Promotie
Uit het voorgaande blijkt dat bij de promotie van onze jeugdliteratuur met veel dingen tegelijk rekening gehouden moet worden. Het is een werk van lange adem, met vallen en opstaan. Verschillende actoren in de kinder- en jeugdliteratuur in Vlaanderen en Nederland geven aan wat ze al gerealiseerd hebben, wat hun nieuwe plannen zijn. Ook de belangrijkste pijnpunten worden belicht.
Annelies Fontijne werkt bij het Nederlands Literair Produktie- en Vertalingenfonds (NLPVF) en houdt zich als beleidmedewerkster bezig met de kinder- en jeugdliteratuur: ‘Om de interesse van buitenlandse uitgevers voor Nederlandse schrijvers op te wekken is de bekendheid met de Nederlandse literatuur een eerste vereiste. De Nederlandse kinder- en jeugdliteratuur staat hoog aangeschreven in het buitenland en dat is een groot verschil met onze volwassen literatuur, waarvan je af en toe moet uitleggen dat die überhaupt bestaat. Het Fonds huisvest een documentatiecentrum, dat onder meer plaats biedt aan een zeer uitgebreide bibliotheek van Nederlandstalige literatuur in vertaling. Ook wordt er gewerkt aan een volledige bibliografie van Nederlandstalige literatuur in vertaling. Het verstrekken van informatie aan buitenlandse uitgevers en vertalers is essentieel om de aandacht voor de Nederlandstalige literatuur in het buitenland te vergroten. Het is voor buitenlanders niet gemakkelijk om op de hoogte te blijven van wat er op letterengebied in Nederland en Vlaanderen gebeurt. In het buitenland docerende neerlandici, vertalers van Nederlandstalige literatuur en andere geïnteresseerden ontvangen driemaal per jaar de Nieuwsbrief Letteren. Op de internationale kinderboekenbeurs in Bologna staan uitgevers van kinderboeken uit de hele wereld. De meeste uitgevers zullen roepen dat hun auteurs en dus de boeken die zij uitgeven, de meest waardevolle zijn. Om ervoor te zorgen dat een aantal belangrijke Nederlandse kinderboekenauteurs niet verdwijnt in deze hoeveelheid van boeken en mensen, vervaardigt het Fonds zogenaamde factsheets en promotiemappen. We ondersteunen de grote buitenlandse manifestaties samen met Vlaanderen.’
Carlo van Baelen, directeur van het Vlaams
Fonds voor de Letteren (VFL), ziet het zo: ‘Het VFL verspreidt net als het NLPVF informatie aan buitenlandse uitgevers op de vakbeurzen in Bologna en Frankfurt (vanaf dit jaar wellicht ook Londen). Wij beantwoorden alle vragen over titels en vragen over de Vlaamse auteurs en de illustratoren zelf. Buitenlandse uitgeverijen kunnen subsidie aanvragen voor de vertaalkosten van een literaire titel van een Vlaams auteur. Bij een positieve beoordeling wordt maximaal tweederde van de reële vertaalkosten gesubsidieerd. Uitgevers uit economisch zwakke landen kunnen een productiesubsidie van maximaal 14000 euro bekomen.’
Greet Spaepen, directeur van Villa Kakelbont (Nationaal Centrum voor Jeugdliteratuur en IBBY-Vlaanderen) in Antwerpen legt uit: ‘Villa Kakelbont is het focuspunt jeugdliteratuur binnen de strategie van het Vlaams Fonds voor de Letteren. Buitenlandacties worden georganiseerd in overleg met het VFL. Bijvoorbeeld: in het voorjaar 2003 waren Vlaanderen en Nederland gastland op de Boekenbeurs van Parijs. Voor die Boekenbeurs werkte Villa Kakelbont samen met de Nederlandse collega's een tentoonstelling uit met de tien mooiste kinderboeken uit Vlaanderen en de tien mooiste kinderboeken uit Nederland uit de periode 2001-2003.’
Jant van der Weg,
voorzitter van IBBY-Nederland: ‘De rol van IBBY-Nederland in de bekendmaking van de Nederlandstalige jeugdliteratuur in het buitenland ligt allereerst in de internationale contacten. Wij nomineren Nederlandse auteurs en illustrators voor de Hans Christian Andersenprijs. Wij werken ook samen met andere organisaties. Zo heeft IBBY-Nederland een vriendschapsband met Letland. Dit resulteerde in verschillende samenwerkingsprojecten: Nederlandse en Letse auteurs en illustratoren verzorgden samen een verhalenboekje en daarna poëzieposters. Wij organiseerden een vriendendag met IBBY-Vlaanderen. Via IBBY werden contacten gelegd met Frankrijk waar tijdens het “Salon des Livres 2003” de Ne-derlandstalige jeugdliteratuur centraal stond.’
Karlijn Piek van de Nederlandse Taalunie: ‘Het algemeen secretariaat van de Taalunie is slechts indirect betrokken bij de buitenlandse taaipromotie. Onder auspiciën van de Taalunie is het beleid voor de opleiding en deskundigheidsbevordering van literaire vertalers opgezet. Dat is primair ontwikkeld voor vertalers uit het Nederlands, maar is vorig jaar uitgebreid naar vertalers naar het Nederlands.’
Rebecca Van Rechem, uitgeefster van Davidsfonds/Info-