneens als Queen Wilhelmina Lecturer aan de Columbia University, 1921-1947 als Queen Wilhelmina Professor.
Behalve door bovengenoemde werkzaamheden heeft Prof. Barnouw zijn briljante gaven als redenaar en als publicist onvermoeibaar in dienst gesteld van de verbreiding van de kennis der Nederlandse cultuur in de Verenigde Staten en van de engelstalige landen als zodanig. ‘Mijn bibliografie is onbescheiden lang geworden’ schreef hij ons eens ‘omdat ik zo onbescheiden lang het leven gehouden heb’. Beroemd werden o.a. zijn eminente vertalingen, zowel van het Engels in het Nederlands (Chaucer), als van het Nederlands in het Engels, waarvan wij hier noemen: ‘Beatrijs’ (1915), ‘Mariken van Nieumeghen’ (1924), de bloemlezing ‘Coming After’: gedichten van de middeleeuwers