Maigret in Delfzijl en Givet
Pim van der Meiden
In dit jaar, 2003, is allerwegen herdacht dat Georges Simenon honderd jaar geleden in Luik werd geboren. Ook in het Nederlandse taalgebied verschenen herdrukken en zelfs nieuwe vertalingen. Simenon was een Waal, voor een groot deel van Vlaamse komaf, die een grote plaats veroverde in de Franse literatuur en daarbuiten. Hij is veelvuldig vergeleken met Balzac, Dostojevski en Dickens - zelf zou ik daar nog Tsjechov aan willen toevoegen - en werd door André Gide gerekend tot de allergrootste romanschrijvers.
Beroemder nog dan Simenon zelf is zijn schepping commissaris Maigret, een bij uitstek Parijse figuur, al was hij in de provincie geboren. Maigret en Parijs zijn bijna onverbrekelijk met elkaar verbonden. Simenon heeft Maigret echter geconcipieerd in Delfzijl, toen hij langs het kanaal liep en onder de invloed verkeerde van oude jenever. Dat is althans jarenlang de orthodoxie geweest, maar later onderzoek heeft twijfel gezaaid. Simenons biograaf Patrick Marnham spreekt in The man who wasn't Maigret over ‘a learned controversy’. We laten dit probleem aan de specialisten over.
Tussen 1931 en 1934 publiceerde Simenon een reeks van negentien boeken waarin Maigret de hoofdfiguur was. In eerste instantie was Simenon van plan geweest het bij deze negentien te laten, maar Maigret was zo populair geworden dat de schrijver zijn held later liet herleven. De eerste serie Maigrets vormde een aanzet van de al bekende schrijver tot een serieuzere aanpak. Simenon was tot nu toe journalist en schrijver van driestuiversromans geweest. Opvallend is dat al direct de commissaris de evenwichtige, gezonde persoonlijkheid is, die hij ook in de latere Maigretverhalen zal zijn die tussen 1942 en 1972 gepubliceerd werden. In de eerste verhalen speelt Parijs echter een minder grote rol. Veelvuldig speelt het verhaal zich zelfs helemaal buiten Parijs af. Dat geldt ook voor de twee romans die ik hier met elkaar wil vergelijken, Un crime en Hollande (1931) en Chez les Flamands (1932), in Nederlandse vertaling bekend als Maigret in Holland en Maigret en de familie Peeters. De achtergronden van de verhalen waren een gevolg van de tochten die Simenon met zijn boot maakte in deze jaren.
Bij Maigret in Holland treffen we de hoofdpersoon aan in Delfzijl. De sfeertekening is, zoals te verwachten bij Simenon, heel goed. We wanen ons in de provincie Groningen van rond 1930. Toch wordt ook duidelijk dat de schrijver niet meer dan een oppervlakkige kennis had van de door hem bezochte streek. Zo loopt de schoonzuster van de vermoorde man rond met een rouwsluier. Verder gaat er een ezel balken. Rouwsluiers waren in Groningen totaal onbekend en ezels waren even exotisch als kamelen en tijgers. Maigret ontmoet in Delfzijl een vrijzinnig-hervormd meisje en een gereformeerde familie. De auteur is goed op de hoogte van de religieuze situatie in die dagen, maar het is erg onwaarschijnlijk dat hij de gereformeerde man een glas wijn gaat drinken om vervolgens in zijn huis met het meisje te gaan dansen. Het zijn kleine tekortkomingen die maar een beperkt en slinkend gedeelte van het lezerspubliek storen. Toch vind ik het ook om andere redenen een teleurstellend boek. De beschrijving en de ontknoping van de moord is saai en het boek is eigenlijk een bevestiging van de visie van critici als Edmund Wilson en Maarten 't Hart die het genre detectiveroman afwijzen.
Een aanzienlijk beter boek is Maigret en de familie Peeters, door mij in het origineel Chez les Flamands gelezen. Maigret verblijft hier in Givet, een kleine Noord-Franse plaats aan de Maas, en is op bezoek bij een van de twee aldaar woonachtige Vlaamse gezinnen.
In de details zijn er tussen beide boeken grote overeenkomsten die alleen opvallen wanneer men beide boeken kort na elkaar leest. In beide boeken is Maigret informeel bij de zaak betrokken. Flem is gevraagd door een betrokken, van moord verdachte partij onderzoek te doen. In beide gevallen is sprake van een kleine, relatief geïsoleerde samenleving. Voor de rust is het beter de schuld te schuiven op een buitenstaander. In beide boeken ontmoet Maigret aan het eind van het verhaal in Parijs bij toeval een meisje dat een rol heeft gespeeld in het boek en het leven in de provincie is ontvlucht. Er is zelfs overeenkomst in de namen van de moordenaars.
Maar dan de verschillen. Maigret wijst in Delfzijl de suggestie af om de schuld op iemand van buiten te schuiven, laat zich door de Groningse inspecteur van politie machtigen de moordenaar te ontmaskeren en keert met een wrange smaak in de mond naar huis terug.
In Givet laat Maigret zijn Franse collega die officieel met het onderzoek belast is, in de val lopen. Hij sympathiseert te veel met de schuldigen: Vlamingen die in Givet niet populair zijn. Hij zorgt ervoor dat een verlopen schipper en smokkelaar, die op de vlucht gaat, de schuld krijgt. In het boek wordt niet gerefereerd aan het feit dat in Delfzijl hem een soortgelijke uitweg was aangedragen door een pedante Franse criminoloog. Maar Delfzijl komt wel ter sprake. In het huis van de Vlamingen waar Maigret te gast is, vangt hij een keer enkele woorden op, gesproken door de dochter in het Vlaams tegen haar moeder. Maigret had in Delfzijl iets van de taal geleerd en begreep dat ze zei ‘Je