Uiterwaard
Frans Debrabandere
N.a.v. de overstromingen hadden de media het telkens over de ‘overstromingsgebieden’, waar haast overal huizen of villa's gebouwd werden, terwijl die stroken eigenlijk bestemd zijn om het water van zwellende of overstromende rivieren op te vangen. Overstromingsgebied is natuurlijk geen fout woord, het is een hele normale Nederlandse samenstelling, zoals overstromingsbos, overstromingsgevaar, overstromingsramp, overstromingsrivier, overstromingsschade. Maar onze journalisten hebben zich alweer niet afgevraagd of er al niet een specifiek woord voor bestond. En dat bestaat, nl. uiterwaard. Het woord uterwaert kwam al in het Middelnederlands voor. Van Dale omschrijft het woord als: ‘buitendijks, tussen dijk en zomerkade van een rivier gelegen en meestal met gras begroeid stuk grond’. De Grote Koenen doet het bondiger: ‘land tussen zomerbedding en dijk’. Ook wel voorland genoemd, Engels foreland. Het woord uiterwaard is samengesteld uit uiter ‘buiten, buitenste’ en waard ‘laagliggend land, dat dikwijls onderloopt; door rivieren ingesloten land’. We kennen het woord in de plaatsnamen Bommeler Waard, Tieler Waard. We vinden het ook in de familienamen Van der Waerden, Van der Waarden, Van der Weert, Verwaerde, Verweirde(r).