In memoriam
In memoriam Hanny Michaelis
In juni van dit jaar, 2007, stierf de dichteres Hanny Michaelis, 84 jaar oud. Er zullen mensen zijn die niets van haar hebben gelezen, maar wel weten dat zij ooit de echtgenote was van Simon van het Reve, die zich later Gerard Reve noemde. Dit huwelijk, dat ondanks alles tien jaar standhield, heeft uiteraard geleid tot een scheiding en tot een verdriet waaraan Michaelis in haar poëzie zeer fijnzinnig uitdrukking geeft. Er is in haar biografie meer te vinden dat haar weemoed voor een geheel leven heeft aangereikt. Haar beide ouders zijn, terwijl Hanny zelf als jong joods meisje ondergedoken was, tijdens de Duitse bezetting van Nederland opgepakt, naar Sobibor gedeporteerd en daar ongetwijfeld volgens de routine ter plaatse kort na aankomst vergast.
Ze is al heel jong begonnen te dichten, zoals zij vertelt in het boek met haar jeugdherinneringen, getiteld ‘Verst verleden’. Ze maakte prachtige, lyrische poëzie, die overwegend persoonlijke belevingen en gevoelens als thematiek heeft. Ze laat een klein oeuvre na, maar het is van grote intensiteit. Die is te danken aan de nuchterheid waarmee het concrete wordt opgeroepen, de ervaringen en het bijbehorende gevoel. Die combinatie geeft haar poëzie het keurmerk van een onloochenbare authenticiteit. In haar gedichten ontmoet de lezer niet zozeer een auteur als wel een mens.
van gisteren en eergisteren.
Opstaan, het licht trotseren.
carillon van herinneringen
optornen tegen een geheugen
dat geen duimbreed wijkt.
Lachen, praten, overmoedig
denken dat het zo wel gaat.
Merken dat men zich vergist
ook hierin. Heel het treiterend bedrijf
van deze dag en alle volgende
in vier woorden samengebald:
Helder, niets verbergend taalgebruik zonder een schaduw van aanstellerij. Geen schatplichtigheid aan wat de naoorlogse literaire mode, gedomineerd door de Vijftigers, voorschreef. Literair gesproken is Michaelis verwant aan Vasalis. Haar gedichten vertonen een poëtische ordening die aan parlando doet denken - vrijwel altijd mooie, losse, lange zinnen over versregels uitgespreid. Dat is de karakteristieke Michaelis-versificatie. Een no-nonsensestructuur met bijpassend no-nonsensevocabularium, in spannend contrast met een onderliggende existentiële pijn, een aanvechting van wanhoop. Luciditeit, aangelengd met berusting en bescheidenheid, was het fundamentele kernmerk van haar wezen, terwijl haar behoefte om zich uit te spreken toch ook een element van protest inhield. Ze erkende de beperkte toereikendheid van de taaltekens die haar instrumentarium vormen.
spraak gemaakt moet worden.
Kleinspraak. ja, want grootspraak, dat was haar stijl niet. Moet daarin de verklaring worden gezocht voor haar relatieve afwezigheid op het platform waar de Nederlandstalige letteren knetteren? Toegang daartoe vereist luider getoeter dan waartoe deze dichteres bereid was. Bereid was ze wel om Reve, haar ex, vele jaren na de scheiding te gaan opzoeken in zijn woonplaats, het Vlaamse Machelen, om over hun beider werk van gedachten te wisselen. Een gebaar van generositeit en zachtmoedigheid. Van onnadrukkelijke wijsheid ook. Kunnen we voorzien dat ooit, enige generaties na ons, literatuurminnaars ertoe zullen komen om zich bij het horen van de naam Reve af te vragen: Was dat niet de echtgenoot van Hanny Michaelis?
Aart van Zoest