Neerlandia/Nederlands van Nu. Jaargang 108
(2004)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermdSuriname in de Taalunie
| |
[pagina 11]
| |
De Nederlandse Taalunie is in 1980 opgericht door Nederland en België. Zij draagt de zorg voor de ontwikkeling van de Nederlandse taal, het taalonderwijs en de letteren. De aansluiting van Suriname is het resultaat van een initiatief dat uit Suriname is gekomen. Het Nederlands, zoals het zich in Suriname ontwikkelt, krijgt in de Taalunie de erkenning die het verdient. Het is voor de ontwikkeling van de Nederlandse taal verrijkend en is dus een Nederlands belang. De aansluiting van Suriname bij de Taalunie is een basis voor verdere verdieping van de betrekkingen tussen Nederland en Suriname, en geeft Suriname een plaats in een internationale organisatie, naast Nederland en Vlaanderen.
De ondertekening van het associatieverdrag. Onder het toeziend oog van de algemeen secretaris van de Taalunie, prof. dr. Koen Jaspaert (links), tekent de Surinaamse minister van Onderwijs en Volksontwikkeling Walter Sandriman de overeenkomst Staatssecretaris Medy van der Laan (Nederland) en minister Paul Van Grembergen (Vlaamse Gemeenschap) kijken toe.
De aansluiting van Suriname bij de Taalunie is daarmee ook in Suriname belang. De gemeenschappelijke taal versterkt ook de band tussen Suriname en Vlaanderen. In die relatie is geen sprake van de last van een koloniaal verleden, integendeel, de Nederlandstalige Belgen hebben net als de Surinamers een lange emancipatiegeschiedenis achter de rug, in het Vlaamse geval ten opzichte van Franstalige dominantie. Suriname is ook in het ontwikkelingssamenwerkingbeleid van België concentratieland geworden. Onder meer het toerisme kan ermee bevorderd worden. Met de Nederlandse taal heeft Suriname een unique selling point (om het eens in het Engels te zeggen) vergeleken met de andere landen op het Latijns-Amerikaanse continent en in het Caraïbisch gebied. Voor Suriname is de taal de toegangspoort tot Europa. Voor Nederland en Vlaanderen is zij een toegangspoort tot Latijns-Amerika. De Taalunie is een belangrijk instrument voor samenwerking op het gebied van onderwijs in het Nederlands. Natuurlijk is kennis van het Engels voor Surinamers van belang in verband met de inbedding in de Caraïbische regio. Maar wie zijn eigen taal goed kent, is ook beter in staat een andere taal - het Engels - te leren. Taalonderwijs is belangrijk voor ontwikkeling. De Taalunie moet dan ook benut worden om het onderwijs in Suriname te versterken. | |
Op weg naar volwaardig lidmaatschapDe aansluiting van Suriname bij de Taalunie krijgt de vorm van een associatieovereenkomst. Dat is op dit ogenblik praktisch het meest haalbare, maar het is nog geen gelijkwaardig lidmaatschap. Zoals blijkt uit de toelichting op de Associatieovereenkomst is het doel van het geassocieerd lidmaatschap om Suriname zo goed mogelijk te betrekken bij de activiteiten van de Taalunie. De associatieovereenkomst moet als een voorlopige voorziening beschouwd worden. Bij een associatieovereenkomst zal het dan ook niet mogen blijven. In een recent overleg met de minister van Buitenlandse Zaken heb ik ervoor gepleit dat Suriname op den duur een van de drie gelijkwaardige lidstaten moet zijn van de Nederlandse Taalunie. Dan staat Suriname in verdragsmatig opzicht even sterk als de andere twee partijen. Daar zal verdragsverandering voor nodig zijn. Op mijn vraag heeft de toenmalige minister De Hoop Scheffer positief gereageerd. Nederland zal zich daarvoor inzetten. De tussentijd moet worden gebruikt om in Suriname de nodige expertise te ontwikkelen.
Nederlanders en Surinamers hebben een bijzondere relatie. Deze relatie is gebaseerd op een driehonderdjarige gemeenschappelijke geschiedenis, een gemeenschappelijke taal en nauwe betrekkingen van samenleving tot samenleving. Deze betrekkingen zijn verrijkend voor beide landen. Die bijzondere band moet blijven bestaan. Te lang was de bilaterale relatie tussen Nederland en Suriname belast door het verleden en de verschillende perspectieven in de ontwikkelingsrelatie. Aan de ene kant wil Nederland dat het geld goed en effectief besteed wordt, aan de andere kant vraagt Suriname om erkenning van zijn soevereiniteit en gelijkwaardigheid. Met de aansluiting van Suriname bij de Nederlandse Taalunie kan daar iets aan gedaan worden. De relatie wordt verbreed naar drie partijen: Suriname, Vlaanderen en Nederland. En de betrekkingen bieden bovendien een uitgelezen kans om op basis van soevereiniteit en gelijkwaardigheid banden voor de toekomst te smeden. |
|