Het forum
Nadat de forumleden - (Euro)parlementsleden, onder wie Max van den Berg en Marieke Sanders - waren voorgesteld, sprak Frie Leysen het openingswoord. Zij kon putten uit een grote ervaring in projecten op kunstgebied en is directeur van het ‘KunstenFESTIVALdesArts’ in Brussel, dat zij een metafoor noemde voor de complexiteit op het internationale vlak. De kunsten, lokaal geworteld als ze óók zijn, vormen volgens Leysen een goede toegang tot andere culturen. De kunstenkamer mag wat haar betreft open, een dichte kamer ruikt op den duur onfris. De wereld wordt dan al snel ingedeeld in wij en zij - en zij, dat zijn de anderen, met namen als vijand, slachtoffer, terrorist. En in zelfgenoegzaamheid bloeit de wij-wereld, waardoor de nieuwsgierigheid naar het leven om ons heen gaat ontbreken en dat is natuurlijk dodelijk voor de kunst. Moet je, om de kunstenaar te prikkelen, hem dan ook maar niet beter andere kunsten en culturen laten zien in plaats van hem geld te geven? Leysen ziet uiteindelijk de (kunsten)wereld beter worden als het lokale en het internationale elkaar weten te vinden. Wel, alle jongelieden van vóór de nationale eeuwen, die voor hun opvoeding en visie op de culturele wereld op kunstreis naar Italië mochten en ook min of meer móesten, zouden met instemming meegeluisterd hebben.
Staatssecretaris voor Cultuur en Media Medy van der Laan hield een aandachtig beluisterde inleiding. Zij sloot aan bij de voormelde trek van kunstenaars naar andere oorden, voorheen op kosten van ouders of mecenassen, en nu, ja, nu kan men terecht bij de overheid - én wederom bij mecenassen.
Voor eenvoudige algemeen-culturele luisteraars als ondergetekende was het lastig om in de door de staatssecretaris gewenste ‘mobiliteit van kunstcollecties’ en in de ‘cultuurministerscontacten’ de algemeen-culturele weg naar buiten te ontwaren. Wij hoorden dat er geld was voor doelen op niveau, ook Europees geld, maar dat de Nederlanders de slechtste invullers van formulieren blijken te zijn, waardoor ze veel geld mislopen, waartegenover Italianen en Grieken er een invulroman van maken en het geld binnenslepen. Het is, geachte lezer, wel iets om over na te denken. Kijk ik diep in mijn eigen binnenste, dan zou er aan deze bonte koe inderdaad wel eens een vlekje kunnen zitten.
De staatssecretaris stelde de vraag: wat kan er beter in het Nederlandse cultuurbeleid en hoe is de positie van Nederland ten opzichte van het buitenland, én wat heeft het Europese cultuurbeleid Nederland te bieden?
De Europese Gemeenschap neemt in het kunstenbeleid een aparte plaats in. De (heilige) marktwerking bepaalt het Europese handelen ook hierin en cultuurbeleid als zodanig is tevens een nationale PR-zaak. En jawel, daar kwam het vrije ondernemerschap al als panacee voor alle cultuurkwalen, overigens in een drieluik met internationale kunstvakop-leidingen zoals de mode-opleiding in Arnhem1 en een douanevrije kunstuitwisseling. Dat laatste zou, naast het vergemakkelijken van het verblijf elders van kunstenaars, beslist een vooruitgang betekenen. De staatssecretaris deelde de verzuchting van vraagsteller Boonzajer Flaes van Atana, dat grote groepen van buiten Europa heel moeilijk aan te trekken waren. Zij zal zich daarvoor inzetten.