Neerlandia/Nederlands van Nu. Jaargang 108
(2004)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 9]
| |
Sluit ons toch niet op in het Vlaams!Ga naar eind*
| |
Zwitserse toestandenNog even volhouden en we komen in Zwitserse toestanden, met de opmars van het Schwyzerdütsch, dat van kanton tot kanton verschilt - als je eenmaal de cultuurtaal laat vallen kom je onvermijdelijk in parochiale versnippering terecht. Jongeren lijken nauwelijks nog in staat Hoogduits te spreken. En als je de weg vraagt in Basel of Zürich, blijkt ook de duidelijk allochtone politieman alleen het platte plaatselijke dialect te kennen. Dat heeft niets met tolerantie en democratie te maken, het is integendeel het meest ondemocratische wat er bestaat. Je laat de cultuurtaal en het zelfbewustzijn dat daarmee gepaard gaat, aan de elite. En je sluit ‘gewone’ mensen, immigranten incluis, op in een koeterwaals waarmee ze zich maar in een straal van een dertigtal kilometer begrijpelijk kunnen maken.
Als je naar de culturele en intellectuele elite van Frankrijk kijkt, sta je vaak versteld hoeveel van die leidende schrijvers, acteurs, cineasten, filosofen enzovoort de kinderen van vaak doodarme immigranten zijn. Wat ze thuis niet | |
[pagina 10]
| |
konden krijgen, ontvingen ze echter wel van de école républicaine: een mooie taal, respect voor onderwijs en cultuur. Wat een verschil met onze profeten van het alleenzaligmakende dialect of van het Verkavelingsvlaams. En met bijvoorbeeld de left wing loonies in Britse stadsbesturen, die de afgelopen decennia zoveel onheil in het plaatselijke onderwijs hebben aangericht. Voor die laatsten is het aliënerend om kinderen van de arbeidersklasse te vragen dat ze behoorlijk Engels leren. | |
TaalbeheersingDat is pas een aanslag op de minder bedeelden. Alleen grondige taalbeheersing laat toe te denken, te argumenteren, te refuteren, te contesteren. Laat toe te lezen, te begrijpen, op een wonderlijke ontdekkingstocht te gaan die nooit ophoudt. Taalbeheersing is het eerste en allerbelangrijkste instrument van emancipatie. Zonder woorden kun je niet denken. In tegenstelling tot wat Pink Floyd ooit zong, is niet de (goede) school, maar de ontstentenis ervan another brick in the wall. Een steen in de muur van kansarmoede, van onwetendheid, van gebrek aan weerbaarheid. Er is niets bevrijdends aan de Vlamingen op te sluiten in hun Vlaams. Integendeel, achter die versie van de Vlaamse strijd zat altijd een reactionaire ideologie. De Vlaming moest zich niet alleen weren tegen het Frans, de taal van de goddeloze republiek van de sansculotten. Hij moest ook afgeschermd worden van het Nederlands van de protestanten die zelf de bijbel en de evangeliën lazen en interpreteerden. Waar zou Vlaanderen heengaan als het volk niet meer braaf naar mijnheer pastoor luisterde, als de vrouwen zich niet meer lieten vertellen dat ze elk jaar een kind moesten krijgen?
Dit alles betekent niet dat we onze dialecten en eigen accenten over de haag moeten gooien. Wel dat het intreurig is dat de Vlamingen zich nog altijd niet genoeg thuisvoelen in hun taal - het Nederlands - om er blij en vrij mee om te gaan. Ik blijf bijvoorbeeld gehecht aan onvertaalbare Zuidwest-Vlaamse woorden als tsjolen en tsjaffelen en ik breng ze mijn omgeving bij. Maar dat betekent niet dat ik ze moet gebruiken in mijn schrijftaal. Als ik tijdens de vakantie eens klaag dat ik altijd de ansichtkaarten moet schrijven, ontwapent mijn partner me door plechtig te verklaren dat hij de timbers koopt en netjes opplakt. Dat betekent niet dat het woord postzegel gebannen moet worden. Het is niet omdat ik van de charme van dialectwoorden houd, dat ik geen vreugde mag beleven aan het spreken en schrijven van een zo rijk mogelijk Nederlands, dat ik niet intens mag genieten van de rijke taal van romans en gedichten.
Met de taal is het als met de rest van het - beschaafde - leven. Je gaat niet in lakschoenen langs de zee wandelen, en niet in badpak door de straten. Je draagt een T-shirt en jeans om te winkelen, en kleedt je flamboyant of hip of uitdagend om naar een feest, een fuif, een disco te gaan. Zo gebruik je pittige dialectwoorden of elegant Nederlands naar gelang van de gelegenheid. Net zoals ik een hekel heb aan de vestimentaire eentonigheid en lelijkheid van zovele van onze Vlaamse tv-bv's - die eeuwige open hemdsboord, die eeuwige hemdsmouwen - weiger ik me te laten opsluiten in een even sjofel verkavelingstaaltje, een even kneuterig gedachtewereldje.
Natuurlijk vraagt het inspanning een taal goed te lezen, maar dat geldt voor alles. Als je wilt dat je kinderen later plezier beleven aan muziek, laat je ze niet met de ellebogen op de pianotoetsen tekeergaan. Ik herinner me nog altijd die blauwe zomerdagen bij Antibes en de vrolijke ontdekking van het reuzeleuk en het jurkje en wat nog van mijn Nederlandse speelgenootjes. In naam van welk onuitroeibaar Vlaams provincialisme is zo'n opwindende ontdekkingstocht nu een ondraaglijke last aan het worden? |