| |
| |
| |
Grammatica
Waarin VTM verschilt van de VRT (en PSV van de KNVB)
Lidwoordgebruik bij letterwoorden
Frank Joosten
Letterwoorden leveren taalkundig interessante onderzoeksvragen op. Waarin verschillen letterwoorden als VTM of VRT van afkortingen als d.w.z. of enz.? Welke types letterwoorden en afkortingen bestaan er zoal? (Zie Joosten & Smessaert 1999.) Of waarom spreek je VUT en MUG uit als vut en mug, maar VAB en MAS als vee-aa-bee en em-aa-es? (Zie Joosten 2002.) In dit artikel tracht ik een antwoord te formuleren op een andere interessante vraag, perfect verwoord door Van der Horst (2001):
Enkele weken geleden vroeg ik me af waarom we altijd spreken van de VRT (en in het Leuvense van de ROB), maar nooit van de VTM, de VT4. Omgekeerd is VRT dan weer niet mogelijk, of toch ongewoon. Uit brieven van lezers blijkt dat ik niet de enige ben die het zich afvraagt. Maar verklaren kunnen we het verschijnsel nog niet.
Los van de kanttekening dat de VTM toch wel af en toe voorkomt (vooral in informelere volkstaal), zie je bij letterwoorden met een eigennaamstatus inderdaad grammaticale variatie: sommige kiezen een lidwoord (de VRT, de VVD, het ABVV), andere gaan lidwoordloos door het leven (VTM, ING, PSV) en nog andere twijfelen een beetje (VAB of de VAB, KLM of de KLM, KBC of de KBC). In wat volgt, pretendeer ik niet dat ik dé verklaring heb voor deze variatie, maar enkele aanzetten meen ik toch te kunnen geven. Ik behandel alleen eigennamen. Letterwoorden met soortnaamkarakter (bv. pc, dvd, sms) kunnen vanzelfsprekend met (bepaalde en onbepaalde) lidwoorden gecombineerd worden.
Ik start met twee zaken die Van der Horst opmerkt. De betekenis, d.w.z. de lange, volledige basisvorm van het letterwoord (bv. Vlaamse Radio en Televisie voor VRT) speelt geen verklarende rol:
De letters VRT staan, geloof ik, voor Vlaamse Radio en Televisie: de radio en de televisie dus de VRT lijkt niet vreemd. [...] Maar VTM staat voor Vlaamse Televisiemaatschappij: de maatschappij, dus de VTM was niet onmogelijk geweest. Toch doen we dat niet. Komt het doordat we wel naar de televisie kijken, maar niet naar de maatschappij? Nee, dat kan niet want in Nederland spreekt men altijd over de Tros, waarin S staat voor stichting. Als je naar een stichting kunt kijken, kun je ook naar een maatschappij kijken. [...] Nee, ik denk niet dat we de verklaring zullen vinden door te spitten in het letterwoord zelf.
Waar moeten we dan wel spitten volgens Van der Horst?
Het heeft, denk ik, veeleer iets te maken met de positie in het hele bestel. Iets in de trant van: de ene of de andere VTM, of een VT5 of VT6 meer of minder, dat maakt niet uit, maar er is slechts één echte VRT. En daarom is het de VRT. Ik kan niet bewijzen dat de verklaring in deze richting gezocht moet worden, maar ik meen iets overeenkomstigs te zien in boektitels. Onder boekenlezers bestaat het interessante verschijnsel dat sommige titels er van de lezers een lidwoord bij krijgen, terwijl de meeste dat niet krijgen. Zo spreekt men van de Camera Obscura, de Sara Burgerhart en de Max Havelaar. Niet de schrijver zette er een lidwoord bij, maar de lezers doen dat als ze over die boeken spreken. Het gebeurt alleen bij beroemde en veel gelezen boeken. [...] Ik heb de indruk dat maatschappijen zelf liefst geen lidwoord gebruiken, terwijl het spraakgebruik neigt tot toevoeging van een lidwoord. Ik heb een voorzichtig vermoeden dat die maatschappijen juist heel blij zouden moeten zijn met die toevoeging van het lidwoord. Maar de praktijk is dat ze zelf het lidwoordgebruik afremmen.
