Neerlandia/Nederlands van Nu. Jaargang 112
(2008)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermdNeerlandofonieAls Fransman en Nederlandse die al een paar jaar in Vlaanderen wonen, én als professionele gebruikers van de Nederlandse taal, worden wij dagelijks met die varianten geconfronteerd. Ook als je vertalen in het Nederlands doceert in Vlaanderen is het onmogelijk je kop in het zand te steken als het over varianten gaat in de standaardtaal. Philippe Noble verwoordt zijn (poging tot) taalinburgering in Vlaanderen als volgt: ‘Het lijkt er namelijk soms op dat ik de taal opnieuw moet leren. [...] Zo probeer ik me steeds weer aan te passen: ik ‘loop’ steeds minder - want in Vlaanderen betekent het ‘hardlopen’ en dat valt me steeds zwaarder - maar ik ‘stap’. Ik doe mijn hemden niet meer in een ‘la’ maar in een ‘schuif’. Ik zit niet meer ‘in’ de tram (uitspraak: trèm) maar ‘op’ de tram (uitspraak: ‘tram’) en daar stap ik niet meer ‘uit’ maar ‘af’. Ik doe niets meer in de ‘ochtend’ maar alles in de ‘voormiddag’. Enzovoorts. Maar dat is verre van voldoende. In elke zin die ik uitspreek is er - buiten mijn onmiskenbaar ‘noordelijke’ tongval en intonatie - wel een woord, een uitdrukking of een volgorde, waardoor ik door de mand val en onmiddellijk ontmaskerd word als ‘Hollander’, wat in Vlaanderen niet per se lovend wordt bedoeld. Taalvariatie binnen het Nederlandse taalgebied is dus, misschien wel tegen wil en dank, een zeer concreet onderdeel van mijn dagelijkse werkelijkheid geworden ...’.
(uit: Désirée Schyns & Philippe Noble, ‘Neerlandofonie’. In: Ons Erfdeel, jg. 51 (2008), nr. 2, pp. 98-107) |
|