Neerlandia/Nederlands van Nu. Jaargang 111
(2007)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 13]
| |
Kroniek
| |
[pagina 14]
| |
De zaal in het Provinciehuis van Noord-Brabant met op de voorgrond de musici
| |
De prijs en de uitreikingProf. dr. Anton van der Geld heette de gasten en studenten welkom en gaf een overzicht van de dag: ‘Tijdens deze samenkomst zal onze aandacht vooral uitgaan naar twee bijzondere Beneluxers, dr. Jacques Santer, oud-premier van Luxemburg en oud-voorzitter van de Europese Commissie, en dr. Bernard Bot, minister van Buitenlandse Zaken en oud-ambassadeur van Nederland.’ En voorts ‘richten we de aandacht op onze studenten en hun scripties. Zij werken immers als echte “Beneluxers” op politieposten in Nederland en België, bij de Nederlandse Krijgsmacht en in medische en psychologische praktijken in België. Blijven over de Luxemburgers. Zij voltooien volgend jaar hun masteropleiding in de gezondheidszorg voor ouderen.’ Het BeNeLux-Universitair Centrum, gevestigd te Antwerpen, Eindhoven en Luxemburg, wil bijdragen aan de kwaliteit van de samenleving en het uitdragen van de menselijke waarden in Europa. Een middel daartoe is de BeNeLux-Europa Prijs, die jaarlijks wordt toegekend aan personen met uitzonderlijke verdiensten voor de Benelux en voor Europa. De jury wordt gevormd uit de Raad van Advies en Toezicht, en de BeNeLux-Europa-Kring van het B.U.C.
Dr. Jacques Santer, de eerste laureaat, was premier van Luxemburg (1984-1995) en voorzitter van de Europese Commissie (1995-1999). Maar de tijd daartussen en daarna mag dan wel minder belicht zijn, zij is niet minder belangrijk voor ons allen geweest: zijn bijdrage aan de wereld als president van de Wereldbank (1984-1989) en het Internationaal Monetair Fonds (1991-1994), en daarvoor en daarna zijn werk voor het Europarlement en verschillende andere instellingen maakten van deze BeNeLux-Europa Prijs alle facetten waar. Santer heeft zich bovendien ingezet voor de ‘communautaire methode’, waaronder vooral het monopolie van het initiatiefrecht van de Commissie en een actieve rol van het Europese Parlement zijn democratiserende inzet laten zien. De laudatio door Prins Charles-Louis de Merode, raadsheer van het B.U.C., voegde daar nog enkele fundamentele feiten aan toe: ‘Dr. Jacques Santer heeft gepoogd het Benelux-overleg aan de vooravond van belangrijke Europese zittingen te bevorderen. Dat is niet altijd eenvoudig geweest, want de oriëntatie van de drie partners was vaak verschillend, maar juist daardoor was het des te meer nodig. Wij eren in dr. Jacques Santer de wijze waarop hij een bindende rol heeft gespeeld in een periode waarin de Benelux-cohesie niet vanzelfsprekend was.’
Een speciaal gevoel kregen de Nederlandse aanwezigen bij de prijs die laureaat dr. Bernard Bot mocht ontvangen. Prins Charles-Louis de Merode en prof. Anton van der Geld prezen de in Batavia geboren eminente jurist en diplomaat als de man die het bewustzijn van het belang van de Benelux-samenwerking nieuw leven heeft weten in te blazen: Bot gaf in de Internationale Spectator aan, dat het Bruto Nationaal Product van de Benelux-landen tezamen even groot is als dat van Spanje. Geteld bij het feit dat de materiële machtsverschillen binnen de EU zijn afgenomen en geen van de lidstaten nog ‘structuurscheppende macht’ heeft, keerde Bot zich tegen eenzijdige afhankelijkheid van de grote lidstaten en zet zich in voor de sterkte van zijn land, van de Benelux en van Europa. Beiden kregen vervolgens de versierselen omgehangen die bij de prijzen hoorden. In hun dankwoorden beklemtoonden beiden dat Europa een nieuw gezicht moet krijgen en dat de inzet van de drie Benelux-landen daarbij onmisbaar is. Dit wordt nog vaak in regeringskringen en daarbuiten vergeten.