Naar mijn mening veralgemeent Van der Horst de zaken iets te sterk. Ten eerste kan de basisvorm van een letterwoord af en toe wel degelijk een rol spelen. Waarom was het in het pre-Groen!-tijdperk Agalev en niet de Agalev? Wel, heel simpel, omdat de basisvorm Anders gaan leven ook niet met een lidwoord gecombineerd wordt. Idem voor Spirit (Sociaal, Progressief, Internationaal, Regionalistisch, Integraaldemocratisch, Toekomstgericht) of THOR Waterschei (Tot Heil Onzer Ribbenkast). De keuze tussen lidwoord of geen lidwoord duikt dus alleen maar op bij nominale groepen, niet bij verbale, adjectivische, prepositionele enz. Andere voorbeelden van zulke lidwoordloze letterwoorden zijn Velo (Veilig en Ecologisch in Leuven Op de fiets) en Amada (Alle macht aan de arbeiders). En zelfs als er sprake is van een nominale groep, dan zijn er soms nog factoren die de toevoeging van een lidwoord belemmeren.Ga naar eind1 Anderzijds geef ik grif toe dat de meeste letterwoorden onproblematische nominale groepen hebben als basisvorm. Van der Horst heeft helemaal gelijk als hij zegt dat daarin verderspitten niet meteen iets lijkt op te leveren.
| |
| |
Tweede veralgemening: de staat voor ‘de enige échte’. De rest van dit artikel toont aan dat de en het echt wel vaak voorkomen bij letterwoorden, in ieder geval te vaak om Van der Horsts hypothese geloofwaardig te noemen. Als (met de nodige overdrijving) zowat elke instelling of organisatie aanspraak maakt op een de- of het-toevoeging, hoe rijm je dat dan met ‘de enige échte’?
Ik zou het dan ook over een andere boeg willen gooien en lanceer graag de volgende hypothese. Een lidwoord gebruik je voornamelijk bij letterwoorden voor algemene, non-profitachtige, door de gemeenschap/overheid gefinancierde, op algemeen en sociaal welzijn georiënteerde groeperingen en instellingen. En je vermijdt een lidwoord meestal net voor commerciële ondernemingen, bedrijven, privé-instellingen e.d. De hypothese verklaart zeker niet alle verschillen, maar ze vat wel een tendens samen die ik meen te kunnen herkennen. Laten we eens naar een paar (exemplarische, allesbehalve exhaustieve) lijstjes kijken:
| |
non-profit / gemeenschap (België/Nederland)
■ |
mét lidw |
het KMI, de ANWB, het FANC, de NMBS, de Vlir, het NIS, het FWO, het Riziv, het IVK, de KANTL, de KAV, de VIK, het VIB, de BOB, de PTT, het VITO, de RVA, de Vlhora, de VLOR, het BOIC, het ALF, de SERV, de KNVB, de KNAU, het SMAK, het VBO, het ACV, het ABVV |
■ |
zonder lidw |
GAIA, Unizo, Sabam |
■ |
met of zonderGa naar eind2 |
VAB/de VAB, OVAM/de OVAM, VDAB/de VDAB, Bloso/het Bloso |
| |
profit / individu (België/Nederland)
■ |
mét lidw |
de VUM |
■ |
zonder lidw |
Biac, Amev, DAT, ING, IMEC, Acco, ABN Amro, Crefibel |
■ |
met of zonder |
KBC/de KBC, Cera/de Cera, Omob/de Omob, Hema/de Hema, ASLK/de ASLK |
| |
non-profit / gemeenschap (internationaal)
■ |
mét lidw |
de EU, de EEG, de VN, de NASA, de NAVO, het IOC, het WWF, de OPEC, de OESO, de IMO, de CIA, het FBI, de KGB, de UCI, de Fifa, de Uefa, de NBA, het WADA, de Gestapo, de ETA, de PKK, de PLO, de/het GIA, de/het IRAGa naar eind3 |
■ |
zonder lidw |
Unicef, Unesco, Oxfam |
■ |
met of zonder |
/ |
| |
profit / individu (internationaal)
■ |
mét lidw |
/ |
■ |
zonder lidw |
IBM, ITT, BMW, BASF, DHL, HP, GM, UPS, TDK, SAS, KPMG, Seca, BP, Texaco, Agfa, Fiat, UPC |
■ |
met of zonder |
/ |
Ook al zijn er zeker uitzonderingen (de VUM, Unicef), toch lijkt de tendens op basis van de bovenstaande voorbeelden vrij duidelijk: commerciële ondernemingen zonder lidwoord, overheidsinstellingen, verenigingen en non-profitorganisaties mét lidwoord. Dat letterwoorden voor commerciele ondernemingen door de bank genomen geen lidwoord krijgen, is verre van verrassend. Bedrijfsnamen en merknamen in het algemeen blijken meestal ook lidwoordloos te blijven: Proximus, Fortis, Reebok, Festina, Coca-Cola enz. Als er al een lidwoord wordt gebruikt, dan maakt dat vaak integraal deel uit van de bedrijfsnaam, zoals bij de kranten De Morgen, De Standaard, De Telegraaf of de Volkskrant.
