Volledig
Ik vind het woord volledig contradictorisch. Als het woord ontleed wordt, krijg je vol-ledig en dat is volgens mij een absolute tegenstelling. Iets is vol of ledig, niet beide. Toch is de betekenis van het woord compleet ‘vol’, maar hoe verhoudt zich dat dan tot ledig? Om maar niet te spreken van volledigheidshalve.
Het woord is inderdaad op te delen in tweeën: vol en ledig. Vol (samenhangend met vullen) vormt naar ik aanneem verder geen probleem. Ledig komt van lid, meervoud leden. Lid duidt op een beweegbaar deel van het lichaam en alle afgeleide betekenissen ervan, zoals ‘geleding of schakel, medelid van een genootschap, (algemeen) deel van, afdeling’. Leden staat behalve voor het hele lichaam ook voor armen en benen; nu gebruiken wij daarvoor gewoonlijk ledematen, onder invloed van het meervoud leden. De oorspronkelijke meervoudsvorm lidmaten is voorbehouden aan de ‘leden van een kerkgenootschap’. Vol leden, volledig (samenstellende afleiding) betekent zo veel als ‘vol van leden, alle leden (delen) hebbend, geheel’. Hetzelfde wordt aangeduid met volslagen, volkomen. Vol is de drager van de betekenis van het hele woord. Waar u nu nog mee zit, is de betekenis van ledig, dat samengetrokken is tot leeg, dat van hetzelfde woord komt, maar iets geheel anders aanduidt, namelijk ‘niets bevattend’. Dat laatste zou dan komen door een lichte betekenisverschuiving, waardoor hetzelfde woord twee of meer betekenissen krijgt. De verschuiving zit hem dan in ‘de leden vrij bewegend’ naar ‘vrij, onbelemmerd’. Volledigheidshalve voeg ik er nog de betekenis van -halve aan toe, eigenlijk een naamval van halve(n), dat ‘zijde, kant’ betekent. Dus zoiets als ‘wat de volledigheid aangaat, voor de volledigheid’. ER