Vervolg Bijbelvertalingen in vogelvlucht (blz. 13).
de hoogte van de oecumenische onderneming. Het vriendelijk geformuleerde verwijt heeft ook een vervelend kantje: de onderneming was al lang bekend. Hij aanvaardde de vertaling evenwel als een verbetering.
De critici van de NBV hebben zich eerst nogal eens vastgebeten in details. Het project zelf bleef zo buiten schot en de kritiek was in feite kwetsbaar. Zo las men in De Tijd, een Vlaamse krant, het bezwaar dat er verschillende protestantse, joodse en katholieke NBV-versies kwamen. Hoe rijmde dat met oecumene? Dat er een verschil is tussen indeling en tekst, dat eenzelfde tekst overgenomen kan worden met of zonder deuterocanonieke geschriften, met of zonder wat buiten de Hebreeuwse bijbel valt, was de auteur schijnbaar ontgaan. Het oecumenische karakter zit hem in de consensus over de ene tekst, die in verschillende uitgaven leeft.
Het publiek heeft zich snel op de vertalingen gestort. De mooi uitgegeven BVO-vertaling (zonder deuterocanonieke geschriften) heeft zoals gehoopt een graantje meegepikt van de hele bijbelcampagne rond de Nieuwe Bijbelvertaling. Het project-Oussoren mikt op een beperkter publiek, waarvoor de leesbaarheid, het doeltaalaspect, anders weegt. Liefhebbers zullen het bestaan van verschillende vertalingen trouwens een verrijking vinden. De NBV-uitgaven ontberen voorlopig, net als de BVO, een notenapparaat dat meer biedt dan informatie over de vastlegging van de beste brontekst. Daarin is de NBV wetenschappelijk bij. Wie meer aantekeningen wil, zal nog enkele jaren geduld moeten oefenen (2007?). Inmiddels is de eerste oplage nu reeds uitverkocht. Wie even gewacht heeft, heeft een beperkte zetfoutlast minder in een volgende druk. Wie reeds een NBV bezit, zal op de NBV-webstek wel een overzicht vinden van het beperkte aantal uit te bannen zetduiveltjes.