De gehuldigden treden in het voetspoor van voorgangers als prof. mr. Pieter van Vollenhoven, lid van het Koninklijk Huis van Nederland en voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, en dr. Herman De Croo, voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers van België, die vorig jaar de prijs mochten ontvangen; daarvóór werden onder anderen Max van der Stoel, kardinaal Godfried Danneels en de Luxemburger Jean-Claude Juncker onderscheiden. | |
[pagina 15]
| |
Benelux-gevoel en minister EyskensDe Benelux, na bijna vijftig jaar weldra aan nieuwe keuzen toe, was hier op een bijzondere manier bijeengebracht. Dat werd nog eens bevestigd door minister van Staat en oud-premier Mark Eyskens, die als hoofdtitularis van het B.U.C. dit deel van de plechtigheid met bezieling en humor besloot. Hij memoreerde de gang naar de euro als eerste voor de burger tastbare resultaat van een project dat zijn weerga in de geschiedenis niet kent. Hij haalde nog eens met bewondering het moment aan dat koningin Beatrix een gulden tevoorschijn haalde, haar beeltenis toonde en zei dat zij het verdwijnen daarvan meer dan over had voor het project Europa. Hij liet tussen de lachsalvo's door kritisch zien hoe in de politiek de emotie en de opiniepeilingen steeds meer de boventoon zijn gaan voeren. In Nederland hebben we dit inmiddels geweten - de bijval uitte zich in het grote applaus voor hem.
De Benelux behoorde tot de stichters van Europa en zal die historische rol toch extra glans geven als het opnieuw de actieve voorhoede van Europa kan en wil zijn. Daar mag naar onze mening een ‘nee’ van Nederland tegen de afstemming van al die verschillende verdragen op elkaar, die de naam Grondwet kreeg, toch niet meer bij horen. Die sombere gedachte werd deze middag deels door hoop vervangen door de kenners van de Benelux en Europa, die lieten zien dat het nu toch aankomt op een keuze vóór Europa, en dat de beste weg daarnaartoe via de Benelux blijft gaan. | |
De officiële afronding van de B.U.C.-studiesIn vervolg op de uitreiking van de BeNeLux-Europa Prijs en onder het toeziende oog van cursuscoördinatoren prof. dr. W. Bruggeman en prof.dr. L. Verhofstadt werden de B.U.C.-certificaten uitgereikt aan de groepen studenten op de verschillende vakgebieden. De extra dimensie van dit universitair centrum was herkenbaar in de keuze van onderwerpen en in de verbinding die met de menselijke beleving werd gelegd: wetenschap en humaniteit naderden elkaar op het professionele vlak. De ambassadeurs Graff en Carbonez, schout-bij-nacht Nagtegaal en kolonel Verkerk reikten aan functionarissen van de politie in Nederland en België, functionarissen van de Koninklijke Marechaussee, (staf)adjudanten van de Krijgsmacht, en professionals in de psychotherapie de certificaten uit voor hun afgeronde studie aan het B.U.C. Onder de eindscripties van de politiechefs werden enkele belangwekkende onderzoeksresultaten bekendgemaakt die uit onder meer de volgende onderzoeksrapporten kwamen: ‘Mensensmokkel en mensenhandel’, ‘Het gebruik van DNA bij de opsporing’, ‘Het aanpakken en witwassen’, ‘Identiteitsdocumenten onder de loep’, ‘De politiereorganisatie in België tien jaar later’. Wat daarover in het kort gehoord werd, vraagt om bredere aandacht voor deze afstudeeerscripties, en maakt nieuwsgierig naar de mate van contact met andere universitaire instellingen en de genoemde beroepssectoren. Wij hopen u daarover in de toekomst meer te kunnen berichten. Een letterlijk prijzenswaardige dag die een receptie nodig had om alles te verwerken. |
|