Nederlandse Surinamer winnaar Groot Dictee
Pauline Beernink
Op 12 december 2003 werd de officiële toetreding van Suriname tot de Nederlandse Taalunie ondertekend in Brussel. Drie dagen later won een Nederlander van Surinaamse afkomst al het Groot Dictee der Nederlandse Taal in Den Haag. Toeval? Natuurlijk. Maar een goede reden om even bij stil te staan.
De aansluiting van Suriname tot de Taalunie is voor de 33-jarige winnaar Oscar Fernald - hij liet onze immer goed spellende zuiderburen ver achter zich met slechts zeven fouten - niet van cruciaal belang. Ook dat hij zich de eerste Nederlandse winnaar sinds jaren mag noemen, vindt hij bijzaak. Hij vindt het veel belangrijker dat hij eindelijk zijn moeder heeft overtroffen op het gebied van spelling. We nemen het hem niet kwalijk.
Fernald, die als zeefdrukker de kost verdient, heeft zijn onderscheiding dubbel en dwars verdiend. Hij heeft een goede voorbereiding achter de rug en dat heeft zijn vruchten duidelijk afgeworpen. Zo stelde hij een lijst samen van veel voorkomende en moeilijke woorden. Daaruit maakte hij een selectie van woorden die hij afwijkend vond. Van die afwijkende woorden stelde hij weer een lijst samen totdat er steeds minder, in zijn ogen afwijkende, woorden overbleven. Hij liet natuurlijk niet achterwege de geselecteerde woorden op te schrijven en nog eens door te nemen. Herhaling is tenslotte de beste leermeester, moet Fernald gedacht hebben.
Met de uitgangen in de uitdrukkingen die onze taal kent, had Fernald geen enkele moeite. ‘Daarin heb ik een zekere regelmaat ontdekt’, klinkt het laconiek. ‘Het is mij namelijk opgevallen dat het middelste woord over het algemeen eindigt met een n. Kijk maar naar “van adellijken huize”. Daarom schreef ik “ten langen leste” foutloos. Van “langoest” had ik nooit gehoord. Dus wist ik ook niet hoe ik dat woord moest spellen.’
De winnaar geeft toe moeite te hebben met de keuze tussen k of c en hij ziet geen enkele logica in de uitzonderingen. ‘Stucwerk met een c en stukadoor weer met een k. Daar kan ik met mijn verstand niet bij.’
Zijn belangstelling en liefde voor de Nederlandse taal is geboren in de vierde klas van de lagere school, waar zijn onderwijzeres bleef hameren op het belang van juiste spelling.
‘Als we iets deden, moesten we het goed doen ook, was haar mening’, vertelt Oscar Fernald, die zo te horen beter Nederlands spreekt dan de doorsnee-inwoner van zijn woonplaats Rotterdam. Hij vindt het trouwens onbegrijpelijk dat, met name door de zogenaamde prominente deelnemers, zo bedroevend slecht werd gescoord.
‘Je moet je eigen taal gewoon goed onder de knie hebben’, is de mening van de kersverse winnaar, die volgend jaar weer een gooi gaat doen naar een eervolle onderscheiding. Op de vraag of hij misschien, gezien zijn belangstelling voor taal, lid wil worden van het Algemeen-Nederlands Verbond, komt een wel heel verrassend Nederlandse reactie: ‘Hoeveel kost dat?’, vraagt de winnaar van het Groot Dictee der Nederlandse Taal 2003.