Neerlandia/Nederlands van Nu. Jaargang 107
(2003)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermdGeweld op school: een cultuurverschijnsel?
We zijn zo vertrouwd met geweld door kranten, televisie, internet dat we bijna zouden vergeten dat er een tijd in ons leven was dat geweld nog niet zo'n duidelijke vorm had. We gaan ervan uit dat in de eerste levensjaren van een kind geweld doorgaans geen rol van betekenis speelt. Helaas is dit een misrekening. In zeer veel gezinnen speelt geweld een hoofdrol. Ik doel dan nog niet eens op de harde feiten van kindermishandeling, die in het brave Nederland ook al tienduizenden slachtoffers per jaar eist, waarvan honderden doden. Nee, ik doel op subtielere vormen van geweld en vooral op wat daaraan voorafgaat. Geweld heeft een kiem in, soms subtiele, scheefgegroeide en ontspoorde machtsverhoudingen. De vrouw als ondergeschikte van de man, het kind als onmondige ondergeschikte van de volwassene. De man vraagt aan de vrouw: ‘Zal ik helpen koken?’ In dat helpen ligt besloten dat de vrouw de taak heeft te koken. ‘Netjes een handje geven, hoor. Nee, je goede hand.’ Het is hopelijk duidelijk dat in die vriendelijke opdracht wel vijf, min of meer verborgen mededelingen zitten die nodeloos ongelijkheid suggereren. En wat dacht u van de arts tegen de patient: ‘Gaat u maar zitten.’ Of de agent tegen de fietser: ‘Wat gaan we doen, mevrouw?’ Onze taal staat bol van dit soort mededelingen, die even zovele signalen zijn van macht en onmacht en van methoden om macht uit te oefenen. De stap naar vormen
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 8]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vol te spreken van de ‘onbezorgde kindertijd’ Als we eens precies zouden weten hoe het op de basisschool en later in het voortgezet onderwijs toegaat, zouden ons de schellen van de ogen vallen.. Maar willen we het wel weten? Vraagt u maar eens aan leraren welke rol geweld speelt bij hen op school. Ze zullen u verbaasd aankijken en vragen of u gek bent geworden. Machtsmisbruik en geweld bij ons op school, hoe komt u erbij?! De feiten liggen echter anders...
De school is een maatschappij in het klein en maakt zelf ook weer deel uit van de maatschappij. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de donkere zijde van de maatschappij eveneens in de school vertegenwoordigd is. Criminele incidenten komen ook in school voor. Dat is niet zo'n prettig idee, zeker niet daar veel ouders nog denken dat de school een uiterst veilige plek is voor hun kind. Ook schooldirecteuren, ik ben er een van, willen dat blijven geloven en spreken zelden over voorkomende incidenten. Scholen zijn elkaars concurrent en ‘misdaad’ op school kost leerlingen; dus beter maar ‘niet weten’.
Door nationale en internationale onderzoekenGa naar eind1 op het gebied van geweld op school was wel al duidelijk dat er iets aan de hand was, maar op de scholen zelf was men met die onderzoeken gemiddeld nog niet zo bekend. De resultaten leidden er in ieder geval toe dat in 1995 het initiatief genomen werd tot een landelijke campagne, Veilig in School. Dit project heeft ruim vier jaar gelopen en is toen beëindigd met de instelling van het ‘Transferpunt voor jongeren’.Ga naar eind2 Dit overigens zonder dat de actie overtuigend succes had in de Nederlandse scholen. Met succes wordt hier bedoeld dat de scholen een blijvende structurele en samenhangende aanpak van veiligheidsproblemen hebben ontwikkeld.
Amsterdam had intussen een eigen weg gekozen. De gemeente liet op grote schaal met (gewaagde!) medewerking van de scholen een slachtofferonderzoek doen onder personeel en leerlingen van vrijwel alle Amsterdamse scholen voor voortgezet onderwijs, voordat in het wilde weg plannen en acties werden gelanceerd. De resultaten van het onderzoek waren rondweg verbijsterend. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IncidentenUit de tabel hieronder kunt u, om maar eens te beginnen, aflezen dat op een school met 1000 leerlingen zo'n 13.000 incidenten per jaar verwacht kunnen worden. Voor personeel ligt het iets gunstiger: 1000 personeelsleden betekent ‘slechts’ 6.000 incidenten op jaarbasis.
Om je te kunnen voorstellen wat dat betekent, moeten we precies weten wat nu eigenlijk onder een incident wordt verstaan. Een incident is een voorval waarbij strafbare feiten worden gepleegd. Dus onder incident valt alles wat volgens het Wetboek van Strafrecht strafbaar is, zoals belediging, slaan, schoppen, diefstal, afpersing. Natuurlijk wordt pesten ook vaak genoemd. Pesten staat niet rechtstreeks als strafbaar feit te boek. Veel volwassenen zien pesten als een vrij gewoon verschijnsel dat overal voorkomt. In zekere zin is dat waar, maar daarmee wordt tegelijk de beschadigende werking onderschat. Het is bovendien belangrijk te weten dat pesten vaak een ketenincident is, een incident in een lange reeks van gebeurtenissen. Bijvoorbeeld: een leerling krijgt een niet speels bedoelde duw in de pauze op de gang. Hij durft zijn belager niet aan en uit frustratie vernielt hij het aardrijkskundeboek van het vriendje van de belager. Dat vriendje heeft al veel te verduren gehad: zijn geodriehoek is gestolen, zijn uitgeleende pen heeft hij niet teruggekregen en nu is ook nog zijn boek vernield. Hij weet niet wie de daders zijn en besluit zijn gram te halen door pesterijtjes tegen willekeurige andere leerlingen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
OnderzoeksresultatenGa naar eind3De onderzoeken zijn, zoals u in de tabel ziet, regionaal verricht op de scholen in Amsterdam Zuid, Oost en West. Alleen de scholen in Zuidoost en Noord, een kleine minderheid, hebben niet meegedaan.