In de bovenstaande tabellen heb ik een aantal (te verwachten) letterwoorden niet opgenomen, omdat er wel iets meer over te vertellen valt. Ons uitgangspunt bijvoorbeeld: de VRT vs. VTM. Is het toeval dat openbare omroepstichtingen vaak een lidwoord krijgen (de VRT, de BBC, de RAI, de Vara, de NOS)? En dat het vooral commerciële omroepen zijn die lidwoordloos door het leven gaan (VTM, CNN, MTV, ITV)?Ga naar eind4 Ik denk het niet, al geef ik meteen toe dat er bij nogal wat omroepen variatie mogelijk is (ARD of de ARD, RTBF of de RTBF), dat ik niet weet waarom de Spaanse openbare omroep toch TVE heet (en niet de TVE) en dat regionale tv-zenders - tegen de verwachtingen in - vaak lidwoordloos blijven (ATV, WTV, TVL).Ga naar eind5
Als letterwoorden voor commerciële ondernemingen onverwacht toch vergezeld gaan van een lidwoord, dan zijn er grosso modo drie mogelijke redenen:
- | De grens tussen commerciële onderneming en overheidsbedrijf is niet zo duidelijk. |
- | De onderneming moet onderscheiden worden van haar winkels en verkooppunten. |
- | Er is sprake van een bekende onderneming met een groot ‘de enige échte’-gehalte. |
Ik geef van elk een paar voorbeeldjes.
Een schemerzone tussen commerciële onderneming en overheidsbedrijf vormen nationale luchtvaartmaatschappijen, zoals KLM of het vroegere Sabena. Van der Horst (2001) geeft aan dat zowel KLM als de KLM mogelijk is en dat blijkt ook als je op Google zoekt. Voor Sabena gaat die vlieger niet op: alleen lidwoordloos gebruik, zoals bij een commerciële onderneming.
Bij letterwoorden als IKEA, JBC, V&D, Aldi of C&A is er iets anders aan de hand. Ze kunnen zowel mét als zonder lidwoord gebruikt worden, maar er is een verschil in betekenis. Vergelijk:
(a) | IKEA heeft een nieuwe vestiging geopend in Frankrijk. |
b | We gaan morgen naar IKEA/de IKEA. |
| |
| |
De onderneming op zich blijft lidwoordloos, zoals in (a), maar naar een winkel of plaatselijk verkooppunt van die onderneming kun je verwijzen met de, zoals in (b). De IKEA staat dan synoniem voor de IKEA-winkel. Die regel geldt trouwens ook voor niet-letterwoorden: Vandaag gaan we naar de Colruyt / de Carrefour / de Esprit. Bij de commerciële ondernemingen uit de tabel hierboven is er niet echt sprake van winkels of verkooppunten. Vandaar geen mogelijkheid tot de IBM of de BASF.
