| |
| |
| |
Hattem, aan de oevers van de IJssel en op het noordelijkste puntje van de Veluwe, kreeg al in 1299 stadsrechten en hoorde tot de Hanzesteden. Van dat rijke verleden is veel bewaard gebleven, het stadje oogt wonderlijk ongerept, met vele oude huizen en poorten, en ligt in een sappig groen weidelandschap. Bloeiende uiterwaarden en hoge wolkenluchten zijn typerend voor de plek waar Hattem ligt. Kunstenaars hebben zich door dit rivierlandschap laten inspireren, zoals vader en zoon Voerman.
| |
Ariane Pikaar
Het Voerman Museum
Johan Meeske, aquarel, Moldau, Praag, Tsjechië, 2004 (67 × 124 cm)
In een pittoresk straatje van Hattem is het Voerman Museum gevestigd. Het bestaat uit twee samengevoegde woonhuizen in zeventiende-eeuwse bouwtrant met talloze kamers, kleine ruitjes, tegelvloeren en houten wenteltrappen. Het is zo'n typisch plaatselijk museum met aandacht voor veel onderwerpen. Hoofdzaak is echter de mooie collectie schilderijen van vader en zoon Voerman.
Jan Voerman senior (1857-1941) is een bekend IJsselschilder, met een academische opleiding in Amsterdam en Antwerpen, die zich in 1889 in Hattem vestigde. In het Voerman Museum hangen vele olieverfschilderijen van zijn hand, waarop die prachtige hoge luchten en het vee in de uiterwaarden te zien zijn. Zijn kleurgebruik is verstild en ijl, maar hij was ook in staat tot dramatischer taferelen als de stormramp bij Borculo in 1925 en brandluchten boven Hattem.
Zijn zoon Jan Voerman junior (1890-1976) heeft het talent van zijn vader en de liefde voor het landschap die hij erfde, een leven lang ontwikkeld. Hij hield ervan door de natuur rond Hattem te zwerven en die te tekenen. Van zijn grootvader Verkade kreeg hij al op 15-jarige leeftijd (dus in 1905) opdracht om werk te maken voor Lente, het allereerste Verkadealbum dat de natuur tot onderwerp had. Er zouden nog vele albums volgen. Ook andere goede kunstenaars, zoals Rol en Wenckebach, verleenden later hun medewerking aan de uitgaven. Het Voerman Museum toont veel werk van Jan Voerman jr.: olieverfschilderijen van landschappen en stillevens, maar ook kleine aquarellen van planten en vlinders, die in opdracht werden gemaakt. Die aquarellen zien er fris uit en zijn adembenemend vakkundig geschilderd.
| |
Verkadealbums en natuurbehoud
Het is bijzonder gegaan met de welbekende Verkadealbums. Er verschenen 30 albums tot 1940, en nog 5 na 1965. In de naoorlogse jaren werden ze als kleinburgerlijk beschouwd, vooral door het kneuterige sparen en inplakken van plaatjes, maar sinds enige jaren is men de nostalgische waarde ervan gaan zien en zijn er verzamelaars die bij antiquariaten of boekenmarkten speuren naar de zeldzame
| |
| |
eerste exemplaren. Sommige albums zijn zelfs opnieuw uitgegeven, maar hebben niet de bekoring (en de geur!) van de oorspronkelijke, vergeelde exemplaren met nog in verschoten schoolschrift de naam van de eerste eigenaar. Wat nu bovenal wordt gewaardeerd, is het beeld van een idyllisch Nederland, zoals in Waar wij wonen of Onze groote rivieren. De befaamde bioloog dr. Jac. P. Thijsse, die garant stond voor de hoge kwaliteit van negentien uitgaven tot 1938, noemde dat ‘het welbehagen in eigen land’. Hij gaf de stoot tot oprichting in 1906 van de Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten, die het bedreigde Naardermeer als eerste bezit verwierf. Toch had Thijsse ook oog voor industriële monumenten en de schoonheid van havens en sluizen.
| |
Aquareltechniek
Aquarelleren is misschien wel de moeilijkste techniek in de schilderkunst. Zoals de naam aangeeft, wordt de verf verdund met water, nadat de pigmenten gebonden zijn met gom. Het vergt veel ervaring en een trefzekere hand om met deze dunne waterverf te werken. Er is immers geen weg terug, overschilderen kan niet, weghalen evenmin, hooguit wegwassen. De aquarelverf is niet-dekkend en juist transparantie is het kenmerk van aquarellen. Bij alle beoefenaars is de weergave van licht, reflecties of lichtinval het hoofddoel, samen met de intimiteit en glans van de kleur die met deze techniek bereikt kan worden. De reflecterende witte ondergrond van het papier speelt daarbij een beslissende rol en de mogelijkheid om lagen over elkaar aan te brengen is daarnaast van groot belang voor de kleureffecten.