Er zijn nog veel meer zaken uit naar voren gekomen, waarmee heel wat vooroordelen, waarvan ik er zeker ook een | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 9]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
paar had, door de cijfers zonder meer worden weerlegd. Ik leg u een aantal conclusies, kort samengevat, voor.
Mijn betrokkenheid met het onderwerp was al groot, maar kon nu alleen maar groter worden. De betrokken onderzoeksbureaus en de gemeente hebben met medewerking van de geschrokken schooldirecties besprekingen georganiseerd en taakgroepen ingesteld, waaraan, op zichzelf al uniek, leerlingen en leraren deelnamen. De zes taakgroepen, rond onderwerpen als Schoolgebouw, Regels en Sancties, Conflictbemiddeling kregen de opdracht de onderzoeksresultaten te bestuderen en met voorstellen tot verbetering te komen. Bespreking van de onderzoeksresultaten met de scholen leidde ertoe dat het probleem van geweld in de school niet meer kon worden ontkend. Dat was een mijlpaal. Vervolgens hebben de taakgroepen zo concreet mogelijke maatregelen bedacht om de scholen daadwerkelijk veiliger te maken. Er werden zoveel maatregelen bedacht, dat het nodig bleek keuzen te maken. Er werd gekozen voor scholing van leerlingen en leraren, om te leren incidenten bespreekbaar te maken en te leren constructief met problemen om te gaan. Er werd gekozen voor de ontwikkeling van een incidentenregistratiesysteem (je moet immers steeds weten waarover je het hebt) en van een schoolveiligheidsplan per school. In een schoolveiligheidsplan wordt beschreven hoe de school met onveilige situaties en calamiteiten omgaat. Er staan protocollen in die aangeven wat men moet doen bij allerlei gebeurtenissen: van diefstal en ongelukjes tot overlijden van een leerling. Er zijn trainingen ontwikkeld om te leren omgaan met eigen en andermans agressie. Ten slotte komen de schooldirecteuren regelmatig bijeen om het proces in goede banen te leiden en heeft elke school een veiligheidscoördinator die ook in een regionaal netwerk deelneemt. Regionaal zijn er beheergroepen Veilig om School (VOS) ingesteld, waarin stadsdelen, scholen, politie en openbaar vervoer samen problemen oplossen die zich buiten de school afspelen. Een van de schooldirecteuren, ondergetekende, is benoemd tot projectleider van het geheel. Hij wordt bijgestaan door een deskundig secretariaat. Door de ondersteuning van de gemeente Amsterdam in woord en daad is het mogelijk geworden op zo'n grote schaal uitvoering te geven aan de gekanaliseerde ideeënstroom. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
En verder?Aanvankelijk kunt u misschien de indruk hebben gekregen dat ik een cultuurpessimist ben die geweld als een onvermijdelijk verschijnsel ziet, voortvloeiend uit machtsongelijkheid en machtsmisbruik. Dat vereist nuancering. Geweld hoort bij de mens, inderdaad. De mens is net zo'n agressief dier als de duif, alleen heeft de mens meer vernietigende middelen ter beschikking, waarvan zijn zogenaamde verstand niet het minste is. Geweld is ook van alle tijden. Er is in het verleden niet veel onderzoek gedaan naar geweld op scholen, maar ik vermoed dat het niet veel erger is geworden. Er is veel veranderd in het onderwijs, maar niet in het vóórkomen van geweld. Er is machtsongelijkheid in de scholen, maar dat hoeft niet automatisch te leiden tot machtsmisbruik en geweld. De slachtoffers zijn inmiddels mondiger geworden en ook breekt in het algemeen, zij het langzaam, het besef door dat er - met datzelfde verstand - middelen zijn te bedenken om het tij te keren. Een middel is erkenning van het probleem, een middel is de gezamenlijke aanpak, een middel is de ontwikkeling van zuivere emoties. Het is praktisch te veel gevraagd om aanstaande ouders een cursus pedagogiek te laten volgen en daarom moeten we onze hoop toch maar vestigen op de school en vooral op de leerlingen zelf. Die zijn het vaakst dader en slachtoffer, en weten het meest van de incidenten. Bovendien hebben ze (nog) een groot creatief vermogen om incidenten goed aan te pakken. Ik heb daar zoveel goede voorbeelden van gezien dat ik goede reden heb om de toekomst met optimisme tegemoet te treden. Wim Ruijsendaal, Projectleider Veilig in en om School |
|