de Leeu paste heel goed op hem. Hij werd echter steeds zieker en werd daarom overgeplaatst van de slaapzaal naar de ziekenzaal. Door zijn langdurige ziekte werd zijn hemd vuil, maar hij kon zich niet verschonen omdat er veel mensen in de zaal lagen en ook omdat 's nachts het licht bleef branden. Wel drie of vier keer per nacht probeerde hij een schoon hemd over het hoofd te schieten, maar dat lukte niet omdat hij erg zwak was en steeds achterover viel.
Een paar dagen later kwamen enkele soldaten op bezoek en zagen dat het hemd van David erg vuil was. Zij lieten een schoon hemd brengen. Zij trokken het vuile hemd uit en toen ‘vertoondeden haer hare Borsten’. De maats waren zeer verwonderd ‘vindende een Jonghe-Dochter buyten alle gissinge in haer gheselschap’.
Ze was ontdekt en viel flauw. Er ontstond onmiddellijk een hevig rumoer op het fort. Generaal Adriaen Cornelisz werd op de hoogte gesteld van het feit dat David Iansz een vrouw was. De generaal schrok hevig van deze ongehoorde tijding en nam als ‘beminder van d'eerbaerheydt’ meteen enkele maatregelen. Hij liet haar zo snel mogelijk afzonderen van de mannen. Op 1 september werd zij naar een aparte zaal overgebracht. De generaal en zijn Raad brachten haar een bezoek, waarbij zij zich diep schaamde. De generaal vroeg haar hoe dat allemaal zo gekomen was. Zij smeekte hem het haar niet kwalijk te nemen. Zij had het gedaan om meer en beter te verdienen. Zij vertelde hem dat haar echte naam Maritgen Ians was.
De generaal zorgde ervoor dat er snel vrouwenkleren werden gebracht. Hoewel zij nog twee of drie keer door een hevige koorts werd getroffen, genas zij voorspoedig van haar ziekte, door een goede verzorging. Zij kreeg haar kleur en haar blozend gezicht weer terug.
De generaal liet haar ‘redelijcker wijse op-proncken’, zodat er iemand misschien zin in haar zou kunnen krijgen en haar wilde trouwen, omdat zij niet graag weer terug naar Holland wilde. Een jongedochter daar alleen, tussen zoveel mannen, vond de generaal niet goed. Hij schonk haar een gouden ketting en nog wat fraaie dingen om ‘beter begeert te zijn’. Ook kreeg zij nog mooie kleding en inderdaad daagden er enkele vrijers op. De besten mochten voor haar bed verschijnen en met haar spreken. De generaal hoopte dat er wat liefde zou ontstaan.
Al spoedig had de fiscaal Iacques le Fievre de beste kaarten. Hij was een jongeman van 35 jaar oud en had gereisd door Spanje en Italië. Hij mocht haar uiteindelijk ten huwelijk vragen en Maritgen stemde daarmee in. De generaal die over het huwelijksaanzoek moest beslissen, vond dat geen slecht idee en gaf zijn toestemming. De verloving was op 15 oktober. Op zondag 29 oktober werd het huwelijk voltrokken door Iohannes Mercator, een ziekenbezoeker, ten overstaan van de generaal en in aanwezigheid van diens Raad. Commiezen, schippers, soldaten en bootsgezellen wilden allemaal dit bijzondere huwelijk meemaken. Het huwelijksfeest duurde drie dagen.
Het huwelijk duurde niet lang. Op 18 december van hetzelfde jaar overleed de fiscaal. De generaal gaf haar toestemming om weer terug te reizen naar Holland en in januari 1629 vertrok zij van het kasteel Nassau en zij arriveerde eind juni in Holland met de schepen De blaeuwe Leeuw en De Hope.
Zij reisde door naar Rotterdam. Daar trouwde zij met een sergeant, met wie zij was overgekomen. In Dordrecht nam hij dienst en vertrok als luitenant naar Pernambuco. Zij volgde hem in 1631 met het schip De Oraenjen-boom. In de tweede nacht na het vertrek uit Dordrecht strandde het schip voor Calais, waar zij met meer dan honderd andere mensen verdronk.
Het West-Indische Huis te Amsterdam, het pakhuis van de West-Indische Compagnie (tekening van L.W.R. Wenckebach, 1907)