Plantijn spreekt van een puye, pyroen, oft reduys en vertaalt dat met ‘un lieu enlevé au marché, ou contre l'hostel de la ville, pour proclamer arrests, ou publier ordonnances’. Dat woord piroen, perroen ‘gesteente, stenen gedenkzuil; pui, hoge stoep’ komt inderdaad al in het Middelnederlands voor. Het is het Franse woord perron ‘bordes, stoep, pui’. Het Oudfranse perron was een afleiding - vergrotingsvorm - van perre, pierre ‘steen’, dus ‘grote steen’ uit Latijn petra ‘rotsblok’. Péron, Perron komt dan ook vaak als plaatsnaam voor en schuilt in de familienamen Duper(r)on, Deper(r)on, Depéron, Depeiron, Depairon, Pairon. De stenen gedenkzuil ‘Le Perron’ is zoals bekend het symbool van de stad Luik. Het woord perron wordt in het Nederlands hoofdzakelijk nog gebruikt voor de stoep langs een spoor in een spoorwegstation.
Een pui wordt ook wel een bordes genoemd. De gebruikelijkste betekenis van bordes is vandaag ‘verhoogde stoep met treden’. In het Middelnederlands was bordessche evenwel een luifel, dus een ‘uitgebouwd, overdekt houten portaal voor de ingang van een huis’. In veel West-Vlaamse dialecten heeft bordessche, pordessche, pardassche, perdas, bardas nog de oorspronkelijke betekenis ‘luifel, afdakje, portiekje’ bewaard; hieruit afgeleid ‘plank voor het winkelraam waarop koopwaar tentoongesteld werd’. Uit de bet. ‘luifel, portiek’ ontwikkelde zich de betekenis ‘verhoogde stoep met treden, pui’. Vanaf zo'n bordes werden verorderingen voorgelezen. Het is het Oudfranse woord bretesche ‘houten uitbouw boven een poort, portiek, belegeringstoren’. Frans bretèche betekent ‘loggia, erker’. Het woord is waarschijnlijk afgeleid van West-Germaans breda, D. Brett, Mnl. bert ‘bord, houten plank’.
Een ander woord voor een stelling of stellage is het schavot, m.n. de stellage waarop tot lijfstraf veroordeelde misdadigers hun vonnis ondergingen. Vandaag heeft het woord een veel gunstiger betekenis - al vermeldt Van Dale die niet - gekregen als schavotje, een kleine, getrapte stellage waarop de winnaars van een olympische of andere sportwedstrijd hun beker, cup of bloemen in ontvangst nemen. Het Middelnederlandse woord schavot, scavaut, scofaut, schafaut betekende ‘kijkstellage, tribune, estrade voor in- en uitstappen, schavot’. Het is het Oudfranse woord chafalt, chafaut ‘estrade, podium’, waaruit natuurlijk het modern Franse woord échafaud ‘schavot, stellage, steiger’ en de afleiding ervan échafaudage ‘steiger’. Het Duitse woord Schafott is via het Middelnederduits uit het Middelnederlandse schavot overgenomen. Het Engelse scaffold ‘schavot, steiger’ evenwel is de voortzetting van het Oufranse chafalt. Het woord gaat terug op volkslatijn catafalicum, samengesteld uit fala ‘steiger, toren, hoog getimmerte, belegeringstoren’ en het uit het Grieks afkomstige voorvoegsel kata. We kennen uiteraard ook de katafalk, eigenlijk ook een verhevenheid, bepaald de stellage waarop de doodkist geplaatst wordt. Dat is het Franse woord catafalque, dat op Italiaans catafalco teruggaat, maar uiteraard dezelfde Latijnse oorsprong heeft.
Terloops hebben we al een paar keer het woord tribune vermeld. Het wordt gezegd van een verhoogde zitplaats voor het publiek, vaak een geheel van oplopende rijen zitplaatsen voor toeschouwers. Een betekenis die in België nog voorkomt, is die van ‘spreekgestoelte’, dus een ‘verheven plaats voor een redenaar’. Hieruit begrijpen we de betekenis ‘gelegenheid om zich in het openbaar te uiten’ in b.v. een vrije tribune. Het uiteraard Franse woord tribune is ontleend aan Italiaans tribuna. Het Latijnse tribunal was een tribune waarop overheidspersonen zaten voor openbare ambtsverrichtingen, ook de rechters. En zo begrijpen we meteen het woord tribunaal of gerechtshof.
Is het u ook opgevallen, beste lezer, dat er onder al de boven behandelde woorden, nl. stoep, trottoir, estrade, toneel, bühne, pui, perron, bordes, schavot, tribune, maar één erfwoord is, één zuiver Nederlands woord, nl. stoep?