Arie Wolter Willemsen (1930-2003)
Op 20 december 2003 is Arie Willemsen overleden, de man die met zijn proefschrift over het Vlaams nationalisme een stroom publicaties op gang bracht, de man van de Koninklijke Bibliotheek, degene die Onze Erfdeel mee hielp groot maken, de man die een grote invloed op het ANV heeft uitgeoefend, de medevormgever en -opbouwer van de bibliotheek van het Kaapse Huis der Nederlanden.
Op de crematie op 27 december 2003 spraken onder meer dr. Maarten Cohen Stuart, voorzitter van de Willem de Zwijgerstichting die de Kaapse bibliotheekhuisvesting financieel mogelijk maakte, en prof. dr. Ludo Simons, hoogleraar bibliotheekwetenschappen aan de Universiteit van Antwerpen.
Dr. Maarten Cohen Stuart memoreerde in zijn afscheidswoord de verdiensten voor het huidige Huis der Nederlanden in Kaapstad:
‘Vanaf 1992 - na het einde van de apartheid - ontstonden activiteiten richting Zuid-Afrika. Aanvankelijk betrof dit de betaling van de huur voor de oude Nederlandse Bibliotheek (c.q. voormalige ANV-Boekerij) in Kaapstad. Vanaf 1995 ging het om de totstandkoming van eigen huisvesting voor die bibliotheek in het door ons opgerichte Huis der Nederlanden in Pinelands, bij Kaapstad.
Arie - met zijn unieke ervaring als bouwheer van de Koninklijke Bibliotheek - leefde zich geheel in in de ruimtelijkheid van het nieuwe gebouw in Pinelands. Ook later zocht hij steeds weer naar nieuwe - helaas soms onbereikbare, onbetaalbare - uitbreidingsmogelijkheden.’
Prof. dr. Ludo Simons herdacht in Arie Willemsen de vakman en de bevlogen bewegingsman.
‘Meer dan veertig jaar lang was Arie aldus een bestendige aanwezigheid en vaak een drijvende kracht in nagenoeg alle organisaties die zich tot doel stelden de Nederlandse taalgemeenschap in haar geheel, op de grondslag van evenwaardigheid en wederzijds vertrouwen, uit te bouwen tot het “Nederlandse gemenebest” waar Johan Fleerackers - en Arie! - van droomden: geen politieke unie, maar een zelfbewuste, onverkrampte, volwassen culturele gemeenschap van twintig miljoen Nederlandssprekenden. Hij combineerde dit alles met een voltijdse baan in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, waar hij in een zelden geziene harmonieuze verstandhouding samenwerkte met zijn “baas”, de even verstandige als wijze dr. C. (Kees) Reedijk.
Arie op de receptie na de uitreiking van de Visser-Neerlandiaprijs aan de Bibliotheek van de Vlaamse Raad op 2 oktober 1981.
De bouw van de nieuwe Koninklijke Bibliotheek nabij het Centraal Station was grotendeels Aries werk. Hij werd er, na het vertrek van Reedijk, kwalijk voor beloond: de manier waarop toen met het bibliothecarisambt van de KB een politiek spel werd gespeeld, is een blijvende smet op het blazoen van het Nederlandse bibliotheekbestel.’
Beider afscheidswoorden kwamen in een speciaal herdenkingsnummer van InAfrika, het HdN-Nieuws, waarnaast ook Anton van Vijfeijken, directeur van Gelria Properties, eigenaar-maatschappij van het HdN-gebouw, Zirkëa Ellis, directeur van het cultuurcentrum Huis der Nederlanden, en Anneke van Niekerk, voorzitter van het Stichtingsbestuur van het HdN, afscheid van Arie Willemsen nemen.