En dan rest ons nog de derde categorie: letterwoorden als KBC, Cera, Omob, Hema en ASLK, die we al in ons eerste tabelletje tegenkwamen: behalve lidwoordloos nu en dan ook mét lidwoord. Hier heb ik het gevoel dat Van der Horst zijn ‘de enige échte’-regeltje wel eens van toepassing zou kunnen zijn. Het gaat stuk voor stuk om bedrijven met naam en faam, die ook los van afzonderlijke kantoren of verkooppunten (lees: als commerciële onderneming op zich) een lidwoord kunnen krijgen. Toch blijft lidwoordloos gebruik in de meeste gevallen het frequentst.
We keren weer even terug naar de andere kant van het spectrum: overheidsinstellingen, verenigingen en non-profitorganisaties. In de bovenstaande tabellen kwamen geen politieke partijen voor, maar ook die volgen de algemene tendens, mét lidwoord: de VLD, de sp.a, de N-VA , de PS, de MR, het CDA, de VVD, de PvdA enz.Ga naar eind6 Als een lidwoord ontbreekt, dan heeft dat zo goed als altijd met de basisvorm van het letterwoord te maken. De niet-nominale basisvormen in het geval van Spirit, Agalev en Amada werden al eerder genoemd. Verder kom je zowel CD&V als de CD&V tegen; de basisvorm Christen-Democratisch en Vlaams is adjectivisch (m.a.w. niet-nominaal), maar kennelijk kan het lidwoord de toch toegevoegd worden, waarschijnlijk analoog met de andere ‘grote’ partijen. Ook bij de Democraten van 1966 is er variatie mogelijk: D66 en de D66.
Een andere groep van letterwoorden die niet terug te vinden was in de tabellen, is die van onderwijsinstellingen. Volledig conform de algemene tendens zien we dat letterwoorden voor universiteiten en hogescholen samengaan met een lidwoord: de KUL, de VUB, de KUB, de UA, de ULB, de PHL, de KULAK, de KHLim en ga zo maar door. Ook middelbare scholen kiezen trouwens voor een lidwoord: het VTI, het TIHH, het KTAGa naar eind7 enz. Enige uitzondering in het geheel: mijn eigen hogeschool XIOS. XIOS staat voor eXpertisecentrum voor Industrie, Onderwijs en Samenleving, maar doordat het letterwoord (als een soort missie) in de ruimere nominale groep de XIOS Hogeschool Limburg wordt gebruikt, is de korte weg gewoon XIOS en niet het XIOS. Het lidwoord het bij expertisecentrum vloekt immers met het lidwoord de bij hogeschool. Bij twee andere hogescholen bestaan beide mogelijkheden: de Ehsal of Ehsal, de Vlekho of Vlekho.
We komen tot een laatste categorie van letterwoorden die we nog niet besproken hebben: die van sportverenigingen. Hoewel heel wat verenigingen, bonden e.d. van een lidwoord vergezeld gaan, geldt zoiets hoegenaamd niet voor voetbalclubs als PSV, NEC, RKC, GBA of STVV. Misschien omdat ze een commerciëlere inslag hebben?
Wat onthouden en besluiten we nu uit deze ontdekkingstocht naar lidwoorden in letterwoordenland?
