Vraag het maar!
Russische leenwoorden
Ik ben op zoek naar een of twee woorden in de Nederlandse taal met een Russische herkomst. Kunt u me zeggen waar ik die kan vinden?
Matthias Hüning
Het Leenwoordenboek van Nicoline van der Sijs (SDU 1996) levert een aantal Russische woorden in het Nederlands. Ik verwijs u dan ook voor verder genoeglijk lezen daarnaar. Uiteraard staat daar niet van elk woord de geschiedenis in, wel soms enkele klankbijzonderheden. Ook staan er uit de aard van het onderwerp niet de Nederlandse woorden in het Russisch in, een flink aantal uit de zeevaart afkomstige woorden, verzameld door R. van der Meulen, De Hollandsche Zee- en Scheepstermen in het Russisch, Verh. der Koninklijke Akademie van Wetenschappen te Amsterdam, afd. Letterkunde, NR 10, 2. Omdat het u om een of twee woorden gaat, geef ik er eerst een klein aantal en kies er enkele uit om wat dieper op in te gaan. Van der Sijs noemt onder meer de bekende woorden: roebel, karwats, pogrom, knoet, balalaïka, trojka, tsaar (< Lat.), doerak, pierewaaien, apparatsjik, bolsjewiek, datsja, politbureau, kalasjnikov, wodka, mammoet. Karwats heeft als eerste vindplaats 1807, maar komt voort uit het oudere karbats (1616). Het kwam tot ons uit het Russisch, misschien (deels) ook uit het Duits (Karbatsche), dat via de Slavische talen (Pools karbacz, Tsjechisch karabac) uit het Turks komt (kurbac, karbac ‘zweep’). Knoet is ook al geen vriendelijk werktuig, al is het Russische knut een gesel, bestaande uit een stok met riemen eraan. Het woord is in het Russisch terechtgekomen uit het Noord-Germaans (knûtr ‘knoop’), eveneens in het Duits (reisbeschrijvingen uit de eerste helft van de 17de eeuw. Doerak noemen we iemand die gemeen is, al wordt het veel plagenderwijs of in affectieve zin gebruikt (we zien nu zelfs de doerak op het water dobberen). Sedert 1879 is het woord aangetroffen; het komt uit het
Russische durák (klemtoon op de laatste lettergreep) ‘dwaas, domkop’. Men heeft ook wel gedacht aan het Maleisische durhaka ‘ongehoorzaamheid, verzet’, maar die betekenis wijkt wel erg af van die van doerak. Waarschijnlijk stamt het van de kozakken, die in 1813 met de Pruisen het oosten van het land waren binnengevallen en uiteindelijk Amsterdam zouden bereiken. Pierewaaien is tenminste eens een gezellig woord, we bedoelen er ‘ongericht en gezellig uitgaan’ mee, ‘er eens echt uit zijn’, hoewel het voorheen meer ‘een heen en weer lopen op straat’ aanduidde (lopen pierewaaien). De oudste vindplaats stamt uit 1666. Het komt van het Russische pirovát ‘fuiven’ (van pir ‘gastmaal’), waarbij het Nederlandse waaien erbij gehaald is om het ongerichte nog eens te versterken. Veelal wordt ook de losbollige kant bedoeld, zoals ook in het Afrikaans pierewaai meer op ‘dronk wees’ slaat. Wodka, de Russische en Poolse brandewijn (40% alcohol), komt als verkleinwoord van water (voda), watertje dus, sedert 1847 voor; in dat jaar verschijnt het woord in Kramers Kunstwoordenboek met de beschrijving ‘Russische jenever’. Pieter van Woensel schreef in zijn Rusland beschouwd met betrekking tot zijne aardrijkskundige en natuurlijke ligging, grond- en luchtsgesteldheid [ ...] (Haarlem, 1804, blz. 395) over de smaak hiervan: ‘In 't voorbijgaan moet ik aanreekenen, dat de wodka, of garelka der Russen in mijn mond, een zoo afschuwelijken smaak heeft, dat deeze drank een behoedmiddel, dagt mij, moest zijn, tegen de dronkenschap.’ ER