Neerlandia/Nederlands van Nu. Jaargang 108
(2004)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 12]
| |
KroniekGespreksavond met Bart Somers (Vlaams Minister-President) en Luc Van den Brande (voormalig Minister-President) over ‘de Vlaams-Nederlandse Samenwerking’
| |
[pagina 13]
| |
gaande samenwerking kan opzetten met Nederland. Het is daarom uitermate belangrijk om een gemeenschappelijke strategische visie tussen Vlaanderen en Nederland te ontwikkelen, met de nadruk op een gelijkwaardige sokkel voor het Nederlandse en het Vlaamse parlement. Het is vooral Vlaanderen dat nog een positie moet verwerven, Nederland niet meer. Vlaanderen zweeft nu te veel tussen provincies en lidstaten.Ga naar eind2. De heer Van den Brande merkte in die context op dat bijvoorbeeld de Benelux-verdragen misschien beter gebruikt zouden kunnen worden.Ga naar eind3. Bovendien gaf hij aan dat er de laatste jaren een herstelmaatregel vanuit federaal niveau heeft plaatsgevonden, die geïllustreerd wordt met de halvering van het budget voor buitenlandse betrekkingen op de Vlaamse begroting! Vlaanderen heeft van de Europese regio's de meeste externe bevoegdheden, maar moet de volledige uitoefening ervan wel afdwingen. Alle beleidsniveaus moeten over de grenzen heen overleggen, met inzicht in elkaars bestuurlijke eigenheid, ook al is die soms niet symmetrisch. Het is noodzakelijk dat er voor een aantal kwesties, vanuit een geleidelijk door het Nederlands gezag begrepen Vlaamse soevereiniteit, naar bondgenootschap gezocht wordt. Daarbij moet rekening gehouden worden met de wederzijds geldende procedures. Zonder de eigen (deel)staatse belangen te miskennen moet een grensoverschrijdenDe heer Luc Van den Brande licht de samenwerkingssituatie toe.
standpunt eerder tot succes leiden dan een korte visie op mededinging, bijvoorbeeld in de havenkwestie.
Een geanimeerde vragenronde bracht nog meer verheldering. Een valse noot klonk er naar aanleiding van de intrekking van de Vlaamse subsidies voor het ANV, waarvoor geen sluitende verklaring gegeven kon worden, net als voor de veranderde (en nu minder duidelijke) doelstelling van het Vlaams-Nederlands Huis in Brussel. De oorspronkelijke opzet daarvan was een ontmoetingsplaats en een promotieplaats te organiseren voor de Nederlands-Vlaamse cultuur in het algemeen en de Nederlandse taal in het bijzonder. De platformconstructie die nu op tafel ligt, is daar ver van verwijderd. Er was trouwens te weinig betrokkenheid met de bewegingen die aan de basis van dit huis liggen. Er werd ook gewezen op het feit dat Vlaanderen erg onverstandig handelt door zich in een hoog aantal gebieden te wentelen in de vertaling uit het Frans, eerder dan te kijken naar de bestaande taal in Nederland, bijvoorbeeld i.v.m. het medisch jargon of op het vlak van het onderwijs. De heer Hugo Schiltz uitte de terechte kritiek dat een aantal zogeheten postmoderne intellectuelen, onder wie een aantal BV's, de gemeenschappelijke inbedding in de Vlaamse context schuwen, maar evenwel niet vies zijn van het broodbeleg dat ze eraan overhouden.
Deze gespreksavond maakt duidelijk dat Vlaanderen vele troeven heeft om de samenwerking met Nederland nauwer en beter te maken. Vraag is wel of het instrumentarium niet beter benut kan worden. Bovendien moet de Vlaamse regering meer op haar strepen staan en een volwaardig buitenlands beleid uitbouwen (en zich dus niet laten inpakken door de huidige Belgische Minister van Buitenlandse Zaken). Beide heren waren het erover eens dat de Vlaamse Minister-President ook de verantwoordelijkheid moet krijgen voor het buitenlandbeleid van de Vlaamse regering. Er schort in ieder geval nu nog heel wat aan de huidige buitenlandse politiek van Vlaanderen.Ga naar eind4. De heer Bart Somers beantwoordt diverse vragen.
|
|