De algemene tendens is schematisch als volgt weer te geven:
non-profit / gemeenschap (verenigingen) |
lidwoord de/het |
vs. |
|
profit / individu (bedrijven) |
geen lidwoord |
2 |
De observaties van Van der Horst (2001) moeten genuanceerd worden. |
2.1 |
De basisvorm van het letterwoord heeft soms wel degelijk invloed op lidwoordgebruik. |
2.2 |
De observatie dat ‘maatschappijen zelf liefst geen lidwoord gebruiken’, klopt maar gedeeltelijk (nl. voor de commerciële) en gaat voorbij aan de grote hoeveelheid letterwoorden mét een lidwoord. |
2.3 |
Uiteraard kiezen taalgebruikers zelf wat ze zeggen, maar we mogen de invloed van de instelling, organisatie of onderneming bij de creatie (het aanvankelijke gebruik) van het letterwoord niet onderschatten (vgl. XIOS). |
2.4 |
Waarschijnlijk speelt analogie geregeld een belangrijke rol (vgl. (de) CD&V), met name bij letterwoorden uit minder bekende talen (bv. de ETA, de PKK, de KGB). |
3 |
Hoewel grammaticale taalvariatie door de bank genomen vooral op een conceptuele, cognitief-semantische manier te verklaren is, spelen in dit verhaal denotationele zaken een belangrijke rol. Taal is zelden of nooit een spiegel van de buitentalige werkelijkheid - ook nu niet - maar dat neemt niet weg dat de hoofdvraag van dit artikel alleen maar met de nodige ‘wereldkennis’ aangepakt kan worden. |
| |
Bibliografie
■ | Philippe Hiligsmann (1998). ‘De of het FBI? That's the question! Over het genus van afkortingen’, in: Nederlands van Nu 46, pp. 78-82. |
■ | Joop van der Horst (2001). ‘De VRT’, in: De Standaard, 25-26 augustus 2001, p. 15. |
■ | Frank Joosten (2002). ‘De uitspraak van letterwoorden in het Nederlands’, in: Nederlandse Taalkunde 7, pp. 238-263. |
■ | Frank Joosten & Hans Smessaert (1999). ‘Afkortingen: een voorstel tot typologisering’, in: Leuvense Bijdragen 88, pp. 267-287. |
| |
| |
■ | Wim mattens (1970). De indifferentialis - Een onderzoek naar het anumerieke gebruik van het substantief in het Algemeen Bruikbaar Nederlands, |
|
-
eind1
-
TVL (Televisie Limburg) en WTV (West-Vlaamse Tele-visie) worden beide doorgaans zonder lidwoord ge-bruikt, maar de basisvorm van TVL dwingt daar meer toe dan WTV: het lidwoord de in de Televisie Limburg (met Limburg in postpositie) klinkt nogal eigenaardig. De West-Vlaamse Televisie (met het vooropgeplaatste adjectief West-Vlaamse) is perfect grammaticaal. Lidwoordbelemmerende factoren zijn ook de aanwezigheid van cijfers of eigennamen in de basisvorm. Het is VT4 en niet de VT4, omdat lidwoorden wegvallen wanneer je begint te tellen: appel één, appel twee, appel drie (niet: de appel één enz.), dus ook Vlaamse Televisie 4 (VT4). De voetbalclub Paris-Saint Germain wordt verkort tot
PSG en niet de/het PSG en persoonsnamen in de basisvorm maken JBC (Jean-Baptiste Claes) en C&A (Clemens & August Brenninkmeijer) in principe tot lidwoordloze letterwoorden. Dat je in sommige contexten toch wel de JBC en de C&A zegt, heeft een andere reden die verderop in dit artikel wordt toegelicht.
-
eind2
- Als op basis van een korte Googlesteekproef een duidelijke voorkeur bleek te bestaan voor een van beide mogelijkheden, dan heb ik die hier en in wat volgt onderstreept. Ik ging uit van korte zinsneden met wil en zal, bv. wil het Bloso (19 treffers) vs. wil Bloso (133); zal de VDAB (219) vs. zal VDAB (52).
-
eind3
- Af en toe kan er bij letterwoorden sprake zijn van genusverandering (van de naar het of vice versa). Zie Hiligsmann (1998).
-
eind4
- Alle letterwoorden voor tv- en radiozenders staan een lidwoordloze constructie toe met op (op VRT, op VTM, op BBC enz.), maar dat heeft niets met de letterwoorden op zich te maken, wel met de lidwoordneutraliserende context die je ook aantreft in constructies van het type op school, in bed en met vakantie. Mattens (1970) spreekt in dit verband over de indifferentialis. Ook nevenschikking met het voegwoord en (X en Y; vgl. kat en hond, man en vrouw) kan zo'n lidwoordneutraliserende context vormen: VRT en VTM gaan samenwerken.
-
eind5
- Zendernamen met een cijfer krijgen geen lidwoord: VT4, RTL6, TF1. Zie voetnoot 1 voor meer toelichtingen.
-
eind6
- Ook bij de vroegere namen was dat zo: de PVV, de SP, de VU, de CVP, de PRL enz.
-
eind7
- Maar als er cijfers aan te pas komen, is er geen lidwoord meer: KTA1 en KTA2. Zie ook voetnoot 1.
|