Etymologie
Lage landen, mooie namen
Nostalgisch spellen
Riemer Reinsma
In de rubriek Lage Landen, Mooie Namen Riemer Reinsma aandacht besteedt aan de herkomst van geografische namen in Nederland en Vlaanderen. Namen van steden en dorpen, rivieren en beken, heuvels, landstreken, wegen en straten, en zo meer. In deze aflevering: de spelling van plaatsnamen.
Volgens welke regels moeten aardrijkskundige namen worden gespeld? Vallen ze onder dezelfde spellingregels als ‘gewone’ Nederlandse woorden? In Nederland pakt dat in de praktijk soms anders uit dan in Vlaanderen. Namen vallen formeel buiten de officiële spellingvoorschriften, maar in Nederland worden afwijkingen van de spellingregels veel makkelijker getolereerd dan in Vlaanderen - of misschien moeten we zeggen dat Nederlanders op het gebied van de spelling conservatiever zijn dan Vlamingen. En hoewel we volgens de spellingregels al tientallen jaren herenhuis moeten schrijven, is Heerenveen (Friesland) gewoon Heerenveen gebleven.
Al in 1944 ergerde de Leidse taalkundige J.W. Muller zich daar groen en geel aan (Muller 1944, 204). Vijftig jaar later liet de historicus en naamkundige Rob Rentenaar zich in dezelfde trant over de zaak uit. In een interview (Sitniakowky 1994, 19) spuwde hij zijn gal over aardrijkskundige namen die op overeenkomstige wijze uitgesproken worden maar verschillend gespeld. Zo hebben we Oisterwijk (Noord-Brabant) naast Oosterwijk (Drenthe, Gelderland en Zuid-Holland). Pogingen om zulke spellingen te moderniseren, blijken weinig kans te hebben. Toen er enige tijd geleden plannen werden beraamd om de naam Monnickendam te ontdoen van die ouderwetse c, zette de burgemeester snel een tegenactie op touw om de geliefde letter te redden. Met succes, zoals Rob Rentenaar met verbazing constateerde. Die verbazing lijkt vreemd, want je zou denken dat een historicus dol is op oude spellingen, en blij met ieder spoor dat het verleden in het heden achterlaat.
Toch staat Rentenaar in zijn opvatting bepaald niet alleen - de Monnickendamse burgemeester trouwens evenmin in de zijne. Veel professionele naamkundigen hebben een uitgesproken voorkeur voor een moderne spelling. Enkelen van hen hebben zitting in de Adviescommissie Aardrijkskundige Namen in Nederland, een onderdeel van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. De commissie verdedigt haar voorkeur voor het naleven van de moderne spellingregels als volgt. Een naam wordt niet alleen door de direct betrokkenen gebruikt, maar ook door buitenstaanders. Als hij op een ongebruikelijke, van de normale regels afwijkende manier gespeld wordt, is dat lastig voor mensen buiten de plaats of streek. Wanneer die de naam alleen op het gehoor kennen, zullen ze hem soms in de moderne spelling op enveloppen of in teksten schrijven, en zich er niet van bewust zijn dat dat fout is. En je mag van buitenstaanders niet eisen dat ze die ouderwetse spellingen kennen.
Dat zijn hoogst redelijke argumenten. Toch blijft het bloed kruipen waar het niet gaan kan. De kilheid en zakelijkheid van de industriële, ruilverkavelde samenleving schrééuwt om een zweem van lokale eigenheid en romantiek. Daar komt bij dat die spellingen uit grootmoeders tijd best chic ogen. En wat minstens zo belangrijk is: ouderwetse spelling is een kenmerk van namen. Dat zijn tenslotte versteende woorden.
Het is voor lokale bestuurders moeilijk, niet voor zoveel verleiding te bezwijken. Dat bleek weer eens in 2006, toen drie dorpen in de duinstreek van Zuid-Holland samensmolten tot één nieuwe gemeente. Over de naam waren alle betrokkenen het met elkaar eens, alleen de precieze spelling stond nog niet vast: Teilingen of Teylingen? Het gemeentebestuur had advies ingewonnen bij de genoemde commissie, maar vlak voor de gemeenteraad zou stemmen, liep er iets fout. Een mailtje dat een van de commissieleden naar een collega had gestuurd, lekte uit en leidde tot een publicatie in het Leidsch Dagblad (13 april 2006). Het commissielid had opgemerkt dat de behoefte aan de vermaledijde ey-spelling alleen maar op ‘kapsones’ van het gemeentebestuur duidde, en dat de gemeente op quasihistorische gronden wel de voorkeur zou geven aan een kitscherig archaïsche spelling.
Nu was de boot aan. Het gemeentebestuur ontstak in woede en zette de hakken in het zand. Resultaat: er werden nul stemmen uitgebracht op Teilingen. De i-grec won het met vlag en wimpel van de i. Helemaal gelijk had het commissielid overigens niet met zijn sarcastische oordeel, want in 1338, toen de i-grec nog geen uiting van kitscherigheid of kapsones was, werd de naam als Teylynghen gespeld. De i-grec kwam dus inderdaad voor in een historische bron.