Neerlandia/Nederlands van Nu. Jaargang 107
(2003)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 6]
| |
Vlaanderen-Nederland
| |
[pagina 7]
| |
van de betrokken politieke en culturele elites, schrijft hij. Opnieuw: is dat zo bijzonder? Hoe is de Belgische staat ontstaan? Toch ook door de verschillen met Nederland te accentueren? Het dankt zijn ontstaan bovendien aan een tijdelijk monsterverbond tussen een kleine liberale en francofiele, en een ultramontaanse klerikale elite. Daaruit is een kunstmatige en weinig gerespecteerde staat ontstaan, met een uit Duitsland geïmporteerd vorstenhuis als belangrijkste politieke integratiefactor en met veel met corruptie gekochte staatsloyaliteit. Door zijn krachtig pleidooi tot behoud van die staat neemt Dierickx in deze kwestie onmiskenbaar een conservatief standpunt in, hoezeer hij daartegen in zijn boek ook protesteert. Ondanks het felle verzet van linkse belgofielen heeft de staatshervorming inmiddels een eigen moeilijk te stuiten politieke dynamiek gekregen. Dat heeft te maken met het feit dat toonaangevende elites in Vlaanderen en Wallonië steeds meer uit elkaar groeien, zoals uit onderzoek blijkt.Ga naar eind2. Vlaamse elites identificeren zich primair met Vlaanderen, dan met Europa en pas ver daarachter met België; Waalse daarentegen in cultureel opzicht primair met Frankrijk en in politiek opzicht met België, dat als politiek instrument van het francofone imperialisme hun belangen zolang uitstekend gediend heeft en dat nog steeds doet. Met de Belgische munt is ook een belangrijke rem op verdere verzelfstandiging van Vlaanderen verdwenen. Ook een prominent Belgisch socialist als Louis Tobback ziet een scheiding van Wallonië en Vlaanderen op termijn in het verschiet liggen.Ga naar eind3.
Het belangrijkste probleem van het Vlaamse nationalisme is een sterke neiging tot particularisme, dat zich ook uit als rem op verdere Nederlands-Vlaamse samenwerking. Het streven naar grotere Vlaamse zelfstandigheid heeft alleen zin als het inderdaad leidt tot een beter functionerende democratische samenleving en allerlei typisch Belgische kwalen weet te overwinnen. En op dat punt valt er nog veel werk te verrichten. Die zelfstandigheidsdrang is in Europees verband het best te legitimeren, als ze zou bijdragen tot ontwikkeling van een Benelux-confederatie bestaande uit Nederland, Vlaanderen, Wallonië en Luxemburg als zelfstandige staatsdelen en met Brussel als confederale hoofdstad. De Lage Landen die in de zich verder uitbreidende EU steeds meer aan politieke invloed inboeten, verwerven zodoende een machtspositie vergelijkbaar met die van Spanje. Van Nederlandse zijde krijgt men hier nu ook meer oog voor. Als de machtsvraag in Europa aan de orde is, aldus bijvoorbeeld de Nederlandse eurocommissaris Frits Bolkestein, moet de Benelux met één stem spreken. Voorwaarde voor zo'n ontwikkeling is wel dat Wallonië eindelijk zijn blokkade tegen zo'n opwaardering van de Benelux opgeeft. Naar aanleiding van Ludo Dierickx, Nationalisme onder het mes - Kritiek van het politieke nationalisme in België en in het algemeen. Uitgeverij Fantom, Vrijheidsstraat 3, B-2000 Antwerpen, 2002, 372 blz. |