Recensies
Van Dale NT2-woordenboek
Marja Verburg & Ruud Stempel (red.): Van Dale Pocketwoordenboek Nederlands als tweede taal (NT2). Van Dale Lexicografie, Utrecht / Antwerpen, 2003, 792 pp., ISBN 90 6648 733 X. Prijs: € 14,95.
Dit pocketwoordenboek Nederlands als tweede taal is het allereerste Nederlandse verklarende woordenboek voor anderstaligen die Nederlands leren (NT2-leerders). Het is bewust niet opgevat als een woordenboek voor de basisschool, waarmee NT2-leerders zich tot nu toe moesten behelpen. Het boek bevat meer dan 14.000 woorden, waarvan de omschrijvingen zoveel mogelijk geschreven zijn met de ruim 2000 woorden uit het Basiswoordenboek Nederlands van P. de Kleijn en K. Nieuwborg (Wolters-Noordhoff, Groningen, 1996).
In elk trefwoord geven puntjes de verdeling in lettergrepen aan. Bij elk trefwoord vinden we taalkundige informatie: lidwoord, meervoud, werkwoordstijden, woordsoort. Daarop volgen dan de betekenis van het woord, synoniem(en) en/of antoniem(en), voorbeeldzinnetjes en vaste verbindingen met het trefwoord. Het gebruik van een werkwoord wordt steeds geïllustreerd in een zinnetje met het subject en objecten. In het boek staan ook 650 tekeningen die de betekenis van een woord duidelijker maken. Verder bevat het boek ook een aantal informatieve teksten over de Nederlandse en Belgische samenleving (feestdagen, geld, maaltijden, religie ...), een lijst met de namen van alle landen van de wereld en de Europese hoofdsteden (blz. 781) en een verantwoording van de manier waarop het boek tot stand gekomen is (blz. 787). Bij het boek hoort een cd-rom met de uitspraak van alle trefwoorden. Jammer genoeg worden vaak Nederlands-Nederlandse en Belgisch-Nederlandse uitspraakvarianten zomaar na elkaar uitgesproken, waardoor de NT2-leerder nooit verneemt welke uitspraak in Nederland en welke in België gangbaar is. En verder is het ook bedenkelijk dat heel wat Belgisch-Nederlandse uitspraakvarianten die niet voor iedereen aanvaardbaar zijn, zomaar aan NT2-leerders als gangbaar gepresenteerd worden. De klemtoon is altijd in het woordenboek zelf aangegeven, maar telkens alleen die die in Nederland gangbaar is, terwijl op de cd-rom in een aantal gevallen ook een Belgisch-Nederlandse klemtoon weerklinkt. Maar heel erg consequent gebeurt dat niet: wel bijvoorbeeld bij accu (NL accu, B accu), hagedis (NL hagedis, B hagedis), hobo (NL hobo, B hobo) en hogeschool (NL hogeschool, B hogeschool), maar niet bij stadhuis (NL
stadhuis, B stadhuis) en hoogleraar (NL hoogleraar, B hoogleraar).
Heel erg overzichtelijk voor NT2-leerders is het spaarzame gebruik dat gemaakt is van labels die registers aanduiden. De enige labels zijn formeel, informeel en grof. Formele woorden zijn bv. gaarne, gehuwd, gelaat, geschieden, gewaad en gij. Informele woorden zijn bv. geintje, gein, gozer, happy, heibel en hoi. Grof zijn bv. flikker, lul en kut. En er zijn nog kenmerken die van dit woordenboek een erg goed boek voor NT2-leerders maken. Het Nederlands wordt gepresenteerd als een taal die zowel in Nederland als in België gesproken wordt. Dat blijkt voortdurend uit de informatieve teksten die her en der opduiken, maar ook uit de voorbeeldzinnetjes die op de betekenisomschrijvingen volgen.
Maar hoe is in dit woordenboek de Belgisch-Nederlandse woordenschat behandeld? Op het eerste gezicht is dat heel bevredigend gebeurd. Er wordt namelijk gebruikgemaakt van twee labels: in Nederland en in België. In Nederland vinden we bij bv. gymnasium, de Eerste Kamer, gerechtshof en een hele reeks afkortingen en letterwoorden die verwijzen naar Nederlandse instellingen: bv, CBS, CS, havo, GGD, hbo. Daar staat dan tegenover dat het label in België gebruikt wordt bij CLB, FOD, ABVV, communautair, Bestendige Deputatie, arrondissement, arbeidshof, arbitragehof, faciliteiten enzovoort. Toch wordt al vlug duidelijk dat het label in België veel vaker gebruikt is dan in Nederland. Dat laatste label is namelijk heel vaak gewoon vergeten: B en W, azc, chipknip, giro, Cito, mobiele eenheid, Gedeputeerde Staten, commissaris van de Koningin, CWI, doctorandus enzovoort. Meer nog, een hele reeks woorden met het label in België - in totaal zo'n 300 woorden hebben dat label - behoren helemaal niet tot de standaardtaal en horen dus ook niet in dit woordenboek thuis. Je kunt natuurlijk het standpunt verdedigen - en dan kan ik daar wel in komen - dat NT2-leerders geen boodschap hebben aan die hele discussie over wat wel en niet standaardtaal is, maar dat ze gewoon willen begrijpen wat écht gezegd wordt, ook in België en zelfs als dat geen standaardtaal is. Goed dan, maar dan heb je met die 300 woorden de in België gangbare en niet in