Congres
Met deze lezing verklaarde de voorzitter van de IVN, prof.dr. Guy Janssens, het congres voor geopend. De thema's waren goed verdeeld over de verschillende onderdelen van het vak, van theoretische taalkunde tot Nederlands als vreemde taal, van vertalen tot middeleeuwse letterkunde, van koloniale literatuur tot culturele identiteit, van taalverwerving tot moderne letterkunde. Iedereen moet gedurende de week wel wat van zijn gading hebben gevonden en collega's uit het vakgebied hebben ontmoet.
Het zal een beeld geven van de spreiding van de neerlandistiek in de wereld, als ik vermeld dat de bijdragen voor de lezingen kwamen van onderzoekers en docenten uit:
Amsterdam, Aucklandpark, Berkeley, Bloemfontein, Bloomington, Boedapest, Bochum, Bologna, Bratislava, Bremen, Coïmbra, Debrecen, Gent, Groningen, Hamburg, Helsinki, Hull, Jakarta, Leiden, Leuven, Londen, Louvainla-Neuve, Ljubljana, Maastricht, Madison, Madrid, Michigan, Milaan, Bergen (Mons), Moskou, Münster, Nijmegen, Oldenburg, Olomouc, Padova, Parijs, Potchefstroom, Poznan, Praag, Pretoria, Rome, Roubaix, Sheffield, Stellenbosch, Stockholm, Tilburg, Timisoara, Triëst, Utrecht, Warschau, Wenen, Wroclaw, Würzburg.
Het congres mocht er wezen, er zijn contacten gelegd, er is inspiratie opgedaan en men zou binnen de muren eens wat kunnen overnemen van het enthousiasme en de liefde voor het Nederlands van buiten. Hoe zei Koen Jaspaert het ook weer? Het succes van het Nederlands is hoe dan ook het succes van de mensen die er iets voor doen. Marja Kristel, de directeur van de IVN, en allen die hieraan hebben bijgedragen, kunnen tevreden zijn. (ER)