Huishouden
Het huishouden van Jan Steen ('t is er alles even wanordelijk) wil niet zeggen dat de Delftse schilder in wanorde leefde of het wanordelijke leven van alledag wilde vereeuwigen. Hij wilde de toeschouwer aan het denken zetten door het verkeerde beeld te laten zien. In feite is de uitdrukking dus enigszins bedrieglijk. Jan Steen was voorstander van een betere samenleving en hield van orde, regelmaat en balans. Hij vond ook dat de toenmalige jeugd beslist een betere opvoeding moest krijgen. Daarom zien we
Hoe hoger de hand, hoe lager de stand
zoveel afbeeldingen van kinderen op zijn doeken. Met die wanordelijke taferelen wilde de schilder juist laten zien hoe het niét hoorde. Dat moraliserende is duidelijk zichtbaar in een schilderij van Steen waar een vrolijke familie aan tafel wordt afgebeeld en waar jong en oud uitbundig plezier maakt. Vader heft uitgelaten het glas, terwijl zijn voorbeeld wordt gevolgd door de kleintjes op de voorgrond. Uitgelaten het glas heffen, dat vermoedelijk gepaard ging met de nodige stemverheffing, was nergens voor nodig. Ter lering! Zo ontstond het gezegde, of liever volkswijsheid
Hoe hoger de hand, hoe lager de stand. Het was beter om
een toontje lager te zingen. Vader op het schilderij heeft
een laag op, hetgeen staat voor dronken zijn. Niet te verwarren met
hij heeft al een aardig laagje gelegd, wat weer inhoudt dat iemand al heel wat heeft gegeten. Zou de vader op het schilderij gezien zijn
bij hoog en bij laag? Bij aanzienlijken en geringen?