Een scala aan kunstenaars
Er is werk van een dertigtal kunstenaars, van wie sommigen veelvuldig vertegenwoordigd zijn: bijvoorbeeld Eppe de Haan (met het typerende blokje), Eja Siepman van de Berg, Marti de Greef en niet te vergeten Lia van Vugt. Er is werk in brons, marmer, graniet, travertin, hout (veel van Emile van der Kruk) en keramisch materiaal, tot aan een merkwaardige tors in zijde toe.
Sommige kunstenaars blijven dicht bij het ideaal uit de Oudheid, zoals Aart Schonk, voormalig docent aan de Rijksacademie (veelzeggend vakgebied: anatomie) die met hamer en beitel in wit marmer werkt. Hij volgt na, kopieert niet, wil tijdloze emotie uitdrukken, zo zegt hij.
Het werk van zijn oud-leerlinge Eja Siepman van de Berg, vaak staande symmetrische torsen, maakt ook een klassieke indruk. Emotie is voor haar taboe, evenals deformatie. Zij wil het menselijk lichaam zo rationeel mogelijk verbeelden, de ‘klare vorm’ bereiken; Maillol spreekt haar meer aan dan Brancusi, maar zij rekent zich verrassend genoeg tot de minimalisten. Zij werkt in marmer en brons, de huid van haar beelden is bijna altijd glanzend en glad, wit of zwart.
Lia van Vugt is een heel ander type beeldhouwster. Op het gazon voor de villa staat een helderwitte torso van haar in steen, als een ruimtelijk letterteken. De torso is slechts een van haar onderwerpen en ze gebruikt vele materialen: glanzend of geoxideerd brons, maar ook glas, gaas of, zoals de stoere tors/stronk in een van de zalen, hout. Ze hakt en ze modelleert. Haar experimenteerlust doet weldadig aan en heeft een boeiend oeuvre opgeleverd.
Marti de Greef is prominent aanwezig met uitdagende, gedeformeerde beelden. Hij wil spanning bereiken en dynamiek, waardoor hij komt tot ‘onmogelijke’ figuren in brons, die oerkracht uitstralen. Zijn danseres op één been, die met het andere in de ruimte schopt, is een van de boegbeelden van de verzameling.
Een beeldhouwer ten slotte die vrijwel abstract werkt, is Benoît Luyckx. Zijn werken uit Belgisch hardsteen, zijn eerder dubbele schilden dan torsen te noemen, met in strak patroon betekende, iets hellende vlakken. Erg mooi en intrigerend.
Deze beschrijving doet geen recht aan de meer expressieve kunstenaars of aan hen die zich concentreren op fragmenten, maar wil uitnodigen tot verder ontdekken. Er is in 2005 een schitterend boek uitgegeven met foto's en interviews, waarin de meeste beelden zijn terug te vinden en waarin ook de villa en het park belicht worden.