De Engelsen zijn sinds 1750 de grondleggers van de moderne aquareltechniek als zelfstandige kunstvorm. Zij waren streng in hun eisen van puurheid, vermenging van technieken werd niet toegestaan. De ontwikkeling in Engeland van speciaal aquarelpapier en bestendige verven droeg bij tot het succes van de aquarel. In Nederland is het aquarelleren vooral toegepast in de tweede helft van de negentiende eeuw door de landschapsschilders van de Haagse School, zoals Mauve, de gebroeders Maris, Weissenbruch en Mesdag. Later verplaatsten Breitner, Isaac Israëls en Arntzenius hun aandacht naar de stad als onderwerp voor hun aquarellen. Schilders geboren rond 1900, zoals Otto B. de Kat, Kees Verwey en Rudolf de Bruyn Ouboter kozen voor de thematiek van ‘het verborgene, de geheimen van de eenvoudige werkelijkheid en het kleine geluk’ in de formulering van kunstkenner Laurent Félix-Faure (zie bibliografie).
Na de Tweede Wereldoorlog komen stromingen als Cobra en het Minimalisme minder aan de aquarel toe, maar de onlangs overleden Haagse kunstenaars Sierk Schröder en Ad Kroese waren er grootmeesters in.
Kenmerkend voor alle genoemde aquarellisten is dat zij naar de werkelijkheid werken en niet expressionistisch of abstract (nestors als Constant en Jan Sierhuis daarentegen wel). De formaten zijn bescheiden. En ten slotte: het aquarelleren gebeurt overwegend in het atelier, niet op locatie.
| |
Tentoonstelling Het landschap als atelier
In het Voerman Museum exposeert deze zomer Johan Meeske, kunstenaar in Zwolle met een opleiding aan de Academie Minerva in Groningen, onder de titel Het landschap als atelier.
Johan Meeske, aquarel, Moezel, Duitsland, 2004 (110 × 180 cm)
| |
| |
Meeske is een uitzonderlijk aquarellist. Uitzonderlijk in de zin van ‘niet als de anderen’. Hij voldoet niet aan een aantal van de hierboven genoemde kenmerken van aquarellisten, want hij werkt altijd op locatie, hij werkt op heel groot formaat en hij werkt vaak expressionistisch. Hij heeft zelfs geen atelier, want het landschap is zijn atelier. Zijn onderwerpen vindt hij in kusten, wadden en rivieroevers; het levende water is zijn inspiratiebron. Dat stromende water wordt door hem gezet tegen een hoge horizon met overhangende wolkenpartijen, de voorgrond wordt door dat standpunt belangrijk in de compositie. Geen mensen of bebouwing te bespeuren, hooguit een ijzeren spoorbrug of wat kalligrafisch neergezette masten. De wind waait door deze landschappen.
Meeske weet ook het wit van het papier te benutten: hij laat veel weg, haast op oosterse wijze. Dat suggereert ruimte en laat de kleuren nog meer naar voren komen. En die kleuren zijn vaak heel expressionistisch en fel. Hij werkt intuïtief en snel, zonder details, alleen met grote vlakken en trefzekere lijnen. Als aquarellist pur sang is hij er altijd mee bezig en in die zin is hij ook uitzonderlijk. Hij heeft een grote vaardigheid bereikt en werd voor de hoge kwaliteit van zijn werk tot twee keer toe internationaal onderscheiden. Zijn kunde is groot, maar het wordt pas kunst door zijn heel persoonlijke visie en zijn verbondenheid met het landschap. Die verbondenheid maakt ook dat zijn werk thuishoort in het Voerman Museum, al is zijn stijl hemelsbreed verschillend van die van Voerman junior.
| |
Europese landschappen
Johan Meeske beperkt zich niet tot het IJssellandschap of de wadden. Om andere waterlandschappen te ontdekken, raadpleegt hij gedetailleerde kaarten en verkrijgt hij toestemming om in natuurreservaten te schilderen. Ook maakt hij verre reizen door Europa. In 2000 reisde hij maandenlang alle kusten af van Noorwegen tot Spanje. In 2004 reisde hij langs de grote Europese rivieren van IJssel tot Elbe, van Donau tot Rijn. Het resultaat van die reizen is nu tentoongesteld in Hattem. Het toont een verstilde wereld, leeg door de afwezigheid van industrie of sporen van mensen, maar wel vol kleur en beweging. Meeske roept landschappen op die karakteristiek Europees zijn en die gelukkig nog steeds te vinden zijn voor wie er oog voor heeft.
Johan Meeske, aquarel, Loire, Frankrijk, 2003 (128 × 106 cm)
| |
Bibliografie:
Laurent Félix-Faure, Aquarelleren in Nederland, Zoeken naar het licht, Thoth, Bussum, 2003, ISBN 90 6868 342 X
Johan Meeske, Het landschap als atelier, Reizen langs kusten en rivieren, 2005, eigen beheer
Johan.Meeske@wxs.nl
Tentoonstelling tot 3 september 2005
Johan Meeske, Het landschap als atelier, in het Voerman Museum in Hattem.
Voerman Museum, Achterstraat 46-48, 8051 GC Hattem, tel. 0(031)38-444 28 97, open van maandag tot zaterdag, van 10 tot 17 uur, in juli en augustus ook op zondag van 13 tot 17 uur, www.voermanmuseumhattem.nl
|
|